In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Spelling
Korter schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet hoe je afkortingen, letterwoorden, initiaalwoorden, verkortingen en symbolen moet schrijven.
Slide 2 - Tekstslide
Woorden korter schrijven
afkorting
letterwoord
initiaalwoord
verkorting
symbool
Slide 3 - Tekstslide
Spelling H4 - afkortingen en symbolen
Afkortingen kunnen kort en precies verwijzen naar een bepaald woord, naam of term.
We gebruiken afkortingen om zinnen of woorden korter te maken of om snel duidelijk te maken wat je bedoelt. Toch begrijpt niet iedereen alle afkortingen.
Je kunt op vijf manieren een woord of woordgroep korter schrijven. We gaan deze manieren één voor één bij langs.
afkorting
letterwoord
initiaalwoord
verkorting
symbool
Slide 4 - Tekstslide
Spelling H4 - afkortingen en symbolen
Afkorting
Een woord(groep) wordt met een beperkt aantal letters weergegeven. Een afkorting spreek je uit als het oorspronkelijke woord en schrijf je met een of meer punten. Je gebruikt een hoofdletter als die ook in het oorspronkelijk woord voorkomt.
VB: e.d. (en dergelijke) of Z.M. (Zijne Majesteit)
Letterwoord
bestaat uit de eerste letters van een naam of woordgroep. Je spreekt het uit als een woord en schrijft het zonder punten. Je gebruikt een hoofdletter als deze ook in het afgekorte woord voorkomt.
VB: pin (persoonlijk identificatienummer) of Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten)
Slide 5 - Tekstslide
Spelling H4 - afkortingen en symbolen
Initiaalwoord
wordt op dezelfde manier gevormd als een letterwoord, maar je spreekt het uit als losse letters.
VB: btw (belasting over toegevoegde waarde) of NS (Nederlandse Spoorwegen)
Verkorting
is opgebouwd uit een of meer lettergrepen. Je spreekt een verkorting uit als woord.
VB: airco (airconditioning) of wifi (wireless fidelity)
Slide 6 - Tekstslide
Spelling H4 - afkortingen en symbolen
Symbool
is een notatie van een wetenschappelijk begrip, een eenheid of een valuta. Je spreekt het uit als het woord waar het voor staat. De schrijfwijze is nationaal of internationaal afgesproken, net als het gebruik van hoofdletters en kleine letters. Een symbool schrijf je zonder punt.