H6 Procenten - oefenen

Procenten

Oefenen voor de toets.

Je mag de rekenmachine gebruiken ツ!

Breuken kun je online
zo opschrijven:

3/4

1 / 42

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Procenten

Oefenen voor de toets.

Je mag de rekenmachine gebruiken ツ!

Breuken kun je online
zo opschrijven:

3/4

Slide 1 - Tekstslide

Loofandtimmy.com

Bereken:

6 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + 4 \frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 3 3 7 ​ ​}{​ 3 0 ​}

10 \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 3 ​}

11 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 3 0 ​}

10 \frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

deel van de 210 leerlingen is een jongen. Hoeveel jongens zijn dat?

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​}

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hanne koopt een jas van €150,-.
Ze krijgt 65% korting.
Hoeveel kost de jas nu?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

deel van 128 =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken:

deel van 150

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​}

150 x 10 = 1500

150 : 10 = 15

150 + 10 = 160

150 - 10 = 140

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf als breuk:

12,5 % =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf als percentage:

=

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

50 %

40 %

25 %

12,5 %

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf als percentage:

=

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

10 %

20 %

40 %

60 %

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf als percentage:

=

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

40 %

50%

12,5 %

25 %

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

23 van de 28 leerlingen komen op de fiets naar school.
Bereken hoeveel procent dat is.
Rond af op 2 decimalen.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De huurprijs van een studentenkamer
gaat met 2,8 % omhoog.
Maartje betaalt nu €357,45 voor haar kamer.
Bereken de nieuwe huurprijs?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken 42% van 212.

Rond af op 2 decimalen.

5,05

89,04

8904

\frac{​ 4 2 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ken je deze al uit je hoofd? ✿

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk percentage hoort bij de breuk

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

60%

25%

12,5%

70%

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de volgende breuk:

\frac{​ 2 5 ​ ​}{​ 1 1 ​}

\frac{​ 5 0 ​ ​}{​ 2 2 ​}

\frac{​ 2 5 ​ ​}{​ 1 1 ​}

1 \frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 1 1 ​}

2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​}

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk percentage hoort bij de breuk

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​}

60%

25%

12,5%

70%

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 6 ​ ​}{​ 4 ​} =

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

1 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de teller?

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de noemer?

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​}

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je het streepje tussen de 4 en de 9?

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 9 ​}

streep

streepbreuk

breukstreep

stokje

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken:

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​}

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 8 ​}

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig deze breuk zoveel mogelijk:

\frac{​ 4 0 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is juist?

procent betekent per 1

procent betekent per 10

procent betekent per 100

procent betekent per 1000

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke breuk hoort bij 60%

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 6 0 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent hoort bij 0,75

7,5%

75%

\frac{​ 7 5 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk decimaal getal hoort bij

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 3 8 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

0,375

37,5%

0,3

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de rechthoek is gekleurd?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Normaal kost een zak chips €2,50 euro.
Nu is er 30 % korting.
Bereken de nieuwe prijs.

€ 0,30

€ 1,75

€ 0,75

€ 2,10

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Normaal kost een sporttas 45 euro.
Nu is er 60% korting.
Wat is de nieuwe prijs?

18 euro

27 euro

30 euro

20 euro

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 8 ​}

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 2 4 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 1 8 ​}

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de volgende breuk:

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 5 ​}

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 5 ​}

2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 , 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​}

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

deel van 20 =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de breuk een decimaal getal,
rond af op 1 decimaal:

7 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 9 ​} =

\frac{​ 2 2 ​ ​}{​ 3 ​}

8, 1

1, 3

0, 3

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk decimaal getal hoort er bij

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

12,5%

0,125

0,2

25%

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf als decimaal getal:

40 %

0,4

0,40

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vereenvoudig de volgende breuk:

\frac{​ 2 5 ​ ​}{​ 1 1 ​}

\frac{​ 5 0 ​ ​}{​ 2 2 ​}

\frac{​ 2 5 ​ ​}{​ 1 1 ​}

1 \frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 1 1 ​}

2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 1 ​}

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk vermenigvuldigingsfactor hoort bij 13%?

1,3

0,13

\frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 1 0 0 ​}

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

23 van de 28 leerlingen komen op de fiets naar school.
Bereken hoeveel procent dat is.

0,82 %

82,1 %

6,4 %

644 %

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Handige percentages:

=

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

40 %

50%

12,5 %

25 %

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} \times 480

180

240

360

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 1 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H6 Procenten - oefenen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Quizvraag

Meer lessen zoals deze

H6 Procenten - oefenen

H8 Procenten - oefenen

Een getal berekenen met procenten

Herhaling H.6

H6 Procenten - oefenen

Herhaling hoofdstuk 6

Een percentage berekenen

Bingo hoofdstuk 6