Economisch bekeken - H3.1. Waarom sparen? (B)

3.1. Waarom sparen? (B)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.1. Waarom sparen? (B)

Slide 1 - Tekstslide

OPDRACHT
Jullie krijgen allemaal €500 om te verdelen over deze vijf spaarpotten: 
  1. Een nieuwe fiets (€ 300,-)
  2. Kleding (€ 50,-)
  3. Abonnement bioscoop (€ 25,-)
  4. Een nieuwe game (€ 60,-)
  5. Geld op spaarrekening met 2% rente
  6. Geld reserveren voor onvoorziene kosten

Hoe zou jij het verdelen? Bedenk goed waar je het meeste geld voor wilt sparen!
timer
3:00
SPAARCHALLENGE

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • aangeven dat er verschillende doelen zijn om te sparen.
  • uitleggen waardoor de rente kan verschillen.
  • uitleggen wat het begrip koopkracht betekent.
  • uitleggen wat de looptijd betekent bij depositosparen.
Wat gaan we leren?

Slide 3 - Tekstslide

  • Sparen is het verschuiven van
     bestaande koopkracht naar de
     toekomst.
  • In andere woorden: Je stelt je
     aankoop uit naar de toekomst.
Sparen

Slide 4 - Tekstslide

Er zijn drie spaarmotieven (reden om te sparen):
  • Sparen voor een grote uitgave (doel)
  • Sparen voor een onverwachte 
      uitgave (uit voorzorg)
  • Sparen voor de rente
Spaarmotieven

Slide 5 - Tekstslide

  • Rente is een beloning voor het sparen. 

De hoogte van de beloning (rente) is afhankelijk van:
  • het rentepercentage.
  • de hoogte van het spaarbedrag.
  • hoelang je al geld hebt staan op je spaarrekening.
Wat levert sparen op?

Slide 6 - Tekstslide

Welke kies jij?
EasyFlex Spaarrekening
Rente: 0,5% per jaar
Looptijd: Geen vaste looptijd, je kunt het geld op elk moment opnemen.
Voorwaarden: Geen minimale inleg, maar je kunt elk moment bij je geld.
Vast en Zeker deposito
Rente: 2,0% per jaar
Looptijd: 3 jaar
Voorwaarden: Minimale inleg van €500, je kunt het geld niet opnemen tijdens de looptijd zonder boete.
 GroeiPlus Jongerenrekening
Rente: 1,5% per jaar
Looptijd: Geen vaste looptijd, maar je moet minimaal €100 per maand sparen.
Voorwaarden: Alleen beschikbaar voor jongeren onder de 21 jaar. Als je stopt met sparen voor een maand, vervalt de rente voor die maand.
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide



Spaarrekening
  • Geen vast rentepercentage
  • Geen vaste looptijd
  • Opnemen en storten is
      altijd mogelijk


Spaardeposito
  • Vast rentepercentage
  • Vaste looptijd
  • Opnemen en storten tijdens
     de looptijd niet mogelijk        
Spaarvormen
Flexibel!
Je kan altijd bij je geld!
Niet flexibel!
Je kan pas bij je geld na de looptijd!

Slide 8 - Tekstslide

  • Voorbeeld: Melissa heeft € 1 800 op een
     spaarrekening staan. De bank geeft 2,5% rente.
     Bereken de rente na 1 jaar.
  • Stap 1: 1800 : 100 = € 18 (1%)
  • Stap 2: € 18 x 2,5 = € 45
  • De rente na 1 jaar is € 45

Rente berekenen
%
100
1
2,5
1800
180
45

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

  • Koopkracht betekent
     hoeveel je kan kopen van je
     geld.
Koopkracht

Slide 12 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 13 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Maak de opgaven 1 t/m 15 op bladzijde 60 en 61 van
     werkboek 3A!
  • Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn
     opgave 16 t/m 30 op bladzijde 61 en 62.
  • Klaar? Dan kun je nakijken en heb je geen huiswerk.





timer
10:00
Rood = Zelfstandig en stil werken. 
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten

Slide 14 - Tekstslide

WELK SPAARMOTIEF HOORT ERBIJ?
  1. Jasmijn wil over twee jaar een scooter kopen.
  2. Kevin zet elke maand wat geld apart voor het geval zijn laptop kapotgaat.
  3. Fatima wil genoeg geld hebben om later een huis te kopen en zet nu elke maand een deel van haar salaris opzij.
  4. Jeroen wil volgend jaar op vakantie naar Spanje en legt daarvoor elke maand wat geld opzij.
  5. Lara spaart elke maand een deel van haar inkomen zodat ze later een goed pensioen heeft.
  6. Sander spaart omdat hij bang is dat hij zijn baan kwijtraakt en dan geld nodig heeft om een tijdje zonder inkomen te overleven.
  7. Esther legt elke maand geld opzij voor als er onverwachte rekeningen komen, zoals reparaties aan haar auto.
  8. Brian spaart om over vijf jaar te kunnen beginnen met een eigen bedrijf.
  9. Hajar heeft geen specifiek doel, maar ze zet elke maand geld opzij om op de lange termijn meer geld te hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m 30 van hoofdstuk 2.1
      Waarom sparen? op bladzijde 60 t/m 62.

Huiswerk

Slide 16 - Tekstslide

Bedankt en fijne dag!

Slide 17 - Tekstslide