Kunst en leven examenthema

Thema CSE tehatex 
2024 
‘Kunst en leven’ 
Inleiding ‘Kunst en leven’
Kunstenaars en de kunstmarkt 
 

1 / 152
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 152 slides, met tekstslides en 20 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema CSE tehatex 
2024 
‘Kunst en leven’ 
Inleiding ‘Kunst en leven’
Kunstenaars en de kunstmarkt 
 

Slide 1 - Tekstslide

Syllabus centraal examen 2024
Beeldende vakken HAVO/VWO

Slide 2 - Tekstslide

Centraal examen
Probeer antwoord te geven op verschillende invalshoeken.


Deze invalshoeken bepalen de inhoud van het CSE.
Woensdag 22 mei 2024 VWO 09:00-11:30
Vrijdag 24 mei 2024 HAVO 09:00-11:30

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Wat moet je kennen en kunnen?

  • A1 beschrijving, onderzoeken, interpreteren
  • Je kunt beeldend werk van kunstenaars en vormgevers beschrijven, onderzoeken en interpreteren. 
  • Daarbij kun je gebruik maken van kennis van en inzicht in de geschiedenis van de beeldende kunst:

van de 19e, 20e en 21e eeuw en...

 

Slide 6 - Tekstslide

Eindtermen
Subdomein A - Beschrijven, onderzoeken en interpreteren
  • Aspecten van de voorstelling
  • Aspecten van de vormgeving
  • Kennis en inzicht van de geschiedenis van B.K., Arch., Vormg.
  • Verschillende visies (beschouwer, kunstenaar, bepaalde tijd)
Subdomein B - Beschouwen 
  • Het vermogen om te beoordelen.

Slide 7 - Tekstslide

Stofbeperking Havo
Voor 1800
1000-1400 de Middeleeuwen (romaans, gotiek)
1400-1600 vroeg renaissance, hoog renaissance, maniërisme, kennis van de klassieken (voor zover van toepassing op de renaissance)
1600 - 1750 barok (Italiaanse barok en Noord-Europese barok, rococo, Hollands classicisme)
1800 - heden
1780-1900
1900-1945
1945-1990
1990 - heden

Slide 8 - Tekstslide

Stofbeperking VWO
Voor 1800
800 vC -400 Gr (archaïsch, klassiek, hellenisme), Mythologie, mythen en sagen, bouwkunst, beeldhouwkunst, verhouding Griekse en Romeinse kunst
300-1000 West-Europese keizerrijken, ontstaan v Christelijke kunst, Byzantium; Constantinopel en Ravenna
1000-1400 de Middeleeuwen (romaans, gotiek)
1400-1600 Schilderkunst in Noord-Europa, Italië, wedergeboorte van klassieken = Renaissance, opdrachtgevers en rivaliteit, de Italiaanse stadstaten en Rome
1600 - 1750 contra-reformatie als reactie op de reformatie, Burgerlijke cultuur in NL, Amsterdam, het Hof in Frankrijk, paleizen, villa's en tuinen, Rome in de tijd van de contra-reformatie
1800 - heden
1780-1900
1900-1945
1945-1990
1990 - heden

Slide 9 - Tekstslide

Soorten vragen
1 Wat zijn aspecten van de voorstelling? SPEKKIGAAS
2 Wat zijn aspecten van de vormgeving? (VROLLijKT) vaak compositie
3 Wat moet je weten over de kunstgeschiedenis?
4 Wat zou een combinatievraag kunnen zijn?
5 Wat kan gevraagd worden over materiaal en techniek?
6 Hoe kom je achter de betekenis, of inhoud van een werk?
7 Wat is de functie van een kunstwerk?
8 Hoe beantwoord je een menings-, standpunts-, beweringsvraag?







Slide 10 - Tekstslide

KUNST EN LEVEN

  1. In hoeverre verschilt de beroepspraktijk van een moderne kunstenaar uit de 20e of 21e eeuw met die van de kunstenaar uit de middeleeuwen, renaissance, barok of negentiende eeuw?
  2. In hoeverre is in de loop der tijd de maatschappelijke status en de sociaaleconomische positie van de kunstenaar veranderd?
  3. Hoe en waarom presenteert de kunstenaar zich op een bepaalde manier in zijn werk (bijvoorbeeld in een zelfportret)?




Slide 11 - Tekstslide

KUNST EN LEVEN
4. Hoe en waarom wordt het leven van de kunstenaar of diens visie op de maatschappij zichtbaar in zijn werk?

5. Hoe en waarom wordt de kunstenaar door anderen gezien en verbeeld (bijvoorbeeld door andere kunstenaars of de pers)?
6. In hoeverre weerspiegelt het atelier of de woning van de kunstenaar zijn of haar visie op (kunst en) het leven?
7. Hoe en waarom maakt de kunstenaar zijn eigen leven tot onderdeel van zijn kunst?



Slide 12 - Tekstslide

Eindtermen
Subdomein A - Beschrijven, onderzoeken en interpreteren
  • Aspecten van de voorstelling
  • Aspecten van de vormgeving
  • Kennis en inzicht van de geschiedenis van B.K., Arch., Vormg.
  • Verschillende visies (beschouwer, kunstenaar, bepaalde tijd)
Subdomein B - Beschouwen 
  • Het vermogen om te beoordelen.

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen
Je moet de betekenis van de woorden kennen en kunnen toepassen in je antwoord. 
Blz 41 t/m 53 Havo
Blz 21 t/m 33 VWO

Slide 14 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Renaissance, neoclassicisme, romantiek, realisme, Arts&Crafts, Jugendstil, impressionisme, postimpressionisme, modernisme, expressionisme, kubisme, futurisme, constructivisme, De stijl, Bauhaus, Functionalistische architectuur, art deco, dadaïsme, surrealisme, socialistisch realisme en nationaalsocialisme, postmodernisme, abstract expressionisme, cobra, popart, hyperrealisme, opart, minimalisme, conceptkunst, performance, environments, landart, arte povera, kinetische kunst, lichtkunst, graffiti en streetart, neo-expressionisme, fotografie, hedendaags.

Slide 15 - Tekstslide

voorstelling
vormgeving 
kunstgeschiedenis
combinatievraag
materiaal en techniek
betekenis, of inhoud 
functie 
menings-, standpunts-, beweringsvraag?







Slide 16 - Tekstslide

Toepassen
Maak de vragen 1 t/m 11
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Kunst en leven
Renaissance - hedendaags

Slide 18 - Tekstslide

RENAISSANCE

Slide 19 - Tekstslide

RENAISSANCE

Slide 20 - Tekstslide

Voorstelling Vormgeving
Voorstelling
Wat stelt het voor? Gebruik bijvoegelijke naamw. 
Bloeiende boom, verdrietige gezichtsuitdrukking...

Vormgeving 
Vorm, licht, compositie, kleur, ruimte, techniek (materiaal en hanteringswijze) 

Slide 21 - Tekstslide

Betekenis Functie Inzicht
1. Bekijk filmfragmenten.
- Ai Weiwei 5:24
- Frida Kahlo 2:26

2. Hoe passen deze kunstenaars bij het thema 'kunst en leven'?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Kunstenaars en de kunstmarkt
  1. In hoeverre verschilt de beroepspraktijk van een moderne kunstenaar uit de 20ste of 21ste eeuw met die van een kunstenaar uit de middeleeuwen, of negentiende eeuw?
  2. In hoeverre is in de loop der tijd de maatschappelijke status en de sociaaleconomische positie van de kunstenaar veranderd?

Slide 24 - Tekstslide

Kunstenaarsschap
  • De bovenkant en de onderkant van de kunstmarkt 
  • Marlene Dumas 
  • Kunstenaar versus architect, ontwerper 
  • (Over)leven als kunstenaar 
  • Kunst en geld door de eeuwen heen 
  • Vóór, tijdens en na 19e eeuw 
  • Cultureel ondernemers 
  • Studio Roosegaarde / Atelier Van Lieshout / Jeff Koons 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Inleiding: leven van kunst

Middeleeuwen: kunstenaar is alleskunner (vervaardigt allerlei gebruiksvoorwerpen)
19e eeuw: kunst om de kunst (kunst heeft geen ander doel, zoals een gebruiksfunctie of een politieke boodschap uitdragen) l'art pour l'art
decoratieve, toegepaste kunst wordt als minderwaardig gezien
Nu: kunstenaars op uiteenlopende terreinen actief (net als in de middeleeuwen) geld verdienen met de verkoop van schilderijen, beelden of foto’s valt niet mee

Slide 27 - Tekstslide

De bovenkant en de onderkant van de kunstmarkt


BKK: ‘Slechts 5% van de beeldende kunstenaars in 
Nederland zit boven de armoedegrens’ (95% leeft in 
armoede)

Veel media-aandacht voor recordprijzen op
 kunstveilingen Maar: gaat vaak over kunst van overleden 
kunstenaars. Uitzonderingen: Hockney, Koons, Richter, Hirst en Dumas

NIEUWS
november 2021: Da Vinci maakte dit werk zeer waarschijnlijk niet. Maar: geschilderd ‘met toestemming of onder toezicht van’ Da Vinci.

VRAAG
Kat in de zak voor $ 450.300.000?
Wat doet dit nieuws met de waarde van het schilderij bij een volgende verkoop?

Slide 28 - Tekstslide

De bovenkant en de onderkant van de kunstmarkt



Vincent van Gogh
Leefde in armoede
Tijdens zijn leven verkocht hij enkele schilderijen
Ruilde werken met andere kunstenaars tegen voedsel of teken- en schildermaterialen

VOORBEELD: 
Portret van Dr. Cachet
Duurste Van Gogh ooit
In 1990 geveild voor 82,5 miljoen dollar (73,45 miljoen euro)

Slide 29 - Tekstslide

Marlene Dumas (1953)

  • Zuid-Afrikaans, woont en werkt sinds 1976 in Amsterdam
  • Succesvol
  • Schilderijen op doek en papier
  • Mens als onderwerp
  • Schildert naar foto’s, beelden uit de media
  • Losse stijl, suggestief: geeft in enkele rake streken iemands houding of uitdrukking weer
  • Breed gewaardeerd:
       -Herkenbare beelden
       -Uitdrukkingskracht
  • Onderwerp lijkt vaak aangenaam, maar is het niet

Dumas aan het werk (2014), maakt zélf haar werk

Jeff Koons in zijn atelier, medewerkers maken de schilderijen (veel vraag naar)

Slide 30 - Tekstslide

op eerste gezicht:
lieflijk portret van een
keurig kind

maar: subtiele, kwaadaardige blik in ogen

vervreemdend

Slide 31 - Tekstslide

Autonoom kunstenaars

Autonoom => vrij, zelfstandig, onafhankelijk
  • Maken ‘vrij werk
  • Werken zelden in opdracht
  • Blijven kunst produceren, ook al staan daar geen inkomsten tegenover (passie/roeping)




Architecten en ontwerpers
  
  • Werken in opdracht voor; particulieren/bedrijven/overheid
  • Maken zelden ‘vrij werk’, alléén om: 
       - Ideeën te testen
       - Ideeënrijkdom onder de aandacht te                   brengen van mogelijke opdrachtgevers                (bijv. prijsvragen: Pierre Cuypers won een      
      prijsvraag en mocht het Rijksmuseum 
      ontwerpen)
  • Beëindigen beroepspraktijk als er geen opdrachten meer binnenkomen

Slide 32 - Tekstslide

(Over)leven als kunstenaar in Nederland

  • Sinds 2002 praten kunstenaars over geld, daarvoor waren termen ‘kunst’ en ‘geld’ onverenigbaar
  • Merchandise
  • Nu: Creativiteit inzetten om geld te verdienen

Meerwaarde: brug slaan tussen samenleving en kunst
Cultureel ondernemerschap is onderdeel van kunstenaarschap

Corneille ontwierp in 1996 stropdassen voor een bedrijf, maar werd hem in de kunstwereld niet in dank afgenomen.

Slide 33 - Tekstslide

Cultureel ondernemers


  • Daan Roosegaarde (1979): Studio Roosegaarde
  • Nederlandse ondernemer, uitvinder en ontwerper
  • Werkt in opdracht (maar bepaalt wel zelf wat hij wel/niet aanneemt)
  • Kunst en technologie
  • Projecten die in het leven de stedelijke omgeving verbeteren, klimaatcrisis bestrijden en verbeelding prikkelen
  • Fietspad onderdeel van project Smart Highway: Wegen die overdag opladen en oplichten in het donker

VRAAG
Welke meerwaarde heeft het, en welke problemen levert het op, om kunstenaars te vragen voor ontwerpen met praktisch nut (zoals dit fietspad)?

Slide 34 - Tekstslide

Cultureel ondernemers

  • Joep van Lieshout (1963): Atelier Van Lieshout (AVL)
  • Autonoom, maar werkt ook in opdracht
  • Soms praktisch te gebruiken, maar meestal kunst om bekeken te worden en om je aan het denken te zetten.
  • Grootschalig, fabrieksachtig atelier in Rotterdam
  • Succesvol cultureel ondernemer:
       - 20 mensen in dienst voor productie
       - 4 mensen in dienst voor PR en organisatie van opdrachten en 
          tentoonstellingen



Slide 35 - Tekstslide

Cultureel ondernemers

Jeff Koons (1955), Verenigde Staten
Veel assistenten in dienst, want: veel vraag naar zijn werk vanuit vrije markt

VRAAG
Kun je de medewerkers van Koons kunstenaars noemen?

Slide 36 - Tekstslide

Subsidies

VRAAG

Vind jij dat een kunstenaar overheidssubsidie moet ontvangen?


Slide 37 - Tekstslide

Discussie over voors van subsidies


Samenleving kan niet zonder kunst (om andere redenen dan economische)
 
Kunst moet ondersteund worden als het ten onder dreigt te gaan op vrije markt





Slide 38 - Tekstslide

Discussie over tegens van subsidies


Kunstenaar komt los te staan van samenleving door subsidies.

Kunstenaar moet zich opstellen als ‘cultureel ondernemer’
-Meer werk verkopen
-Opdrachtgevers zoeken
Dit beleid is na 2002 voortgezet > minder subsidies

Slide 39 - Tekstslide

Kunstenaars en de kunstmarkt

  1. In hoeverre verschilt de beroepspraktijk van een moderne kunstenaar uit de 20ste of 21ste eeuw met die van een kunstenaar uit de middeleeuwen, of negentiende eeuw?
  2. In hoeverre is in de loop der tijd de maatschappelijke status en de sociaaleconomische positie van de kunstenaar veranderd?


Slide 40 - Tekstslide

Do hit chair

Slide 41 - Tekstslide

  • Metaal is stug en wie een mooie vorm/zacht zitvlak wil scheppen moet niet te hard en niet te zacht kunnen slaan.
  • Het metaal kan bij te hard slaan scheuren, en gaten/scherpe randen zijn niet comfortabel/zitten niet lekker.
  • Het metaal kan bij onzorgvuldig slaan scherpe randen/hoeken opleveren, en dat kan leiden tot schade aan kleding of lichaam.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

 
KUNST EN LEVEN
PARTICULIER MECENAAT

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Mecenas is een term die wordt gebruikt om iemand aan te duiden die financieel of anderszins steun biedt aan kunstenaars.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Cuypers
Neogotiek
Rijksmuseum

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Tekstslide

Slide 59 - Tekstslide

Slide 60 - Tekstslide

Slide 61 - Video

Overheidsgebouwen in de 
21e eeuw


Nu: zoveel geld uitgeven aan een overheidsgebouw vaak gezien als verspilling.
Bijv. Binnenhof renovatie: soberheid en doelmatigheid voorop i.p.v. architectonische schoonheid.

De samenwerking met dit ontwerpbureau is in 2019 verbroken.

Slide 62 - Tekstslide

Cultureel centrum het Eemhuis in Amersfoort door architectenbureau Neutelings Riedijk, geopend 2014, exterieur.

Bekend om vernieuwende en spectaculaire gebouwen
Luxe uitstraling
Kostbare afwerking
Budget van € 45 miljoen werd met € 10 miljoen overschreden

Slide 63 - Tekstslide

Interieur: banken, trappen, kasten en vloeren uitgevoerd in eikenhout.

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Video

ARCHITECT

Een architect ontwerpt en maakt plannen voor gebouwen, bruggen en andere constructies.

Gericht op het kunstenaarschap en ontwerp.
INGENIEUR
 
De ingenieur zich meer richt op de technische en structurele kant.

Slide 66 - Tekstslide

Een manier voor architecten en ontwerpers om aan opdrachten te komen, is door mee te doen aan prijsvragen. Door een opdrachtgever wordt in dat geval een prijsvraag uitgeschreven. Architectenbureaus of ontwerpers maken daarbij een volgens hen passend ontwerp en presenteren het aan de opdrachtgever. Het winnende ontwerp wordt uiteindelijk gebouwd en de architect of ontwerper mag dit verder mee uitvoeren. Pas nadat hun ontwerp gekozen is, ontvangen ze inkomsten voor het ontwerp.
Neutelings en Riedijk doen regelmatig mee aan een prijsvraag, waardoor ze grote opdrachten binnenslepen. Toch hebben ze kritiek op deze manier van opdrachten verwerven. 
- Benoem een punt van kritiek.

Slide 67 - Tekstslide

ANTWOORD

Het meedoen aan prijsvragen is erg tijdrovend en wanneer de prijsvraag niet gewonnen wordt, krijgt de architect de opdracht niet en loopt daarmee inkomsten mis.

Slide 68 - Tekstslide


Waarom zou een opdrachtgever een prijsvraag uitschrijven?

Slide 69 - Tekstslide

ANTWOORD
Een prijsvraag is een middel om te kiezen voor het beste plan voor de opgave, of om ideeën daarvoor te ontwikkelen. 

Slide 70 - Tekstslide

OF JUIST GEEN PRIJSVRAAG
Kröller-Müller Museum: ‘We zien een architect als een kunstenaar, en een kunstenaar kiezen we altijd zelf’

Slide 71 - Tekstslide

Nederlandse architecten kritisch over uitbreiding Museum Kröller-Müller door Japanse sterarchitect. De Japanse architect Tadao Ando (81) ontwerpt een ondergrondse uitbreiding voor Museum Kröller-Möller. Nederlandse architecten vragen zich af waarom de opdracht niet openbaar is aanbesteed. Volgens het rijksmuseum op de Veluwe hoeft dat niet, omdat de uitbreiding een ‘kunstwerk’ zou zijn.

Slide 72 - Tekstslide

Waarom kiest Kröller-Müller niet voor jong ontwerptalent, in Nederland volop aanwezig?

Slide 73 - Tekstslide

Wij zijn een publiek gebouw, hebben de ambitie om te groeien en zijn daarbij voor een bepaalde vorm van zekerheid gegaan. Tadao Ando is a reason to travel, daar komen mensen voor.’

Slide 74 - Tekstslide

The free stamp uit 1991 van de kunstenaars Claes Oldenburg en Coosje van Bruggen. Het is een stempel met de tekst FREE, wat niet alleen ‘vrij’ betekent, maar ook ‘gratis’.

Slide 75 - Tekstslide

 
KUNST EN LEVEN
ATELIER VAN DE KUNSTENAAR

Slide 76 - Tekstslide

LEREN VOOR HET CSE
- beroepspraktijk
- maatschappelijke status
- sociaaleconomische positie 

Kennis over de kunstgeschiedenis - postmodernisme 


Slide 77 - Tekstslide

Het kunstenaarsatelier
Werkplaats van een kunstenaar

Vraag
Welke functies zie je hier terug?
MOGELIJKE FUNCTIES VAN EEN ATELIER
Schetsen en uitwerken, zelf en/of door anderen
Inspiratie (bijv. door de inrichting)
Tentoonstellingsruimte
(Mogelijke) klanten ontvangen
Plek om zich te (laten) portretteren
Collega’s ontvangen
Feesten
Verblijfplaats
Opslag
De schilder Hendrik Willem Mesdag in zijn atelier in Den Haag in 1889

Slide 78 - Tekstslide

Kunststromingen rond 1900 Romantiek

‘Vluchten’ uit de werkelijkheid

Laat ons beseffen dat de natuur een grote
macht is.
Onze nietigheid / vergankelijkheid
beseffen.

Onder meer in de romantiek:
- Nationalisme
- Verlangen naar het verleden
- Machtige natuur, nietige mens
- Hang naar het platteland (weg van geïndustrialiseerde stad)

Slide 79 - Tekstslide

Kunststromingen rond 1900 Realisme

Weergeven harde realiteit

- het alledaagse afgebeeld
- werkelijkheid werd niet 
   geïdealiseerd

Onder meer in het realisme:
- Alledaagse gebeurtenissen
- ‘Echte’ mensen: arbeiders en boeren
- En plein air schilderen dankzij uitvinding verftube

Slide 80 - Tekstslide

Kunststromingen rond 1900 Impressionisme

Een indruk van de werkelijkheid

- directe waarneming van kleuren 
en vormen
- snelle hanteringswijze 
losse toetsen


 



- Direct naar de waarneming: weergeven wat je ziet in plaats van wat je weet
- Bepaald moment, bepaalde plek snel vastleggen
- Toetsmatig
- Invloed fotografie (vastleggen van het moment)
- verftube

Slide 81 - Tekstslide

Slide 82 - Tekstslide

Slide 83 - Tekstslide

Slide 84 - Tekstslide

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Tekstslide

Slide 87 - Tekstslide

My Bed  

Binnen Emins oeuvre is het een sleutelwerk, omdat ze hierin haar leven heeft gepresenteerd als kunstwerk, zonder enige ingreep of toelichting behalve de titel. 


Het bed doet verslag van een sombere periode in Emins leven, waarin haar bed haar toevluchtsoord was.

Slide 88 - Tekstslide

KUNST EN LEVEN
4. Op welke manier weerspiegelt het atelier of de woning van een kunstenaar zijn of haar visie op kunst en/of leven?
Dat leven en werk bij kunstenaars in elkaar overlopen is ook afleesbaar aan de omgeving waarin zij wonen en werken.

Slide 89 - Tekstslide

Het atelier van Francis Bacon weerspiegelt de heftige emoties in zijn werk.

Slide 90 - Tekstslide

Het atelier van Jeff Koons is clean en ordentelijk en past daarmee bij de afstandelijke ironie die de kunstenaar inneemt ten opzichte van de werken die hier door een team van medewerkers efficiënt en in grote hoeveelheden worden geproduceerd.

Slide 91 - Tekstslide

Slide 92 - Video

GOTIEK ca.1150 tot ca.1450

BOUWKUNST
BEELDHOUWKUNST
SCHILDERKUNST

Kunstgeschiedenis herhaling

Slide 93 - Tekstslide

Slide 94 - Video

KENMERKEN 
GOTISCHE BOUWSTIJL

Wij gaan de video nog een keer bekijken.
Beschrijf de stijl, vormkernmerken van deze gotische kathedraal.

Hoe ziet de kathedraal eruit? Wat zie je allemaal?

Slide 95 - Tekstslide

Slide 96 - Tekstslide

Slide 97 - Video

Slide 98 - Video

Slide 99 - Video

Een essentieel kenmerk van gotische architectuur is de behoefte om veel licht naar binnen te halen.

Slide 100 - Tekstslide

Een essentieel kenmerk van gotische architectuur is de drang de hoogte in te willen bouwen.
pinakel

Slide 101 - Tekstslide

Zichtbare constructie-elementen aan de buitenkant van de kerken.

Slide 102 - Tekstslide

Een spitsboog (ogivaal) is sterker dan een rondboog, omdat die niet de neiging heeft in het midden door te zakken. 

Slide 103 - Tekstslide

Kruisribgewelf. Dit gewelf had een dragende functie op de pijlers, waardoor de muren minder massief gemaakt konden worden

Slide 104 - Tekstslide

Slide 105 - Tekstslide

luchtboog


steunbeer

Slide 106 - Tekstslide

Slide 107 - Tekstslide

Slide 108 - Video

De ruimte die skeletbouw vrijliet, kon worden opgevuld met muren met daarin bijzonder grote vensters.

Slide 109 - Tekstslide

Maaswerk. Stenen versiering in geometrische patronen in het boogveld van gotische vensters en nissen.

Slide 110 - Tekstslide

Rijke ornamenten. Rijkelijk versierd.

Slide 111 - Tekstslide

Slide 112 - Tekstslide

Slide 113 - Tekstslide

Slide 114 - Tekstslide

Slide 115 - Tekstslide

Slide 116 - Tekstslide

Slide 117 - Tekstslide

Slide 118 - Tekstslide

Slide 119 - Tekstslide

Slide 120 - Tekstslide

Slide 121 - Tekstslide

Slide 122 - Tekstslide

Slide 123 - Tekstslide

Slide 124 - Tekstslide

Slide 125 - Tekstslide

Slide 126 - Tekstslide

 
KUNST EN LEVEN
CONCEPTUELE KUNST
LEVEN VOOR, IN EN MET KUNST  
Het leven van de kunstenaar als kunstwerk

Slide 127 - Tekstslide

Slide 128 - Tekstslide

Slide 129 - Tekstslide

Slide 130 - Video

Slide 131 - Tekstslide

Slide 132 - Tekstslide

Slide 133 - Tekstslide

Slide 134 - Tekstslide

Slide 135 - Tekstslide

Slide 136 - Video

Slide 137 - Tekstslide

Slide 138 - Tekstslide

Slide 139 - Video

Slide 140 - Tekstslide

Slide 141 - Video

CONCEPTUELE KUNST
Het idee belangrijker dan de materiële uitvoering: 
- het idee hoeft zelfs niet uitgevoerd te worden.
- hoeft niet door de kunstenaar zelf te worden uitgevoerd; 

(Het maakt dus niet zoveel uit hoe het precies wordt uitgevoerd en die uitvoering kan en/of mag voor elke tentoonstelling variëren.)



Slide 142 - Tekstslide

Slide 143 - Tekstslide

Slide 144 - Tekstslide

 
KUNST EN LEVEN
(POST)MODERNISME

Slide 145 - Tekstslide

POSTMODERNISME
1945-1990

wederopbouw na WOII
vrede en welvaart
consumptiemaatschappij
reclame / massamedia
kunst en de massacultuur 
                                  samengaan

Slide 146 - Tekstslide

THE AMERICAN DREAM
Als je maar hard werkt, kun je altijd de top bereiken.
Vrijheid en gelijkheid van alle mensen.

Toenemende welvaart en luxe.

Slide 147 - Tekstslide

POSTMODERNISME
Eclectisme.
Combineren van verschillende stijlen uit het verleden.

'Less is a bore'
'Form follows fun'
Kleur en decoratie keren terug.

Slide 148 - Tekstslide

POSTMODERNISME
- Humor, speelsheid.
- Verwijzing naar een historische bouwstijl.
- Citeert (overnemen) een bekend werk / een bekende kunstenaar uit de kunstgeschiedenis.
- Er is sprake van ironie / lichte spot.
- Spelen met de grens tussen hoge en lage kunst, tussen kunst en kitsch.



Slide 149 - Tekstslide

Slide 150 - Tekstslide

Slide 151 - Video

Slide 152 - Video