Grammatica H1 en H2

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • agenda
  • etui
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • agenda
  • etui

Slide 1 - Tekstslide

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • agenda
  • etui

Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Grammatica H1: Betrekkelijk voornaamwoord
Grammatica H2: Onbepaald voornaamwoord

Aan het eind van de les:
  • kun je betrekkelijke voornaamwoorden (met ingesloten antecedent) herkennen; 
  • kun je onbepaalde voornaamwoorden herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Donderdag 9 november:
  • Grammatica hf. 1: opdr. 1 en 2
  • Grammatica hf. 2: opdr. 1

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Vrijdag 10 november:
  • Grammatica hf. 1: opdr. 1 en 2
  • Grammatica hf. 2: opdr. 1

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet je al?
Welk woord/ welke woorden kun je invullen op de stippellijn?
  • De eerste prijs was voor ..... die schtterde in de film Endless.
  • Jimmie vertelt graag .....die eigenlijk niemand geloof.
  • Gisteren downloadde Derk ..... dat inmiddels heel populair is. 

Slide 7 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
Een betrekkelijk voornaamwoord wijst terug naar een woord dat eerder genoemd is, het antecedent

die, dat, wie, wat

  • De reis die ik met vrienden maakte, was heel avontuurlijk.
  • De docent van wie wij wiskunde krijgen, is onlangs afgestudeerd.



Slide 8 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
Een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
  • soms kun je wie en wat vervangen dor degene die of datgene wat
  • er staat dan geen antecedent in de zin. 

Wie (= degene die) nooit lacht, heeft weinig plezier in zijn leven.



Slide 9 - Tekstslide

Hoe gebruik je het betrekkelijk voornaamwoord?
die > de-woorden
dat > het-woorden 

wat
  • overtreffende trap
  • woorden als enige, alles, iets, niets, veel
  • een hele zin 

voorzetsel + wie > naar een persoon (aan wie, over wie)

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga zelfstandig aan de slag:
  • Grammatica hf. 1: opdr. 1 en 2


timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Onbepaald voornaamwoord
Een onbepaald voornaamwoord duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt.

iemand, niemand, iedereen, men, je, menigeen, het, iets, zoiets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e)

Gisteren vertelde iemand mij iets, wat niemand mag weten.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga zelfstandig aan de slag:
  • Grammatica hf. 1: opdr. 1 en 2
  • Grammatica hf. 2: opdr. 1

Klaar? 
  • Lezen in je leesboek
  • Maak een samenvatting van de theorie
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk H3E
Donderdag 9 november:
  • Grammatica hf. 1: opdr. 1 en 2
  • Grammatica hf. 2: opdr. 1

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk H3F
Vrijdag 10 november:
  • Grammatica hf. 1: opdr. 1 en 2
  • Grammatica hf. 2: opdr. 1

Slide 15 - Tekstslide