Kalkgesteente (CaCO3) is ontstaan uit kalkhoudende overblijfselen van in de zee levende organismen.
Slide 8 - Tekstslide
Koolstofkringloop BINAS
CO2 staat centraal
Producenten in het groen
Consumenten in het paars/blauw
Reducenten in het bruin
Oranje zijn anorganische bindingen en kunnen dus niet worden afgebroken verder
Volg de pijlen voor de juiste richting
Als de reactie anaeroob verloopt dan staat het er altijd bij
Slide 9 - Tekstslide
Broeikaseffect
Broeikaseffect: CO2 heeft in de atmosfeer een warmte-isolerende werking
Versterkt broeikaseffect:
Het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor meer CO2 in de lucht en daardoor voor het meer dan normaal vasthouden van warmte
Slide 10 - Tekstslide
Versterkt broeikaseffect
Veeteelt,
landbouw
moerasgas
gebruik fossiele brandstoffen
afvalstortplaatsen
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen
Slide 13 - Quizvraag
Aan de basis van de koolstofkringloop staan
A
de reducenten
B
de producenten
C
de consumenten
D
de concurrenten
Slide 14 - Quizvraag
Koolstofkringloop
Koolstof in koolstofdioxide ( in de lucht)
koolstof in glucose
(producenten)
koolstof in plantaardige energierijke stoffen
koolstof in dierlijke energierijke stoffen
(consumenten)
Koofstof in energierijke stoffen
(reducenten)
verbranding
fotosynthese
Verbranding
verbranding
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Tekstslide
de belangrijkste punten
planten nemen stikstof op in de vorm van nitraat of ammonium (NH4)
De meeste stikstof bevindt zich in de lucht N2
Stikstoffixatie is mogelijk door anaerobe bacterien
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat
Slide 19 - Quizvraag
Hoe kan 'N' verdwijnen uit de stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat
Slide 20 - Quizvraag
Stikstof in de atmosfeer
Broeikasgassen N2O en NOx komen vrij bij verbranding fossiel brandstoffen
Bij reactie met water ontstaan zuren --> zure regen
brandnetels en bramen groeien extra goed --> ecosysteem uit evenwicht
Slide 21 - Tekstslide
Stikstofkringloop (Binas tabel 93G)
Aeroob
Anaeroob
Niet te achterhalen met Binas
Denitrificatie
Ammonificatie
Deammonificatie
Bacteriële stikstoffixatie
Fotochemische stikstoffixatie
Stikstofassimilatie
Nitrificatie
Dissimilatie
Slide 22 - Sleepvraag
Wat is de ecologische relatie tussen vlinderbloemigen (gastheerplant) en knolletjesbacteriën?
A
Parasitisme
B
Commensalisme
C
Mutualisme
D
Predatie
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Opdrachten:
Lees basisstof 7.5 en maak de opdrachten
Klaar? Ga kringlopen oefenen op biologiepagina.nl
Slide 25 - Tekstslide
biologiepagina.nl
Slide 26 - Link
biologiepagina.nl
Slide 27 - Link
biologiepagina.nl
Slide 28 - Link
Aan de slag
Ga naar basisstof 7.5 - stikstofkringloop
Teken met behulp van je boek de kringloop.
1. Geef duidelijk aan wat producenten, consumenten en reducenten zijn.
2. Zet bij elke pijl de naam van het proces waar het voor staat (en omschrijf het proces)
Slide 29 - Tekstslide
eutrofiëring en waterbloei
Slide 30 - Tekstslide
EUTROFIERING
Slide 31 - Tekstslide
gevolg --> waterbloei
Slide 32 - Tekstslide
Zijn knolletjesbacteriën producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 33 - Quizvraag
wat past er bij waterbloei?
A
water krijgt blauwe kleur
B
sterke algengroei
C
water krijgt groene kleur
D
veroorzaakt door hoge concentratie fosfaat en nitraat
Slide 34 - Quizvraag
EUTROFIËRING ONTSTAAT DOOR
A
teveel mineralen in het water
B
te weinig mineralen in het water
C
teveel dieren in het water
D
alledrie antwoorden zijn goed
Slide 35 - Quizvraag
Welke kringloop/kringlopen zijn bij eutrofiëring verstoord?
A
Koolstofkringloop
B
Stikstofkringloop
C
Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Slide 36 - Quizvraag
Wat zijn de voornaamste oorzaken van overbemesting?
A
Veeteelt & Eutrofiëring
B
Uitspoeling & Eutrofiëring
C
Veeteelt & Bemesting voor akkerbouw
D
Uitspoeling & Bemesting voor akkerbouw
Slide 37 - Quizvraag
Eutrofiëring in water. Waardoor sterven uiteindelijk de waterdieren zoals vissen
A
Door gebrek aan zonlicht
B
Door gebrek aan zuurstof
C
Door gebrek aan voedsel
D
Door gebrek aan koolstofdioxide
Slide 38 - Quizvraag
Zet de stappen van waterbloei in de juiste volgorde
Overbemesting
Toename mineralen in water
Algenbloei
Zuurstof tekort
Slide 39 - Sleepvraag
Slide 40 - Tekstslide
fosforkringloop
Geen gasvormige fosfor in de lucht, maar stofdeeltjes
Planten nemen fosfaten op (DNA, ATP, fosforlipiden)
Pi bindt zich aan bodemdeeltjes
er is weinig uitspoeling van fosfaat
Om fosfaat op te nemen zijn mycorrhiza nodig
via kunstmest veel fosfaat toevoeging aan het ecosysteem
Het gebruik van fosfaat in wasmiddelen is nu verboden
Slide 41 - Tekstslide
Waarom verdwijnt er fosfor uit de 'kringloop'
A
overbemesting
B
verwering
C
uitspoeling
D
A+B+C
Slide 42 - Quizvraag
Schimmels groeien om plantenwortels heen. De schimmels voorzien de plant van fosforverbindingen (P), terwijl ze koolstofverbindingen (C) terugkrijgen.
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Communisme
Slide 43 - Quizvraag
Marszand bevat fosfor (P) in de vorm van fosfaat, en het bevat stikstof (N) in de vorm van nitraat en ammonium. Een plant gebruikt fosfor en stikstof bij het maken van bepaalde organische stoffen. Twee voorbeelden van organische stoffen die voorkomen in een plant zijn DNA en aminozuren.
Bevat DNA fosfor en/of stikstof? En bevatten aminozuren fosfor en/of stikstof?
A
DNA: alleen fosfor
aminozuren: alleen stikstof
B
DNA: alleen stikstof
aminozuren: alleen fosfor
C
DNA: zowel fosfor als stikstof
Aminozuren: zowel fosfor als stikstof
D
DNA: zowel fosfor als stikstof
Aminozuren: alleen stikstof