T1B3

Thema 1 Verbranding
B3 - Ademhalen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Verbranding
B3 - Ademhalen

Slide 1 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.
Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 3 - Tekstslide

Longblaasjes
In de longblaasjes zit lucht en in de longhaarvaten zit bloed.

De wand van de longblaasjes is erg dun. Ook de wand van de bloedvaatjes is erg dun.
-> zuurstof en koolstofdioxide kunnen gemakkelijk door deze wanden heen.

Slide 4 - Tekstslide

Longblaasjes
Zuurstof uit de lucht wordt door de wanden heen opgenomen in het bloed.

Koolstofdioxide uit het bloed wordt door de wanden heen afgegeven aan de lucht.

Dit noem je gaswisseling.

Slide 5 - Tekstslide

Gaswisseling:

Slide 6 - Tekstslide

Ademhalingsspieren
Bij de ademhaling gebruik je de ademhalingsspieren
  • middenrif
  • buikspieren
  • tussenribspieren 
  • spieren bij het sleutelbeen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Borstademhaling
ribben en borstbeen bewegen
  • inademen: tussenribspieren spannen aan, ribben en borstbeen bewegen omhoog, longen worden groter
  • uitademen: tussenribspieren ontspannen, ribben en borstbeen bewegen omlaag, longen worden kleiner

Slide 9 - Tekstslide

Buikademhaling
middenrif en buikwand bewegen
  • inademen: middenrif trekt samen en beweegt omlaag, borstholte wordt groter, longen worden groter
  • uitademen: middenrif ontspant en beweegt omhoog, borstholte en longen worden kleiner

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Maken 1.3 opdracht 1 t/m 3 + 5 t/m 7 (blz.28)

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kent de verschillende organen van het ademhalingsstelsel 

Slide 12 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte

Slide 15 - Tekstslide

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strotklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strotklepje: sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

Luchtpijp
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.

Slide 19 - Tekstslide

Bronchiën 
De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de bronchiën

Ze vertakken zich in steeds kleinere buisjes en eindigen in longblaasjes

Ook de wanden van de bronchiën 
en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten
Maken 1.3 opdracht 4 t/m 10 (blz. 23)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video