Chapitre 5 - (D) de ontkenning

Planning du jour
Focusleren
Grammaire (de ontkenning - Lesson Up)
Au travail
Français en classe
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning du jour
Focusleren
Grammaire (de ontkenning - Lesson Up)
Au travail
Français en classe

Slide 1 - Tekstslide

Focusleren
Chapitre 5 
Zie Magister.

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Français en classe
timer
5:00
39
1. Qu'est ce qu'il / elle a ?
- Il / elle a ...... 

2. Tu es en bonne santé ? 
- Oui, je ne suis jamais malade. 
- Non, je ne fais pas de sport.

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
De ontkenning

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Regarde dans ton livre.
Zijn er nog meer manieren om de ontkenning te maken? Zo ja, welke?

Slide 6 - Open vraag

- Hoe maak je de zin
1. "Je mange bien."
2. "J'aime les fruits. ontkennend?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

Welke zinnen zijn correct ontkennend?

Kruis 1 aan. (meerdere mogelijk)
A
Je ne suis malade.
B
Je ne suis pas malade.
C
Je ne suis jamais malade.
D
Je suis malade jamais.

Slide 8 - Quizvraag

Welke zinnen zijn correct ontkennend?

Kruis 1 aan. (meerdere mogelijk)
A
Tu es en bonne santé.
B
Tu n'es en bonne santé.
C
Tu n'es plus en bonne santé.
D
Tu n'es pas en bonne santé.

Slide 9 - Quizvraag

Welke zinnen zijn correct ontkennend?

Kruis 1 aan. (meerdere mogelijk)
A
Il n'est plus malade.
B
Il n'est pas malade.
C
Il n'est jamais malade.
D
Il n'est pas encore malade.

Slide 10 - Quizvraag

Zet de zin in de goede zinsvolgorde.
timer
1:00
1
2
3
4
5
Je
ne
peux
plus
manger

Slide 11 - Sleepvraag

Zet de zin in de goede zinsvolgorde.
Let op! Er blijft 1 woord over. 
timer
1:00
1
2
3
4
5
6
Vous
ne
voulez
jamais
voir
veulent
le docteur ?

Slide 12 - Sleepvraag

Beantwoord de vraag in het Frans.
- Tu es en bonne santé ?
- Qu'est ce que tu manges comme petit-déjeuner ?
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Kies de juiste ontkenning.

1. Il .... visite .... le docteur. (nooit)
A
ne/n' .. jamais
B
ne/n' .. plus
C
ne/n' .. pas
D
ne/n'.. pas encore

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste ontkenning.

2. Elsa .... aime .... les medicaments. (niet)
A
ne/n' .. jamais
B
ne/n' .. plus
C
ne/n' .. pas
D
ne/n' .. pas encore

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste ontkenning.

3. On .... va .... au lit. (nog niet)
A
ne/n' .. jamais
B
ne/n' .. plus
C
ne/n' .. pas
D
ne/n' .. pas encore

Slide 16 - Quizvraag

Au travail
(Page: 22-23) 16b. Lees de grammatica.
16c. Onderstreep de persoonsvorm in de zin. Maak daarna de zin ontkennend (bekijk het voorbeeld). 
17a. Kruis de ontkennende zinnen aan.
17b. Lees de grammatica.
17c. Maak de zinnen ontkennend. Let op zinsvolgorde.
17d. Zet de woorden in de goede volgorde.
Klaar? Quizlet > de ontkenning + vouloir/pouvoir

Slide 17 - Tekstslide