- Hoofdzin + hoofdzin: je zet een punt tussen de twee zinnen.
Tijdens de vakantie heeft Monique veel uitgeslapen. Ze hoefde haar wekker niet te zetten.
- Hoofdzin + bijzin: zet een komma of gebruik een voegwoord.
Tijdens de vakantie heeft Monique veel uitgeslapen
, omdat ze haar wekker niet hoefde te zetten.