Wonder les 4: Mening, beoordelingswoorden en argumenten

Nederlands

Fictie: wonder

Les 4: mening, beoordelingswoorden en argumenten

VWO 1
 P1 2020-2021
:
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Fictie: wonder

Les 4: mening, beoordelingswoorden en argumenten

VWO 1
 P1 2020-2021
:

Slide 1 - Tekstslide

vorige les(sen) heb je geleerd...
Les 1: Fictie of non-fictie, realistisch of niet realistisch
Les 2: personages, bijfiguren, figuranten en de relatie met elkaar en hoe je deze beschrijft.
Les 3: de vertelperspectieven in een verhaal.









Slide 2 - Tekstslide

Bij welk perspectief kijken we door de ogen van de hoofdpersoon?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Auctoriaal perspectief
D
Wisselend perspectief

Slide 3 - Quizvraag

Bij welk perspectief wordt de gebeurtenis in de hij- of zij-vorm verteld?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Auctoriaal perspectief
D
Wisselend perspectief

Slide 4 - Quizvraag

Vertelperspectieven
  •  Ik-vertelperspectief
  • De gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm.

  •  Personaal vertelperspectief: De gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld. 

  • Auctoriaal vertelperspectief: Dit is een alwetende verteller, die zelf geen rol speelt in het verhaal, maar hij weet alles van alle personages en gebeurtenissen.

  •  Wisselend perspectief: Als een schrijver kiest voor het ik-perspectief of het hij- of zij-perspectief, dan kunnen verschillende personages elkaar afwisselen als hoofdpersoon en/of verteller.


Slide 5 - Tekstslide

Conclusie:
1. Van welk perspectief is er sprake in Wonder? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Open vraag

Conclusie:
2. Waarom zou een schrijver voor een wisselend perspectief kiezen?

Slide 7 - Open vraag

Deze les
  • Lezen in Wonder

Weet je hoe je een mening geeft over een boek door middel van beoordelingswoorden.
Weet je hoe je deze beoordelingswoorden kunt onderbouwen met argumenten.








timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Mening, beoordelingswoorden en argumenten
  • Jouw mening over een boek geef je met behulp van (m.b.v) beoordelingswoorden:

  • Een aantal voorbeelden:
  • spannend / saai
  • begrijpelijk - onbegrijpelijk 
  •  maakt me verdrietig – maakt me vrolijk

  • Argumenten
  • Uitleg/ondersteuning van de beoordelingswoorden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

'Leuk' of 'stom' zijn geen beoordelingswoorden!

Slide 12 - Tekstslide

Zoek drie beoordelingswoorden

Slide 13 - Tekstslide

Noteer de 3 beoordelingswoorden van de vorige slide.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Bedenk twee beoordelingswoorden en onderbouw deze.
timer
1:30

Slide 16 - Open vraag

Het ATC.

Slide 17 - Tekstslide

Bedenk twee beoordelingswoorden en onderbouw deze.
timer
1:30

Slide 18 - Open vraag

Hoe noem je dit soort woorden die je kunt gebruiken om je leeservaring te beschrijven:

'interessant, laat me meeleven, spannend, griezelig, geheimzinnig, leest makkelijk'.
A
meningwoorden
B
beoordelingswoorden
C
fantasiewoorden
D
fictiewoorden

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht
Open les 4 in LessonUp.

Maak de opdrachten van slide 21 t/m 46.


Slide 20 - Tekstslide

Personages in Wonder

Op de volgende slides volgt een aantal vragen over de personages in Wonder.

Denk goed na over de antwoorden, want je kunt ze goed gebruiken voor de toets! 

Je mag fluisterend overleggen met je buurman of buurvrouw, niet met de persoon voor of achter je.

Slide 21 - Tekstslide

Conclusie:
1. Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
2. Hoe kun je hem/haar beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)?

Slide 22 - Open vraag

Conclusie:
3. Wie zijn de 6 belangrijkste bijfiguren (medespelers dus)?
4. Hoe kun je hen beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)? Beschrijf ze alle 5.

Slide 23 - Open vraag

Auggie en zijn relatie met de bijpersonen
Auggie wil zijn eigen uiterlijk niet beschrijven, maar Via doet dit op een gegeven moment wel.

Auggies uiterlijk heeft invloed op iedereen die hij tegenkomt. In het boek lees je hoe verschillende personen over Auggie denken en met hem omgaan. Gebruik dit gegeven om de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 24 - Tekstslide

Conclusie:
6. Hoe reageert Via op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 25 - Open vraag

Conclusie:
7. Hoe reageert Jack op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 26 - Open vraag

Conclusie:
8. Hoe reageert Julian op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 27 - Open vraag

Conclusie:
9. Hoe reageert Summer op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 28 - Open vraag

Conclusie:
10. Hoe reageren Auggies ouders op hem? Hoe denken zij over hem en hoe gaan zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 29 - Open vraag

Wonder vanaf bladzijde 200

Beantwoord de volgende vragen individueel.

Slide 30 - Tekstslide




Dit schrijft Justin in Wonder

Slide 31 - Tekstslide

1. Hoe ziet jouw gezin eruit?

Slide 32 - Open vraag

2. Hoe zou je jouw gezin omschrijven? Hebben jullie een goede of een slechte band? Probeer de band die je hebt met je gezinsleden te onderbouwen.

Slide 33 - Open vraag

3. Wat zou er anders zijn in jullie gezin als Auggie jouw broer was, denk je? Leg je antwoord uit in minimaal 30 woorden.

Slide 34 - Open vraag

Wonder t/m blz. 266
De vragen op de volgende slides bespreek je met je buur. Vergelijk nu jullie antwoorden met elkaar. Vul allebei je antwoorden in bij LessonUp.

Slide 35 - Tekstslide

1. Lijken jullie gezinnen op Auggies gezin, als je kijkt naar hoe jullie met elkaar omgaan?

Slide 36 - Open vraag

2. Wat voor indruk wekte Auggies gezin bij jullie tijdens het lezen van het boek?

Slide 37 - Open vraag

Wonder t/m blz. 266
Het gezin waarin Auggie opgroeit is erg belangrijk voor hem en het speelt ook een belangrijke rol in het boek. Thuis is het namelijk altijd een veilige plek voor Auggie, maar niet alleen voor hem. Ook Jack, Miranda en Justin voelen zich erg thuis. Hoewel Via zich geen beter gezin kan wensen, zou ze ook wel eens willen dat het allemaal anders was.

Slide 38 - Tekstslide

1. Wat vind je ervan dat Via soms boos is op haar ouders die alles goed bedoelen?

Slide 39 - Open vraag

2. Waarom denk je dat Jack het zo fijn vindt bij Auggie thuis?

Slide 40 - Open vraag

3a. Kun jij je voorstellen dat een jongen als Jack jaloers is op een jongen als Auggie?
3b. Leg je antwoord uit.

Slide 41 - Open vraag

4. Hoe denk je dat Auggies leven zou zijn als hij ouders had die minder beschermend waren?

Slide 42 - Open vraag

Beoordelingswoorden
Bekijk het fragment. (met oortjes in)

Welke 3 beoordelingswoorden passen bij dit fragment?
Leg ieder beoordelingswoord kort uit. Vul je antwoord in op de volgende slide.

Slide 43 - Tekstslide

Welke 3 beoordelingswoorden passen bij dit fragment?
Leg ieder beoordelingswoord uit.

Slide 44 - Open vraag

Wat ging goed?

Slide 45 - Tekstslide

Ik weet wat beoordelingswoorden zijn en hoe ik deze moet onderbouwen.

Ja
Nee
Een beetje

Slide 46 - Poll