1.4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Planning

Leerdoelen

Uitleg

Oefenen

Aan de slag

Herhalen leerdoelen

Volgende les

Leerdoelen

Je weet op welke manier zandbanken, duinen en delta’s worden gevormd.

Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.

Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

De S.O.

Nagegeken

Wanneer cijfers?

Overleggen

Rivieren

Middenloop

Benedenloop

Laagvlakte: Vlak gebied onder 500 meter hoog

Sedimentatie: Proces waarbij korrels blijven liggen

Delta: Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie waar een rivier in zee uitmondt

Zandbanken, stranden en duinen

Door sedimentatie worden zanbanken en stranden steeds groter/hoger dit is (grotendeels) door sedimentatie in water

Duinen groeien door sedimentatie door wind: Zandkorrels waaien tegen de duinen aan

Sedimentgesteente

Samenpersen sediment + tijd = Sedimentgesteente

Voorbeelden: Zandsteen en schalie

Oefenen

Wat: Zoek de eigenschappen bij het juiste deel van de rivier

Hoe: Wordwall

Hulp: Steek je vinger op

Tijd: 5 minuten

Klaar: Begin met de P.O. of de opdrachten van 1.4

Vorige les: Quizizz

Wat: Quizje over 1.4

Hoe: Via quizizz

Hulp: Steek je vinger op

Tijd: 5 minuten

Klaar: Wacht rustig tot iedereen klaar is

Werken aan de P.O.

Wat: Werken aan de P.O.

Hoe: Met jouw tweetal

Hulp: Steek je vinger op

Tijd: X minuten

Klaar: Laat maar zien!

Werken aan de opdrachten

Wat: Werken aan de opdrachten van 1.4

Hoe: Zelfstandig in de online methode

Hulp: Steek je finger op

Tijd: 20 minuten

Klaar: Geen huiswerk!

Herhalen leerdoelen

Je weet op welke manier zandbanken, duinen en delta’s worden gevormd.

Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.

Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

Volgende les

Huiswerk: Maak de opdrachten van 1.4

Start met 1.5