§1.4 Alles wordt duurder
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
Hoeveel kracht je hebt om iets te kopen
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is inflatie
A
Stijging van de koopkracht
B
Algemene daling van de prijzen
C
Algemene stijging van de prijzen
D
Daling van de koopkracht
Slide 4 - Quizvraag
Je koopkracht daalt als...
A
je inkomen stijgt
B
er sprake is van inflatie
C
er sprake is van deflatie
D
productprijzen dalen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de CBS definitie van inflatie?
A
de algehele prijsstijging van de kosten die gepaard gaan met het produceren van goederen
B
de gemiddelde prijsstijging van de goederen en diensten die consumenten kopen
C
de gemiddelde stijging van het prijspeil
D
de mate waarin de waarde van de munteenheid is gedaald (geldontwaarding)
Slide 6 - Quizvraag
De koopkracht is afhankelijk van ...
A
het prijsniveau en je behoeften
B
je inkomsten en je uitgaven
C
je inkomsten en je behoeften
D
je inkomsten en het prijsniveau
Slide 7 - Quizvraag
Koopkrachtstijging betekent dat je ..
A
Meer kunt kopen
B
Minder kunt kopen
C
Dat je nog hetzelfde kunt kopen
D
Dat je inkomen daalt
Slide 8 - Quizvraag
Bij een indexcijfer is het basisjaar altijd
A
100%
B
1
C
100
D
geen van de antwoorden is juist
Slide 9 - Quizvraag
Lees het krantenbericht.
Bereken de verandering in koopkracht en geef aan of het een stijging of daling van de koopkracht is.
Bereken de verandering in koopkracht en geef aan of het een stijging of daling van de koopkracht is.
Slide 10 - Open vraag
Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door de inflatie kan je...
A
meer kopen
B
minder kopen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het indexcijfer van 2016?
Jaar
2013
2014
2015
2016
Prijs
€ 2,64
€ 2,75
€ 2,51
€ 2,78
Indexcijfer
100
A
98,9
B
101,1
C
98
D
101
Slide 12 - Quizvraag
CBS staat voor ..
A
Civiele Basis Systemen
B
Controle voor Bureau Systemen
C
Centrale Basis Steekproef
D
Centraal Bureau voor de Statistiek
Slide 13 - Quizvraag
Je geld wordt minder waard
Wat is het gevolg van inflatie?
stijgen
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is het indexcijfer van 2016?
Jaar
2013
2014
2015
2016
Prijs
€ 2,64
€ 2,75
€ 2,51
€ 2,78
Indexcijfer
100
A
89,2
B
90,3
C
98,6
D
110,8
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het indexcijfer van het basisjaar?
A
Dat weet je niet van te voren. Dat moet in de opdracht staan.
B
10
C
100
D
1000
