Taal en Werk I Herhaling

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Weet je het nog?

Welk telefoonnummer hoor je? Schrijf het op (zonder -)

Goed of fout?

spot the mistake!

zoek de fout!

Heet jij Ahmet? Dat klop!
Correct the word that's incorrect.

IK schrijv jouw naam op. Welk woord is fout?

Hoe heet jou? (unstressed version) Rewrite the word that's incorrect.

Ik kun mijn naam spellen. Welk woord is fout? Schrijf dit op.

Ik woon in een drop. Welk woord is fout? Schrijf dit woord op.

Vul de zin aan met het goede woord.

Wij ... (luisteren) naar muziek.

Waar ... (wonen) die mensen?

Dylan ... (lezen) een boek.

Hoeveel lettergrepen hoor je?

telefoonnummer

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

gemeentehuis

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

vertellen

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

opschrijven

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

geboorteplaats

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

nationaliteit

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

klanken oefenen

Welke klank hoor je?

1. oo
2. ui
3. eu
4. ou

Welke klank hoor je?

1. eu
2. uu
3. ei
4. ie

Welke klank hoor je?

1. au
2. ie
3. oe
4. oo

Welke klank hoor je?

1. oe
2. ie
3. eu
4. oo

Welke klank hoor je?

1. ie
2. ei
3. oe
4. ui

Welke klank hoor je?

1. eu
2. oe
3. ie
4. ui

Welke klank hoor je?

1. ui
2. oe
3. oo
4. ou

ik (luisteren)

Wij (gaan)

Jij (doen)

Bryan (horen)

jij (lezen)

Wij (kijken)

Hij (reizen)

Zij (singular) (zetten)

Ik (eten)

Jij (vragen)