MO jaar 3

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

M.O.: Comprobar las preguntas

Controleer zelf de vragen voor je MO

1. ¡Hola! / buenos días / buenas tardes
2. ¿Cómo te llamas / ¿Cuál es tu nombre?
3. ¡Encantado! (m) / ¡Encantada! (v) / ¡Mucho gusto!
4. ¿Cómo estás? / ¿Qué tal?
5. A: ¿Dónde vives? / B: ¿Es un pueblo o una ciudad? / C:¿Dónde está? / D: ¿Hay un cine en este pueblo? -¿Hay un cine en esta ciudad?
6. ¿Cuál es tu número de teléfono?
7. ¿Cuál es tu correo electrónico?
8. ¿Tienes hermanos?
9. ¿Tienes mascotas?
10. ¿Cuántos años tienes?
11. ¿Puedes describirte a ti mismo / misma? / ¿Cómo eres?
12. ¿Cómo es tu casa?
13. ¿Cuáles lenguas/ idiomas hablas tú?
14. ¿Qué te gusta?  
15. ¿Qué no te gusta?
16. ¿Cuál es tu asignatura favorita? /  17. ¿Cuál asignatura no te gusta?    18. ¡Adiós! ¡Hasta luego! hasta otra vez

M.O.: Comprobar las respuestas

Controleer je antwoorden voor je MO

2. Me llamo.... / Mi nombre es...

4. estoy (muy) bien / estoy regular / estoy fatal

5. A: Vivo en.... /B: es un pueblo/ una ciudad /C: está en... Holanda, está cerca de Ámsterdam. D : Sí , hay un cine en mi.....

6. Mi número de teléfono es....

7. Mi correo electrónico es....

8. (Variabel antw.) Sí, tengo una hermana, un hermano, hermanastro/-a,  No tengo

9. (Variabel antw.) Sí tengo una mascota, es un perro, un gato... etc. Se llama..../ se llaman....

10. ALTIJD!: Tengo.....años  (leer de leeftijd die jij hebt!)

11. Gebruik hier SER en TENER. : Soy simpático (-a),  Tengo los ojos marrones, azules, negros, tengo el pelo rubio, castaño, negro...etc.

12. Gebruik ook hier SER en TENER: Mi casa es bonito, grande , acogedora, Tiene una cocina, un baño,... etc.

13. Hablo holandés, inglés, español, ....

14. Gebruik hier  ME GUSTA:... jugar al fútbol, jugar al Hockey, tocar mi guitarra, quedar con mis amigos etc.

15. Gebruik hier NO ME GUSTA: los deberes, la gente aburrida, mi profe, etc.

16. Mi asignatura es.... ( las matemáticas, la historia, el inglés..etc / No tengo una asignatura favorita...

17. La asignatura que no me gusta para nada /en absoluto es.....

Gespreksvaardigheid:

¿Puedes responder a estas preguntas?

Nadat het rad stil staat, laat ik je een moment nadenken , voordat ik iemand aanwijs om antwoord te geven... Je hoeft je vinger niet  op te steken

1. Maak een lange rij van 5x2 tafeltjes tegen elkaar .
2. Jullie nemen aan beide zijden plaats, evenveel aan de linker als de rechterkant.
3. De docent stelt de tijd in op 5 minuten (zichtbaar op 't bord)
4. De leerlingen aan rechterkant beginnen met vragen stellen in het Spaans. De teksten die je hebt gemaakt mag je erbij.
5. Klaar? Wissel van rol.
6. De leerlingen aan de linkerkant schuiven na 4 minuten op.

Cita a ciegas

Speed date

Tijdens deze les zijn er MO's en dat betekent....

Trabajamos en SILENCIO.... 

(we werken in stilte)

hablamos muy BAJO .... 

(we praten heel zacht) 

¡Sí, los auriculares están permitidos! 

(Ja, koptelefoons mogen!)

Preparaciones MO

1) Maak de opdrachten die horen bij pag 19-20  (libro verde)

2) Klaar? Ga dan naar pag 35. En vertaal de Nederlandse zinnen die daar staan in het Spaans. Dit doe je met een gewoon woordenboek!!!

En cuanto al examen oral...

Wat betreft het MO...

• schrijf je in op het schema bij mij op tafel
• Er kunnen per les 3 groepjes
• Één leerling stelt vragen, de ander geeft antwoord; je moet wel beide rollen beheersen!
• Niet vanaf een blaadje, maar uit je hoofd.
• Je hoeft dit MO niet voor de klas te doen! Je bent met alleen metje gesprekspartner en de docent.

0

¡Vale! Vamos a hacer un Speeddate...

Vamos a colocar las mesas en filas 5 mesas

1. We zetten 2 lange tafels tegen elkaar en maken een lange rij van  5 tafeltjes.
2. Jullie nemen aan beide zijden plaats, evenveel aan de linker als de rechterkant.
3. De docent stelt de tijd in op 4 minuten (zichtbaar op 't bord)
4. De leerlingen aan rechterkant stellen vragen.
5. Ben je klaar? Wissel dan van rol.
6. De leerlingen aan de linkerkant, schuiven na 4 minuten op.

Tarea práctica

Hoe heet je?

Hoe oud ben je?

waar woon je? uit welk land kom je?

wat is je mobiele nummer en wat is  je e-mail?

Heb je een huisdier? Hoe heet het?

Welke talen kun je spreken?

En cuanto al examen oral...

Wat betreft het MO...

• Check de planning die ik in jullie Classroom heb gezet!
• Één stelt vragen, de ander antwoord, maar je moet wel beide rollen beheersen!
• Niet vanaf een blaadje, maar uit je hoofd.

Preparaciones para la próxima clase... (los deberes.)

Oefenen met de  vragen op  pag 35. (tu libro rojo)

Heb je ze al in het Spaans uitgeschreven?

TIP: Neem je eigen stem eens op met je mobiel en luister jezelf terug...

Wat doe je goed en wat gaat minder goed?

Observa la imagen

y habla en español con tu compañero.

¿ Cuanta gente habla....

¿Español?

¿Inglés?

¿Chino?

¿Ruso?

Sabes en cuáles países se habla:  

¿El español? ¿El hindi? 

¿El inglés? ¿el árabe? o 

¿el portugués?