In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 9: Een maaltijd bereiden en opdienen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van dit hoofdstuk heb je kennis van:
- Keukengerei en keukenapparatuur
- Ingrediënten meten en weten
- Recepten lezen en omrekenen
- Hoe je een recept moet bereiden
- Hygiëneregels
Slide 2 - Tekstslide
Wat eten we?
In Nederlands eten we meestal 3x per dag, maar door onze multiculturele samenleving verandert ons eetpatroon. De gerechten die we eten zijn meer divers.
Slide 3 - Tekstslide
Kruiden en specerijen
Om je eten lekkerder te maken heb je niet altijd zout nodig. Je kunt veel smaak maken door kruiden en specerijen toe te voegen.
Slide 4 - Tekstslide
Kruiden
Kruiden zijn afkomstig van een groene plant. Deze planten groeien meestal in gematigde klimaten zoals Nederland.
Slide 5 - Tekstslide
Specerijen
Gedroogde delen van een tropische plant die als smaakmaker worden gebruikt, bijvoorbeeld bloemknoppen, meeldraden, zaadjes, bast en wortels (gember, kaneel, kruidnagel)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Keukengerei
Welke soorten zie je hier?
Slide 8 - Tekstslide
Keukenapparatuur
Wat is het?
Slide 9 - Tekstslide
Meten en wegen
Maatbeker voor vloeistoffen
Slide 10 - Tekstslide
Wegen
Als je gaat wegen is het belangrijk om te weten dat:
Slide 11 - Tekstslide
Planning
Als je in de keuken werkt heet de voorbereiding:
Mise en place
Slide 12 - Tekstslide
Hoe ga je te werk?
Slide 13 - Tekstslide
Opdeeltechnieken
De meeste producten die je in de keuken gebruikt moeten kleiner gemaakt worden. Bijvoorbeeld groente en kruiden. Dit noem je ook wel 'opdelen'. Na het opdelen kun je de producten verder bereiden.
Slide 14 - Tekstslide
Snijtechnieken
Brunoise: Snijden in kleine blokjes
Julienne: Snijden in kleine reepjes (ongeveer 5 cm lang)
Chinoise: Snijden in ruitjes van 1 tot 2 cm
Hakken: Het zeer fijn hakken van kruiden of knoflook
Slide 15 - Tekstslide
Bereidingstechnieken
Slide 16 - Tekstslide
Gerechten presenteren
Je eet met je mond, maar je ogen en je neus werken ook mee!
- Kleur (verschillende kleuren op het bord)
- Vormen
- Texturen (hard, zacht, knapperig)
-> Garneren: toevoegen van kleur, smaak en reuk (bijv takje koriander)
Slide 17 - Tekstslide
Tafel dekken (tafeletiquette)
De tafel wordt volgens een bepaalde manier gedekt. Dit noemt men de tafeletiquette.
Een standaard couvert is gedekt met grote vork links, groot mes rechts, grote lepel rechts, servet, toast bordje (side plate) en wijnglas.