Drogredenen en logica (les 33)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

een goed argument is juist én geldig
waar
niet waar

Slide 3 - Poll

Welke twee soorten argumenten zijn er?
A
feitelijk en niet-feitelijk
B
onderschikkend en nevenschikkend

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

wat is het verschil tussen inhoudelijke en logische geldigheid?

Slide 9 - Open vraag

Maak de volgende redenering af.
als ik morgen niet betaald krijg,
dan...

Slide 10 - Woordweb

Maak de volgende redenering af.
als..., dan ga ik morgen skydiven.

Slide 11 - Woordweb

Een verzwegen argument is impliciet in de argumentatie aanwezig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verzwegen argument?
Justin Bieber is echt een goede artiest, hij is zo populair bij jonge meiden.
A
Justin Bieber is de beste artiest ter wereld
B
Jonge meiden hebben slechte smaak
C
Een artiest die populair is bij jonge meiden is een goede artiest
D
Justin Bieber is populair bij jonge meiden, dus hij is een goede artiest

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het verzwegen argument?
'Hij zorgt goed voor zichzelf, want hij doucht elke dag.'
A
Als je elke dag doucht, dan zorg je goed voor jezelf.
B
Als je goed voor jezelf zorgt, dan douch je elke dag.
C
Als je niet goed voor jezelf zorgt, dan douch je niet elke dag.
D
Iedereen die elke dag doucht, zorgt goed voor zichzelf.

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk
Maak opdracht 6, 7 en 8 van les 33. Ga voor jezelf na aan het einde van de les of je de leerdoelen hebt bereikt. 

Slide 15 - Tekstslide