Cap2 les 5

¿Qué vamos a hacer hoy?
¿Cuándo lo vamos a hacer?
¿Cómo lo vamos a hacer?
¿Dónde lo vamos a hacer?
¿Por qué lo vamos a hacer?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

¿Qué vamos a hacer hoy?
¿Cuándo lo vamos a hacer?
¿Cómo lo vamos a hacer?
¿Dónde lo vamos a hacer?
¿Por qué lo vamos a hacer?

Slide 1 - Tekstslide

Programa
1. ¡escuchamos canciones!
2. controlar + corregir deberes
3. frases clave 
4. ¡hablamos español! - diálogo
5. deberes

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Hoe vervoeg je dan de volgende -AR werkwoorden (schrijf op in je schrift):

- bailar
- buscar 
- quedar

En, wat betekenen deze hele werkwoorden?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video


Hoe vervoeg je dan de volgende -ER en -IR werkwoorden 
(schrijf op in je schrift):

-aprender
- leer
- abrir
- escribir

Wat betekenen deze hele werkwoorden?

Slide 7 - Tekstslide

Controlamos + corregimos los deberes



ejercicio 24b
ejercicio 25bc

Slide 8 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden 
Wil je nog oefenen met -AR-ER -IR werkwoorden?

  1. Verbos -ar oefenen: klik hier
  2. Verbos -er oefenen: klik hier
  3. Verbos -ir oefenen: klik hier


Slide 9 - Tekstslide

Escucha el fragmento y anota en tu cuaderno, en Español:
1. ¿Qué palabras escuchas?
2. ¿De qué se trata el dialogo?
3. Intenta escribir todo lo que 
escuchas en frases completas (en Español)
*se trata = gaat over

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vertaal nu de volgende zinnen: 

Para preguntar:

1. Goedenavond, hoe gaat het met u?
2. Wie is hij?
3. Wat willen zij?
4. Hoeveel wilt u?



Para contestar:
1. Goedenmiddag, het gaat goed. Dank je/u.
2. Dat is mijn buurvrouw, Josefina
3. 6 kilo sinaasappels, alstublieft.
4. Hij/zij wil 3 kilo.


¿Klaar? Begin aan de dialoog van opdracht 28d (en la página 50)

Slide 12 - Tekstslide

Diálogo 28 d + e => en parejas
Stappen (pasos):
1 . maak eerst opdracht  28c of verzin zelf twee producten
2. schrijf de dialoog van 28d helemaal uit in je schrift
3. oefen met het hardop spreken van de dialoog, check of je alle zinnen correct hebt vertaald (kijk naar frases clave - bron J libro de texto)
4. zorg dat je beide dialogen uit je hoofd kent
5. neem de dialoog 2 x op met je telefoon (1 keer ben je persoon A, de andere keer ben je persoon B) op en upload deze op GC 'diálogo - ¿que vamos a comprar en el supermercado?'

Slide 13 - Tekstslide

Deberes
22, 23, 26

Slide 14 - Tekstslide