Woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 2

Woordsoorten + pv vt

Taalverzorging hoofdstuk 2

Leerdoelen

- In deze les weet ik hoe ik de persoonsvorm in de verleden tijd schrijf.

- In deze les leer ik verschillende leerdoelen kennen.

- In deze les kan ik woordsoorten vinden in de zin.

Persoonsvorm verleden tijd

- iets is al gebeurd

1. Is het sterk of zwak?
2. Bij zwak gebruik 't ex kofschip
3. Bij sterk, de klank verandert, zo kort mogelijk

Werkwoord

- doet / gebeurt

- verschillende vormen

lopen, loop, loopt, liep, gelopen, lopend....

Ik wil vandaag drie boeken kopen.

Lidwoord

- de, het, een 

Lekker makkelijk!

De volgende dag at ik een broodje, in plaats van een bakje yoghurt.

Zelfstandig naamwoord

- mens, dier, ding

- eigen naam

(je kan er een lidwoord of een bijvoeglijk naamwoord voorzetten)

In Utrecht is het erg druk.

In de auto zit Tygo te wachten.

In september is het nog niet zo koud.

Bijvoeglijk naamwoord

- zegt iets over het zelfstandig naamwoord

- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (houten, zilveren)

De rode auto rijdt snelle rondjes over de racebaan.

Voorzetsel

- tijd/plaats

- de kast / de vakantie

Aan de slag!

bladzijde 56 opdr 1 t/m 5

Op het bureau liggen mijn boeken.