Les 2. Meester worden in JavaScript: Datatypes en Variabelen

Meester worden in JavaScript: Datatypes en Variabelen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Meester worden in JavaScript: Datatypes en Variabelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe staan we erin vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over JavaScript?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Aan het einde van de les kun je verschillende datatypes en variabelen in JavaScript begrijpen en gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud

Variabelen
Datatypes
Oefeningen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn variabelen?
A
Data types
B
Willekeurig nummer
C
Containers met Data
D
Undefined Data

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Variabelen
  • Variabelen in JavaScript worden gebruikt om waarden op te slaan. 
  • Ze kunnen ook  van datatypes veranderen tijdens de uitvoering van een programma.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn datatypes?
Datatypes in JavaScript definiëren het soort gegevens dat in variabelen kan worden opgeslagen, zoals:
  • Nummers 
  • Strings 
  • Booleans
  • Arrays
  • Object

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Primitieve datatypes
Primitieve datatypes in JavaScript zijn eenvoudige gegevenstypen zoals strings, numbers, booleans, null en undefined.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arrays
  • Een lijst waarin je meerdere waarden kunt opslaan.
  • Waarden staan op een bepaalde volgorde (index begint bij 0).
  • Handig voor lijsten zoals namen, getallen, hobby’s.



Een array kan verschillende datatypes bevatten (string, number, boolean).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objects
  • Een verzameling van eigenschappen (properties).
  • Elke eigenschap heeft een naam (key) en een waarde (value).
  • Handig om iets met meerdere kenmerken te beschrijven.
                                                                           

                                                                           

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Variabelen declareren
In JavaScript kun je variabelen declareren met het 'var', 'let' of 'const' trefwoord, gevolgd door de variabelnaam.
  • const Naam;
  • let familieNaam;
  • var leeftijd;

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je variabelen toewijzen
A
Con naam is paul;
B
let naam + paul;
C
const naam;paul.
D
const naam = paul;

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.