Havo 5 Planten Examentraining

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welke gassen hebben planten nodig?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof en koolstofdioxide
D
Geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Waarvoor hebben planten deze gassen nodig?
A
Fotosynthese
B
Verbranding
C
Fotosynthese en verbranding

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer op de dag vindt fotosynthese plaats?
A
In de nacht
B
Bij voldoende licht
C
Altijd

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer op de dag vindt verbranding plaats in planten?
A
In de nacht
B
Bij voldoende licht
C
Altijd

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel moleculen CO2 worden gebruikt bij de vorming van 1 glucose molecuul?

Slide 14 - Open vraag

Waarvan is een O - atoom in een zetmeel molecuul van een wortel van een plant afkomstig?
A
CO2 uit de lucht
B
O2 uit de lucht
C
H2O uit de bodem
D
SO4 uit de bodem

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Als de druk (turgor) in de sluitcellen van de huidmondjes toeneemt, gaan de huidmondjes
A
open
B
dicht

Slide 30 - Quizvraag

Bij droogte gaan de huidmondjes dicht. Dit heeft als nadeel ...
A
dat de plant geen O2 meer kan opnemen
B
dat de plant geen CO2 meer kan opnemen
C
dat er minder H2O naar de bladeren gaat
D
dat de plant uitdroogt

Slide 31 - Quizvraag

Onder invloed van welke krachten worden water en zouten naar de bladeren vervoerd?
A
alleen door de capillaire werking
B
alleen door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
C
door de capillaire werking, door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
D
door geen van deze factoren

Slide 32 - Quizvraag

Via welke vaten stromen organische stoffen vanuit de bladeren naar de stengel en wortels?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
C
Houtvaten en bastvaten
D
Wortelvaten

Slide 33 - Quizvraag

In een bepaald seizoen blijken in de bast van bladverliezende loofbomen organische voedingsstoffen te stromen, die via de houtvaten omhoog worden vervoerd.
In welk seizoen is dit het geval?
A
in het voorjaar
B
in de herfst
C
in de zomer

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Over de vorming van zetmeel in een plant worden de volgende beweringen gedaan, welke is juist?
1 Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
2 De vorming van zetmeel vindt plaats in cellen met bladgroen.
3 Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.
A
Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
B
De vorming van zetmeel vindt alleen plaats in cellen met bladgroen.
C
Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

1) de transportrichting in houtvaten is altijd van beneden naar boven
2)het transport in bastvaten is altijd van boven naar beneden
Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
1 juist 2 onjuist
B
1 juist 2 juist
C
1 onjuist 2 juist
D
1 onjuist 2 onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

op een warme zomerse dag, wordt bij veel planten de fotosynthese geremd tussen 12 en 16u, omdat de volgende factor dan beperkend is...
A
koolstofdioxide
B
pH
C
verlichtingssterkte
D
nitraat

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Het compensatiepunt is de lichtintensiteit waarbij de dissimilatie en de fotosynthese met elkaar in evenwicht zijn. In dit punt (Q) is de CO2-productie........de CO2-opname. Wat staat er op de stippellijn?
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 51 - Quizvraag