In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Module 8 Professionele ontwikkeling
8.4 Ontwikkeling
van het beroep.
Slide 1 - Tekstslide
4. Ontwikkeling van het beroep
Leerdoelen:
Je kunt toelichten hoe je opkomt voor jezelf, een standpunt inneemt en je mening geeft over je beroepsuitoefening
Je kunt benoemen hoe je argumenten gebruikt in verschillende discussies over de beroepsuitoefening
Je kunt beschrijven hoe je een ethisch dilemma bespreekt met collega's
Je kunt uitleggen welke betekenis beroepsverenigingen, - organisaties en relevante vakbonden kunnen hebben bij beleidsontwikkeling
Slide 2 - Tekstslide
Aspecten van belang bij meningsvorming en standpuntbepaling
Vind niets vanzelfsprekend
kies verschillende invalshoeken
geef je mening
Slide 3 - Tekstslide
Vind niets vanzelfsprekend
Blijf jezelf vragen stellen; niet routinematig gaan werken
Kritisch zijn betekend dat je belangstelling hebt voor wat er in je werk en in je vakgebied speelt
Slide 4 - Tekstslide
Kies verschillende invalshoeken
Probeer een situatie of probleem altijd van verschillende kanten te bekijken (ook de meningen van anderen hierin meenemen) dat helpt je tot een afgewogen oordeel te komen.
Slide 5 - Tekstslide
Geef je mening
Als de ander niet weet wat je mening of standpunt is kun je ook niets gedaan krijgen.
Uitdrukkingen die je kunt gebruiken om je mening te geven:
het staat vast dat....
ik ben van mening dat....
het lijkt me dat.....
misschien is het zo dat......
Slide 6 - Tekstslide
Argumenten gebruiken
Standpunt kun je verhelderen en onderbouwen met argumenten:
zakelijke argumenten
emotionele argumenten
morele argumenten
Slide 7 - Tekstslide
Zakelijke argumenten
Een zakelijk argument gebruik je om anderen met je kennis van zaken te overtuigen.
Je zakelijk argument moet gebaseerd zijn op betrouwbare informatie
Slide 8 - Tekstslide
Emotionele argumenten
Emotionele argumenten gaan over gevoelens niet over feiten.
het is wel belangrijk dat er ruimte is voor emoties en dat anderen serieus ingaan op de gevoelens die iemand in een bepaalde situatie heeft.
Slide 9 - Tekstslide
Morele argumenten
Een moreel argument gaat over de vraag of je iets goed os verkeerd vindt. Gaat over je geweten over waarden en normen.
Slide 10 - Tekstslide
Discussie
Er is sprake van een discussie als er in een overleg verschillende standpunten naar voren komen.
Er zijn 3 soorten discussies:
discussies over feiten
discussies over organisatie en beleid
discussies over waarden en normen
Slide 11 - Tekstslide
Discussies over feiten
'Welles-nietes' discussies: is iets waar of niet?
Dit soort discussies duren meestal niet snel, oplossing is snel gevonden als je de benodigde informatie opzoekt of navraagt
Slide 12 - Tekstslide
Discussies over organisatie en beleid
Bij discussies over organisatie en beleid gaat het vooral om de vraag hoe je iets aanpakt.
Aanleidingen:
Voorbereidingen van beleid
Kritiek op bestaande situatie
Bedreiging bestaande situatie
Slide 13 - Tekstslide
Discussies over waarden en normen
Waarden gaan over wat voor mensen belangrijk en waardevol is
normen zijn regels voor gedrag.
"gezond gedrag moet je belonen"
"mensen zijn vrij om de invulling van hun leven en sterven te bepalen"
Slide 14 - Tekstslide
Ethiek
Ethiek gaat over hoe je behoort te handelen, over hoe mensen met elkaar behoren om te gaan.
Ethiek is de studie van het moraal
Ethische vragen zijn vragen waarin je zorgvuldig een afweging moet maken, zijn niet eenvoudig te beantwoorden
Slide 15 - Tekstslide
Ethische dilemma's
Ethisch dilemma= als er meerdere keuzes mogelijk zijn en dat alle keuzes wenselijke en onwenselijke gevolgen kunnen hebben.
Hoe moet je menswaardig gezien handelen?
Slide 16 - Tekstslide
Belangen verpleegkundigen
Er zijn verschillende organisaties die zich inzetten voor de belangen van verpleegkundigen:
Beroepsvereniging verpleegkundigen & verzorgenden Nederland (V&VN)
Beroepsorganisatie voor verpleegkundigen en verzorgende NU '91
Vakbonden FNV en CNV zorg en Welzijn
Slide 17 - Tekstslide
V&VN
Beroepsvereniging van en voor verpleegkundigen en verzorgenden gericht op beroepsinhoudelijke kant van het werk.
Slide 18 - Tekstslide
NU'91
Staat voor verbetering van bijvoorbeeld het salaris en andere CAO besprekingen
Je kunt er terecht bij juridische of andere arbeidsvoorwaardelijke vragen.
Slide 19 - Tekstslide
Vakbonden
Vakbonden zijn verenigingen van werknemers die in dezelfde bedrijfstak werkzaam zijn.
Voor gezondheidzorg zijn dat: FNV zorg en welzijn en CNV zorg en welzijn.
Slide 20 - Tekstslide
Taken vakbonden
Komen op voor de belangen van alle werknemers in de gezondheidszorg d.m.v.:
CAO's voor zorgsector af te sluiten
zeggenschap via leden in OR en besturen van instellingen
geven van advies en juridische bijstand
scholing en informatievoorziening voor leden
Slide 21 - Tekstslide
Herhaling
Slide 22 - Tekstslide
Om je mening te vormen en je standpunt te bepalen, moet je kennis up to date zijn
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Je kunt je mening het beste beginnen met: "ik ben ervan overtuigd dat...."
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Als je langere tijd werkt als verpleegkundige is het belangrijk dat je steeds routinematiger gaat werken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Je kunt alleen maar discussiëren over feiten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Een taak van CNV Zorg & Welzijn is geven van juridische bijstand