Les terugblik interpunctie + afbreken van woorden

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

VANDAAG:
  • huiswerk nakijken: opdracht 19 en 20 op blz. 28  en 29;
  • korte herhaling lesstof over interpunctie;
  •  afbreekstreepje: uitlegfilmpje + opdracht;
  • opdracht 21 maken.
  • hoofdstuk uit CTRL-A voorlezen.

Slide 3 - Tekstslide

Na deze les...

> weet je wanneer je een hoofdletter gebruikt;
 >kun je de komma, dubbele punt, vraagteken en punt op de juiste plek zetten;
> kun je woorden aan het eind van een regel correct afbreken.

Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling hoofdletters en leestekens

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
A
Franse kaas
B
franse kaas

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
mevrouw Van het Kaar
B
mevrouw van het kaar
C
mevrouw Van Het Kaar
D
mevrouw van het Kaar

Slide 8 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
De wind komt uit het westen.
B
De wind komt uit het Westen.

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Het katholieke geloof
B
Het Katholieke geloof

Slide 10 - Quizvraag

LEESTEKENS
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- voor een opsomming
- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór maar, omdat, want
PUNT
VRAAGTEKEN
DUBBELE PUNT
KOMMA

Slide 11 - Sleepvraag

In welke zin is de interpunctie correct?
A
Toen hij op de rem trapte, viel hij van zijn fiets.
B
Toen hij op de rem trapte viel hij van zijn fiets.
C
Toen hij, op de rem trapte viel hij, van zijn fiets.
D
Toen hij op de rem trapte viel hij, van zijn fiets.

Slide 12 - Quizvraag

In welke zin staat GEEN interpunctiefout?
A
Wie die tafel opknapt kan er nog een hoop plezier van hebben.
B
De meeste voorbeelden die hij gaf waren niet echt verhelderend.
C
Koos zei tegen Leonard wij hebben geen fouten kunnen ontdekken.
D
Automobilisten die zich niet aan de juiste snelheid houden, worden bekeurd.

Slide 13 - Quizvraag

In welke zin staat GEEN interpunctiefout?
A
Als u snel reageert, kan ik nog wat voor u doen.
B
Wij hebben gele groene en rode paprika's.
C
Wij lezen van alles kranten, tijdschriften en boeken.
D
Wie wil mij even helpen.

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Het kan maar één ding betekenen, iemand heeft ons verraden.
B
Het kan maar één ding betekenen. Iemand heeft ons verraden.
C
Het kan maar één ding betekenen: iemand heeft ons verraden.

Slide 15 - Quizvraag

Wat weet jij van het afbreken van woorden?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Welke regel over hoofdletters, leestekens en/of het afbreken van woorden heb je geleerd?

Slide 20 - Tekstslide