Wonder les 4: Mening, beoordelingswoorden en argumenten

Nederlands

Fictie: wonder

Les 4: mening, beoordelingswoorden en argumenten

VWO 1
 P1 2022-2023
:
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Fictie: wonder

Les 4: mening, beoordelingswoorden en argumenten

VWO 1
 P1 2022-2023
:

Slide 1 - Tekstslide

vorige les heb je geleerd...
... hoe je het vertelperspectief kunt herkennen  in een verhaal of boek.




Slide 2 - Tekstslide

Welke 4 vertelperspectieven
ken je?

Slide 3 - Woordweb

Vertelperspectief
Bekijk de korte film op de volgende slide.

Wat valt je hier op aan het perspectief?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Aan het einde van deze les...
...weet je hoe je een mening geeft over een boek door middel van beoordelingswoorden.
...weet je hoe je deze beoordelingswoorden kunt onderbouwen met argumenteren.

Doel = Je kunt deze begrippen toepassen op Wonder. Dus: 
Wat is jouw mening over het boek wonder. Hoe moet je dit  beschrijven met behulp van beoordelingswoorden en hoe onderbouw je dit met argumenten.





Slide 6 - Tekstslide

Mening, beoordelingswoorden en argumenten
Jouw mening over een boek geef je met behulp van (m.b.v) beoordelingswoorden:

Een aantal voorbeelden:
- spannend / saai
- begrijpelijk - onbegrijpelijk
- maakt me verdrietig – maakt me vrolijk

Argumenten
Uitleg/ondersteuning van de beoordelingswoorden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

ga naar lessonup
log in lessonup en ga naar wonder les 4.
Maak de slides 11 t/m 18 samen met je buurvrouw/man

Slide 10 - Tekstslide

Zoek drie beoordelingswoorden

Slide 11 - Tekstslide

Noteer de 3 beoordelingswoorden van de vorige slide.

Slide 12 - Open vraag

Zoek de beoordelingswoorden
"Woltz is een van de beste kinderboekenschrijvers van dit moment, omdat ze een voortreffelijke stijl - eigentijds, spitsvondig, vlot, originele beelden en psychologische diepgang combineert met een filmisch en humorvol avontuur, dat heel veel kinderen aanspreekt.

Volgens dat succesrecept is ook haar nieuwste boek geschreven. In 'Alaska' draait het om Sven en Parker, die elkaar in een verse brugklas treffen. Sven heeft epilepsie en haat dat: "Als er een sport was die epilepsie heette, dan zou ik echt nooit van mijn leven op epilepsie gaan." Hij is vastbesloten niet 'die zielige jongen' te worden. Sterk hoe Woltz dit voornemen koppelt aan het gevoel dat elke brugklasser herkent: erbij willen horen, bang zijn dat je eigenaardigheden je tot outsider maken.

Er ontstaat een gesprek, waarin Sven en Parker ontdekken iets belangrijks gemeen te hebben. Sinds de overval vraagt Parker zich angstig af hoe mensen dat doen: leven terwijl ze weten dat er elk moment iets ergs kan gebeuren. Sven worstelt met een vergelijkbaar probleem: hoe kun je leven als je elk moment een epileptische aanval kunt krijgen?

Zo vlecht Woltz knap een lijn over acceptatie en vertrouwen door dit avontuurlijke feelgood-verhaal, dat minstens zo goed is als 'Gips'.

Slide 13 - Tekstslide

Noteer de beoordelingswoorden van de vorige slide.

Slide 14 - Open vraag

'Leuk' of 'stom' zijn geen beoordelingswoorden!

Slide 15 - Tekstslide

Beoordelingswoorden

Welke 3 beoordelingswoorden passen bij dit fragment?
Leg ieder beoordelingswoord uit. Vul je antwoord in op de volgende slide.

Slide 16 - Tekstslide

Welke 3 beoordelingswoorden passen bij dit fragment?
Leg ieder beoordelingswoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Hoe noem je dit soort woorden die je kunt gebruiken om je leeservaring te beschrijven:

'interessant, laat me meeleven, spannend, griezelig, geheimzinnig, leest makkelijk'.
A
meningwoorden
B
beoordelingswoorden
C
fantasiewoorden
D
fictiewoorden

Slide 18 - Quizvraag

terugblik vragen!
Personages

maak de volgende slides individueel.

Slide 19 - Tekstslide

Personages in Wonder

Op de volgende slides volgt een aantal vragen over de personages in Wonder.

Denk goed na over de antwoorden, want je kunt ze goed gebruiken voor de toets! 

Werk eventueel samen met je buur, zodat je kunt overleggen.

Slide 20 - Tekstslide

Conclusie:
1. Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
2. Hoe kun je hem/haar beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)?

Slide 21 - Open vraag

Conclusie:
3. Wie zijn de 5 belangrijkste bijfiguren (medespelers dus)?
4. Hoe kun je hen beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)? Beschrijf ze alle 5.

Slide 22 - Open vraag

Auggie en zijn relatie met de bijpersonen
Auggie wil zijn eigen uiterlijk niet beschrijven, maar Via doet dit op een gegeven moment wel.

Auggies uiterlijk heeft invloed op iedereen die hij tegenkomt. In het boek lees je hoe verschillende personen over Auggie denken en met hem omgaan. Gebruik dit gegeven om de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 23 - Tekstslide

Conclusie:
6. Hoe reageert Via op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 24 - Open vraag

Conclusie:
7. Hoe reageert Jack op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 25 - Open vraag

Conclusie:
8. Hoe reageert Julian op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 26 - Open vraag

Conclusie:
9. Hoe reageert Summer op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 27 - Open vraag

Conclusie:
10. Hoe reageren Auggies ouders op hem? Hoe denken zij over hem en hoe gaan zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 28 - Open vraag

Conclusie:
11. Wie zijn de figuranten in het verhaal? Noem er 5.

Slide 29 - Open vraag

Wonder t/m blz. 266
Je hebt Wonder gelezen t/m blz. 266.
Beantwoord de volgende vragen individueel.

Slide 30 - Tekstslide




Dit schrijft Justin op blz. 214.

Slide 31 - Tekstslide

1. Hoe ziet jouw gezin eruit?

Slide 32 - Open vraag

2. Hoe zou je jouw gezin omschrijven? Hebben jullie een goede of een hechte band? Kunnen er altijd mensen aanschuiven tijdens het eten? Of zijn er bijvoorbeeld twee gezinsleden die altijd ruzie hebben? Schets een zo duidelijk mogelijk beeld van jouw gezin. Gebruik minimaal 50 woorden.

Slide 33 - Open vraag

3. Wat zou er anders zijn in jullie gezin als Auggie jouw broer was, denk je? Leg je antwoord uit in minimaal 100 woorden.

Slide 34 - Open vraag

Wonder t/m blz. 266
De vragen op de volgende slides bespreek je met je buur. Vergelijk nu jullie antwoorden met elkaar. Vul allebei je antwoorden in bij LessonUp.

Slide 35 - Tekstslide

1. Lijken jullie gezinnen op Auggies gezin, als je kijkt naar hoe jullie met elkaar omgaan?

Slide 36 - Open vraag

2. Wat voor indruk wekte Auggies gezin bij jullie tijdens het lezen van het boek?

Slide 37 - Open vraag

Wonder t/m blz. 266
Het gezin waarin Auggie opgroeit is erg belangrijk voor hem en het speelt ook een belangrijke rol in het boek. Thuis is het namelijk altijd een veilige plek voor Auggie, maar niet alleen voor hem. Ook Jack, Miranda en Justin voelen zich erg thuis. Hoewel Via zich geen beter gezin kan wensen, zou ze ook wel eens willen dat het allemaal anders was.

Slide 38 - Tekstslide

1. Wat vind je ervan dat Via soms boos is op haar ouders die alles goed bedoelen?

Slide 39 - Open vraag

2. Waarom denk je dat Jack het zo fijn vindt bij Auggie thuis?

Slide 40 - Open vraag

3a. Kun jij je voorstellen dat een jongen als Jack jaloers is op een jongen als Auggie?
3b. Leg je antwoord uit.

Slide 41 - Open vraag

4. Hoe denk je dat Auggies leven zou zijn als hij ouders had die minder beschermend waren?

Slide 42 - Open vraag