Les op locatie 25 nov 2020

• Spaans
• HBO
• Studiejaar 1

Programa

¡A practicar!

- Partes del cuerpo

- Cita con el doctor

- El imperfecto

Las partes del cuerpo

Ga naar pagina 28 (TB) en kijk naar de woordenschat van de lichaamsdelen. Lees de woorden hard op en zorg dat je de juiste vertaling in het Nederlands goed hebt. Oefen met de uitspraak een paar minuten. Doe daarna je boek dicht. We gaan "Simon says" spelen. Bepaal in de groep wie de rol van Simon gaat spelen. 

Simon zegt in het Spaans:  Tócate la oreja ( Raak je oor aan). Iedereen doet wat Simon zegt en  iedereen raakt zijn/haar oor aan. Heb je het juiste lichaamsdeel aangeraakt             ?  

oefen totdat je alle lichaamsdelen goed kent

la rodilla

la mano

los pies

el dedo

el pecho

el brazo

la cabeza

la espalda

la pierna

el cuello

la barriga

Bij de dokter/ Una consulta con el doctor

Situaciones:

Probeer de volgende situatie in het Spaans aan je dokter te vertellen. Je mag met z'n allen brainstormen:

Dokter, ik voel mij niet zo goed. Ik heb keelpijn en moet een beetje hoesten. Gisteren ben ik naar een concert geweest en ik heb te veel gezongen en gedronken. Ik heb iets nodig tegen de pijn. Wat kunt u mij geven?

mogelijk antwoord

Doctor, no me siento muy bien.  Me duele la garganta/Tengo dolor de garganta y un poco de tos. Ayer fui a un concierto y canté y bebí demasiado. Necesito algo para el dolor. ¿Qué me puede dar/ qué me recomienda?

Aan de telefoon met de praktijkassistente

Goedemorgen, Ik wil graag een afspraak maken met de dokter. Sinds vorige week heb ik heel veel pijn aan mijn knieën. Volgens mij heb ik te veel gesport. Ik heb al paracetamol ingenomen maar de pijn gaat niet weg. 

mogelijk antwoord

Buenos días, me gustaría hacer una cita con el médico. Desde la semana pasada tengo mucho dolor en las rodillas. Creo que he hecho demasiado deporte. Ya he tomado paracetamol pero el dolor no desaparece/se va.

Zo zag ik eruit toen ik.....oud was

En esta foto tenía 29 años. En ese tiempo  llevaba el pelo largo y liso. Era delgada y mi piel era más morena que ahora. Ahora no recibo mucho sol :-). A mis 29 años siempre llevaba vaqueros azules y muchas veces una camiseta de una banda de música. Escuchaba música pop-rock y punk. Antes era una mujer un poco tímida e introvertida. Ahora no soy tímida y soy más abierta. En esta foto estaba en el jardín de mi casa en Nicaragua. 

¿Y tú cómo eras? 

Opdracht: Zo zag ik eruit toen ik.....oud was

Oefenen met imperfecto

Je hebt een foto van jezelf naar de les meegenomen. Vertel aan je medestudent hoe je eruit zag toen je ....oud was.

Volgorde van je verhaal:

- Leeftijd

- Plaats/locatie: Waar was je toen op de foto?

- Uiterlijk beschrijven

- Karaktereigenschappen beschrijven

- Voeg extra informatie toe van toen 

 

El programa favorito de la infancia de Luisa

Lees het verhaal goed door. Maak daarna de opdracht  van de volgende dia.

Cuando era niña miraba mucho la tele. Mi programa favorito se llamaba "los felinos cósmicos"(thundercats). Sus personajes principales se llamaban, León-O, Pantro, Tigro y Cheetara. Eran unos felinos con superpoderes que luchaban contra el mal, contra la momia Mumm-Ra. Era un programa de acción con un poco de humor. Me gustaba mucho verlo con mis hermanas. Después de ver el programa mis hermanas y yo jugabamos juntas y pretendíamos ser los felinos.

https://www.youtube.com/watch?v=5MFO_q2SUWo

Benieuwd naar het programma, kijk naar de trailer

Opdracht: Mi programa favorito de la infancia

Oefenen met imperfecto

Je hebt zeker een favoriet tv-programma in je kindertijd gehad. Geef zoveel informatie over dit programma aan je medestudent. Gebruik de imperfecto. Vertel:

- Hoe het programma heette

- Wie de personages waren/ wie de hoofdrol speelde

-  Waar het verhaal over ging

 Zoek  daarna een filmpje van dat programma: trailer of het begin van een aflevering.  Deel dat filmpje met je medestudenten en haal leuke herinneringen op

Opdracht: Cuando eras pequeño y ahora...Vertel aan je medestudent over je kindertijd en hoe anders het nu is. Gebruik de imperfecto + presente (tt)

¿Cuál era tu comida favorita?

¿Cómo era tu colegio?

¿Quién era tu mejor amigo?

¿Qué deportes practicabas?

¿Qué hacías por las tardes ?

¿Tenías mascota?

¿Qué música escuchabas?

Probeer volledige zinnen te maken: Ejemplo:

Mi comida favorita era la pasta y ahora mi comida favorita es la comida china

Schrijf nu de antwoorden van de vorige opdracht op: ¿Cuál era tu comida favorita?

¿Cómo era tu colegio?

¿Quien era tu mejor amigo/a?

¿Tenías mascota?

¿Qué deportes practicabas?

¿Qué música escuchabas?

¿Qué hacías por las tardes?