Broeikaseffect

Het broeikaseffect
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het broeikaseffect

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt een voorbeeld noemen van een broeikasgas
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect
  • Je kunt een oorzaak van het versterkte broeikaseffect noemen
  • Je kunt een gevolg van het versterkte broeikaseffect noemen

Slide 2 - Tekstslide

De afstand van de zon tot de buitenste planeet Neptunus bedraagt 4.498.252.900 km.
Het licht doet er iets meer dan 4 uur over om vanuit de Zon daar te komen.
De 2 Voyager-ruimtesondes, gelanceerd in 1977 om de buitenste planeten te bestuderen, deden er meer dan 12 jaar over om daar te komen.
De schijf is spiraalvormig met in het midden een opeenhoping van sterren. Het totale aantal sterren in de Melkweg wordt geschat op meer dan 200 miljard.
Je ziet dat het licht er 100.000 jaar over doet om de Melkweg over te steken.
Naast de Melkweg zijn er nog veel meer sterrenstelsels, heel grote en heel kleine. Er is er een die meer dan 50x zo groot is als de Melkweg.
Ons Melkwegstelsel behoort tot het cluster ‘Lokale Groep’ en bevat meer dan 40 sterrenstelsels.
‘Kijken’ naar een ander sterrenstelsel uit onze Lokale Groep betekent dat je iets ziet zoals het er miljoenen jaren geleden uitzag.
Andere clusters kunnen wel 50 tot 1000 sterrenstelsels bevatten met afmetingen van 5 tot 30 miljoen lichtjaar.
Het houdt niet op, want ook de clusters zitten gegroepeerd in het heelal. Zo’n groep heet een supercluster. Onze Lokale groep behoort tot het supercluster Virgo.
Virgo bevat 100 tot 200 clusters.
Het heelal bevat een netwerk van miljoenen superclusters.
De diameter en omtrek van de Aarde zijn grote afstanden naar Aardse begrippen, maar naar Heelal-begrippen vallen ze in het niet
In het heelal gaat het om afstanden die het licht aflegt in seconden, minuten, uren, dagen of jaren.
De lichtsnelheid in vacuüm is 300.000 km/s ofwel in 1 seconde kan het licht 7,5 keer rond de evenaar.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het middelpunt van het ons planetenstelsel?
A
de zon
B
de maan
C
de aarde
D
mars

Slide 4 - Quizvraag

De zon = belangrijkste energiebron  voor het leven op aarde en de motor voor het weer. 

Slide 5 - Tekstslide

Atmosfeer (dampkring) = relatief dun laagje om onze aarde heen

  • Bestaat uit gassen
  • Door zwaartekracht verdwijnt het niet
    Het weer speelt zich af in de onderste ong. 10km van de atmosfeer
     


Slide 6 - Tekstslide

Uit welke gassen bestaat de atmosfeer?

Slide 7 - Woordweb

Broeikasgassen
De drie belangrijkste broeikasgassen zijn: 
  • waterdamp 
  • koolstofdioxide (CO2)
  • methaan.

Slide 8 - Tekstslide

Stralingsbalans
= hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 

Slide 9 - Tekstslide

Stralingsbalans
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zonder het broeikaseffect zou er geen leven
op aarde mogelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Geef de betekenis van het broeikaseffect?
A
Het verbouwen van planten in kassen.
B
Gaslaag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.
C
Het vasthouden van koude lucht door koolzuurgas.
D
Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn allemaal broeikasgassen?
A
CO2, methaan, waterdamp
B
CO2, waterdamp, zuurstof
C
CO2, zuurstof, H2O
D
Methaan, stikstof, zuurstof

Slide 15 - Quizvraag

Hoe warm zou het zijn als er geen broeikaseffect was?
A
-8 C
B
-18 C
C
2 C
D
-12 C

Slide 16 - Quizvraag

Het versterkte broeikaseffect

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen versterkte broeikaseffect
  1. IJstijden in het verleden
  2. Opwarming in de 21e eeuw
  3. Zeespiegelstijging
  4. Opschuiven klimaatzones
  5. Opschuiven vegetatiezones
  6. Meer weersextremen
  7. Toename aantal hittegolven
  8. Verstoren van ecosystemen

Slide 18 - Tekstslide

Waardoor warmt de aarde nu extra op?
A
Broeikaseffect
B
Versterkt broeikaseffect
C
Global warming
D
Fake news

Slide 19 - Quizvraag

Welk gas is de belangrijkste oorzaak van het versterkte broeikaseffect?
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide (Co2)
D
Waterdamp

Slide 20 - Quizvraag

Waardoor stijgt de zeespiegel?
A
Doordat het meer gaat regenen
B
Doordat koud water uitzet
C
Door het smelten van ijskappen
D
Doordat we meer water in zee lozen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 22 - Sleepvraag

De dunne laag om de aarde heen heet ...
A
het zwaartekrachtsveld
B
de atmosfeer
C
het heelal
D
de troposfeer

Slide 23 - Quizvraag

True or false: Het broeikaseffect is alleen maar slecht voor de planeet
A
true
B
false

Slide 24 - Quizvraag

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
broeikaseffect wordt veroorzaakt door CFK's
B
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
C
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofmonoxide
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 25 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect.

Slide 26 - Open vraag

Het broeikaseffect
Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
Fossiele brandstoffen verbranden -> Toename koolstofdioxide in de dampkring
Er blijft meer warmte hangen op aarde. 


Slide 27 - Tekstslide

Wat is duurzaamheid?

Slide 28 - Woordweb

Duurzaam leven
People gaat over mensen. 
Hoe mensen met de wereld omgaat en of zij gelukkig zijn. 
Profit gaat over winst maken. 
Denk aan de economie, geld en banen.
Planet gaat over onze planeet. 
Denk aan grondstoffen, zuurstof, natuur, energie, water en voedsel.
Duurzaam: 
balans tussen de 3 P's

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Hoe kan het dat Almere bestaat, terwijl het onder de zeespiegel ligt?

Slide 32 - Open vraag

Op welke manier beschermt NL zich tegen water?

Slide 33 - Woordweb

Welke gevolgen kan klimaatverandering voor NL hebben?

Slide 34 - Open vraag

Hoeveel landoppervlakte van Nederland ligt onder de zeespiegel?
A
5%
B
20%
C
40%
D
60%

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Link

Overstroomt jouw huis? Plaats hier een screenshot van de waterhoogte in jouw buurt.

Slide 37 - Open vraag