Herhaling hoofdstuk 1 deel 1

Kennen en Kunnen
  • Kunnen beschrijven wat stofeigenschappen zijn
  • Voorbeelden kunnen geven van verschillende stofeigenschappen
  • Herkennen en benoemen van verschillende gevarensymbolen
  • Benoemen van de fasen en faseveranderingen
  • Kunnen beschrijven wat een mengsel en een zuivere stof is
  • Kunnen beschrijven welke verschillende mengsels er zijn
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Kennen en Kunnen
  • Kunnen beschrijven wat stofeigenschappen zijn
  • Voorbeelden kunnen geven van verschillende stofeigenschappen
  • Herkennen en benoemen van verschillende gevarensymbolen
  • Benoemen van de fasen en faseveranderingen
  • Kunnen beschrijven wat een mengsel en een zuivere stof is
  • Kunnen beschrijven welke verschillende mengsels er zijn

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige lessen besproken?

Slide 2 - Woordweb

Tweede klas stof

Elke stof bestaat uit moleculen (hele kleine deeltjes).

Ieder stof heeft drie mogelijkheden als fase. Dit zijn:

  • Vaste stof (de moleculen zitten op één plaats en bewegen een beetje)
  • Vloeistof (de moleculen bewegen langzaam door elkaar heen)
  • Gas (de moleculen bewegen zeer snel door de ruimte)

Slide 3 - Tekstslide

Een zuivere stof

Een zuivere stof is een stof die uit één stof bestaat.

Alle moleculen zijn hetzelfde

Een zuivere stof heeft een kookpunt en een smeltpunt (de temperatuur waarbij een stof gaat koken en smelten)

Tijdens het koken of het smelten blijft de temperatuur gelijk.

Slide 4 - Tekstslide

Een mengsel

Een mengsel is een stof die uit meerdere stoffen bestaat.

Er zijn verschillende soorten moleculen aanwezig

Een mengsel heeft een kooktraject en een smelttraject. Tijdens het koken en het smelten verloopt de temperatuur een beetje (hij gaat omhoog). 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is de fase van water bij kamertemperatuur
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
kun je niet weten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de fase van water als het vriest
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
kun je niet weten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de faseovergang tussen een vaste stof en een vloeistof
A
smelten
B
stollen
C
rijpen
D
vervluchtigen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de faseovergang tussen een vloeistof en een vaste stof
A
smelten
B
stollen
C
rijpen
D
vervluchtigen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de faseovergang tussen een vloeistof en een gas
A
smelten
B
verdampen
C
rijpen
D
vervluchtigen

Slide 11 - Quizvraag

Een zuivers stof bestaat uit
A
één soort moleculen
B
meerdere soorten moleculen
C
niet uit moleculen

Slide 12 - Quizvraag

Een mengsel bestaat uit
A
één soort moleculen
B
meerdere soorten moleculen
C
niet uit moleculen

Slide 13 - Quizvraag

Stofeigenschappen

Stofeigenschappen zijn de kenmerken van een stof waar je de stof aan herkent.

Vul stofeigenschappen op de volgende dia.

Slide 14 - Tekstslide

timer
2:00
Stofeigenschappen

Slide 15 - Woordweb

Stofeigenschappen

De volgende stofeigenschappen moet je kennen:

  • fase (bij kamertemperatuur)
  • geur, kleur en smaak
  • oplosbaar in water
  • kookpunt en smeltpunt (kun je uit een tabel halen)
  • stroomgeleiding en warmte geleiding
  • magnetisch

Slide 16 - Tekstslide

timer
1:00
Welke verschillende soorten mengsels ken je

Slide 17 - Woordweb

Verschillende soorten mengsel.

Oplossing

Een vloeibaar helder mengsel.

Bestaat uit een oplosmiddel (meestal water) en stoffen die er in zitten.

Denk aan kraanwater, zoutwater, thee, frisdrank,...

Slide 18 - Tekstslide

Verschillende soorten mengsel.

Suspensie

Een mengsel dat bestaat uit een vloeistof en een vaste stof.

Het mengsel is troebel.

Je kunt er niet doorheen kijken en je kunt de vaste stof zien.

Denk aan verf, modder, jus dórange, ...

Slide 19 - Tekstslide

Verschillende soorten mengsel.

Emulsie

Een mengsel dat bestaat uit een vloeistof en een andere vloeistof.

Het mengsel is troebel.

Je kunt er niet doorheen kijken.

Denk aan mayonaise, melk, ...

Schuim

Een mengsel dat bestaat uit een vloeistof en een gas.

Slide 20 - Tekstslide

Suiker en water kunnen goed mengen. Het suiker verdwijnt in het water. Je spreekt dan van een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
schuim

Slide 21 - Quizvraag

Als je zeewater net uit de zee schept heb je een troebel mengsel van onder andere zout, zand plantendeeltjes en water.
Dit zeewater is een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
zuivere stof

Slide 22 - Quizvraag

Als je het zeewater laat staan zinkt de vaste stof naar de bodem. Daarboven houdt je een gelige heldere vloeistof over. Deze gelige heldere vloeistof is een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
zuivere stof

Slide 23 - Quizvraag

Kennen en Kunnen
  • Maak zelf je kennen en kunnen lijst van deze les en voeg deze toe achter in je schrift.
  • Bespreek deze Kennen en Kunnen lijst met je buur.
  • Laat je Kennen en  Kunnen lijst zien aan de docent. 
timer
2:00

Slide 24 - Tekstslide