In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.3 Wolken en neerslag
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhaling vorige paragrafen
Instructie 6.3
Oefenen met opgaven
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Je leert:
Hoe bewolking ontstaat
hoe verschillende soorten neerslag ontstaan.
Slide 3 - Tekstslide
Bestaat er een lagere temperatuur dan 0 K?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Bereken de temperatuur in Kelvin als de temperatuur 1880 Celsius is
A
2153
B
1607
C
1880
D
kan niet
Slide 5 - Quizvraag
Bereken de temperatuur in graden Celsius als de temperatuur 200 K is
A
-73 °C
B
473 °C
C
73 °C
D
kan niet
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het koudste ?
A
10 °C
B
-10 °C
C
253 Kelvin
D
400 K
Slide 7 - Quizvraag
Meneer Celsius maakte de voor ons bekende thermometer met hulp van
A
Meneer Fahrenheit
B
ijs
C
zijn lichaamstemperatuur en het koudste wat hij had in zijn laboratorium
D
smeltend ijs in water dat hij 0 graden noemde
Slide 8 - Quizvraag
paragraaf 3
Wolken en neerslag
Slide 9 - Tekstslide
Herhaling
Slide 10 - Tekstslide
Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Stapelwolken ontstaan door warme
lucht die uitzet. Bij het dauwpunt
gaan de lucht condenseren
(vlakke onderkant)
maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.