AOR4-ABR7

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

AOR4-AB7A

Welkom!

Programma

* Herhalen blauwe woorden met dictee

* Huiswerk nakijken

* Samen spreken: opdrachten 106 en 107.

* We oefenen met de praatplaat Alles verandert.

* 3.7 Aan het klussen 

Herhalen woorden

* Dictee van de blauwe woorden op pagina 121/122

Huiswerk

* We kijken het huiswerk na:

- 96, 97, 98, 99, 103 en 104

3.6 Alles verandert

- Opdrachten 106 en 107

Spreek samen over je leven.

- Opdracht 108 is huiswerk.

3.6 Alles verandert

Kijk naar de praatplaat.

Wat deden de mensen vroeger en wat doen de mensen nu?

Opdracht 109 t/m 111.

3.7 Aan het klussen

- Wat is een doe-het-zelf winkel?

- Wat doen de mensen op de foto?

- We luisteren naar een gesprek tussen een medewerker en een klant.

3.7 Aan het klussen

Huiswerk:

Opdracht 108, 118 en 119.

3.5 Grammatica

Voordat: 2 dingen gebeuren na elkaar.

Ik doe mijn huiswerk, voordat ik naar de les ga.

Hoofdzin: ik doe mijn huiswerk.

Bijzin: voordat ik naar de les ga.

3.5 Grammatica

Nadat: 2 dingen gebeuren na elkaar.

Ik ga naar huis, nadat de les is afgelopen.

Hoofdzin: ik ga naar huis.

Bijzin: nadat de les is afgelopen.

De hoofdzin gebeurt na de bijzin.

3.5 Grammatica

Nadat: 2 dingen gebeuren op hetzelfde moment.

Ik kijk televisie, terwijl ik een appel eet.

Ik maak het huiswerk, terwijl mijn moeder kookt.

3.5 Grammatica

Maak de opdrachten 86, 89 en 90.

Maak het werkblad.

Gebruik de woorden: 

omdat, als, voordat en terwijl.

3.5 Afmaken

Huiswerk: opdracht 87

KNM

6.5 t/m 6.7

6.5 en 6.7 met Wordwall

KNM

WW-uitkering:

Voor mensen die 

geen baan

hebben.

KNM

WW-uitkering:

Voor mensen die 

geen baan

hebben.

Blauwe woorden

De agenda

De commissie

De commissie

praat over

de school.

Zich (inzetten) voor

De jongeren

zetten zich

in voor de buurt.

De notulen

In de notulen staat

wat er in de 

vergadering is gezegd.

De rondvraag

De rondvraag is de

laatste vraag van de

vergadering.

Wil iemand nog iets 

zeggen?

Schoonhouden

Hij houdt de 

straat schoon.

Hij ruimt het 
afval op.

Vooraf

Ze koopt

vooraf een

dagkaart

voor de trein.

De voorzitter

De woningcorporatie

Maak opdracht 30, 33, 37, 38 en 39 

Verder met KNM

6.3 en 6.4