In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Politiek 3.4 en 3.5
Regering en Parlement
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe Nederland bestuurd wordt. Je weet wat de taken zijn van de regering, kabinet en koning.
Slide 2 - Tekstslide
In dit hoofdstuk
3.4 De regering regeert
Regering
Kabinet
Ministers
Staatssecretarissen
Koning
Slide 3 - Tekstslide
Wie komt er in de regering?
De grootste partij zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken.
Samen hebben ze een meerderheid nodig.
Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regering.
Regeerakkoord?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
De regering / het kabinet
Regering
De koning en alle ministers
Kabinet
Het dagelijks bestuur van ons land. Het bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
verschil tussen regering en kabinet?
Slide 6 - Tekstslide
De regering / het kabinet
In het kabinet zitten ministers en staatssecretarissen die elk een eigen taak hebben.
Bijvoorbeeld:
Onderwijs
Economische Zaken
Buitenlandse Zaken
Slide 7 - Tekstslide
Ministers en staatssecretarissen
Ministers krijgen hulp van duizenden ambtenaren. Ook hebben de meeste ministers hulp van een staatssecretaris.
Een soort assistent-minister voor een deel van de taken van een minister.
Slide 8 - Tekstslide
Minister-president
De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van het kabinet.
Hij is de belangrijkste minister en is de voorzitter als de regering vergadert.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Ministers werken samen
Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar.
Ze maken samen plannen en wetsvoorstellen.
Slide 11 - Tekstslide
Ministers werken samen
Ministers maken alleen wetsvoorstellen! Een wet wordt pas aangenomen als 2e en 1e Kamer ermee instemmen.
Ministerraad
In de ministerraad worden wetsvoorstellen besproken en waar nodig bijgesteld, voordat de minister ermee naar de 2e kamer gaat.
Tweede Kamer
De minister gaat met het wetsvoorstel naar de 2e kamer. Daar discussieren de partije over het voorstel. Daarna stemmen ze over het voorstel en wordt de wet wel of niet aangenomen.
Eerste Kamer
Wanneer een wetsvoorstel door de 2 kamer is aangenomen gaat de minister naar de 1e kamer met de nieuwe wet. De 1e kamer toetst of de nieuwe wet ook in strijd is met de grondwet. Pas dan kan de minister de nieuwe wet uitvoeren.
Slide 12 - Tekstslide
Wat doet de koning?
De koning is het staatshoofd. Hij is lid van de regering, maar heeft vrijwel geen macht. Zijn taken zijn:
ceremoniële functies
Slide 13 - Tekstslide
Wat doet de koning?
Een handtekening zetten onder alle wetten.
Overleg voeren met de minister-president.
Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
Ministers en staatssecretarissen beëdigen.
Slide 14 - Tekstslide
Kan Nederland zonder een koning of koningin, en waarom wel of niet?
Slide 15 - Woordweb
Leerdoelen?
Weet je het nog?
1. Wie zitten er in de regering:
Koning en ministers
2. Wie zitten er in het kabinet:
ministers en staatssecretarissen
3. Wanneer is een nieuwe wet van kracht:
als de 2e kamer en 1e kamer er voor hebben gestemd