3.3 binding tussen moleculen 1

Planning
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Planning

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
...leer je waarom gekko's aan het
plafond kunnen blijven hangen
Vanderwaalsbinding
Dipool-dipoolbinding
Waterstofbruggen
Het meso-niveau

Slide 2 - Tekstslide

Polaire atoombinding
Het ene atoom trekt harder aan het gedeelde elektronenpaar dan het ander
- Verschuiving  elektronenpaar naar hoogste elektronegativiteit
- "Partiële lading" (δ- en δ+)

Slide 3 - Tekstslide

Atoombindingen
  • Tussen atomen binnen een molecuul zitten atoombindingen
  • Atoombindingen worden gevormd door het gedeelde elektronenpaar
  • Als beide atomen even hard aan de elektronen trekken, is het een apolaire atoombinding
  • Als één van de twee atomen harder aan de elektronen trekt dan het andere atoom, is het een polaire atoombinding

Slide 4 - Tekstslide

Polaire atoombinding
  • Atoombinding

  • polaire atoombinding


  • De atoombinding tussen een N en een H atoom en tussen een O en een H atoom is ook een polaire atoombinding.

Slide 5 - Tekstslide

Polaire en apolaire stoffen
H2O (polair)
CH4 (apolair)

Slide 6 - Tekstslide

Elektronegativiteit
Het verschil in elektronegativiteit (ΔEN) bepaalt het soort binding (BiNaS 40A)

ΔEN
Soort binding
Voorbeeld
< 0,4
Apolair
C-H, C-S, C=S
0,4-1,7
Polair
C-F, H-Cl, C-O, C=O
> 1,7
Ion
Na+ Cl-

Slide 7 - Tekstslide

3.3 Binding tussen moleculen
Vanderwaalsbinding
Dipool-dipoolbinding
Waterstofbruggen
Het meso-niveau

Slide 8 - Tekstslide

Binding tussen moleculen
Algemeen principe:

Hoe sterker de bindingen tussen moleculen zijn, 
des te hoger zijn het smeltpunt en het kookpunt

Slide 9 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding 
Deze houdt moleculen bij elkaar. 
Alle moleculen hebben vanderwaalsbindingen

Zowel molecuulmassa als molecuuloppervlak
maken de binding sterker

Slide 10 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding
hogere molmassa sterkere binding (en dus hoger kookpunt)

Slide 11 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding 
Voorbeeld: hexaan en 2,3-dimethylbutaan
Zelfde massa, maar hexaan heeft een groter oppervlak, dus sterkere vanderwaalsbinding
>

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Dipool-dipoolbinding
Binding tussen polaire moleculen ("dipolen")
Binding tussen         en            van verschillende moleculen
Voorbeeld: SO2

        
δ
δ
δ
δ
2δ+
2δ+
δ+
δ

Slide 14 - Tekstslide

Dipool-dipoolbinding
Binding tussen polaire moleculen ("dipolen")
Binding tussen          en          van verschillende moleculen
Voorbeelden: HCl en H2O
        
δ+
δ

Slide 15 - Tekstslide

Een molecuul is een dipool als
- er polaire atoombindingen aanwezig zijn
- er een vlak in het molecuul aan te wijzen is, waarin de ladingen elkaar niet opheffen (geen symmetrie)

Slide 16 - Tekstslide

Waterstofbrug
Bij polaire bindingen met een H-atoom kunnen moleculen waterstofbruggen vormen
Voorbeeld: H2O

(En alle andere
N-H, O-H bindingen)
- - - - - -
- - - - - -

Slide 17 - Tekstslide

Waterstofbrug
Ander Voorbeeld: H2O met ethanal, dat kan ook!




Dus: 1 polaire binding met H (hier: O-H) en
een andere polaire binding met of zonder H (hier: C=O)
- - - - - -

Slide 18 - Tekstslide

Waterstofbruggen
Waterstofbruggen geven ijs een
kenmerkende structuur met veel 
lege ruimte, 
vandaar de lage dichtheid!
waterstofbrug (H - O)

Slide 19 - Tekstslide

Meso-niveau
De lage dichtheid op macro-niveau
is niet te verklaren uit het micro-niveau
(de waterstofbruggen tussen de moleculen)

De specifieke kristalstructuur van ijs 
die daar, qua grootte, tussenin zit, verklaart het wel!
Dat is het meso-niveau.

Slide 20 - Tekstslide

Polaire + apolaire bindingen
Apolaire bindingen

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Van der Waalsbinding
Tussen moleculen
Relatief zwakke binding
Wordt sterker naarmate het molecuul groter wordt

Slide 24 - Tekstslide

We
Heptaan:
Propaan:
Welke stof heeft het hoogste kookpunt?
A
Heptaan
B
Propaan

Slide 25 - Quizvraag

Hoe sterker de binding tussen moleculen, hoe groter het kookpunt van de stof

Slide 26 - Tekstslide

We
2,2-dimethylbutaan:
Hexaan:
Welke stof heeft het hoogste kookpunt?
A
B
C
2,3-dimethylbutaan
D
Hexaan

Slide 27 - Quizvraag

Mate van Van der Waals-binding hangt af van raakoppervlak tussen moleculen

Slide 28 - Tekstslide

Polaire moleculen vormen een dipool, dipolen trekken elkaar aan

Slide 29 - Tekstslide

Dipoolbinding
Tussen polaire moleculen
Relatief sterke binding, véél sterker dan vdWaals


Slide 30 - Tekstslide

We
Methanol:
Welke stof heeft het hoogste kookpunt?
Ethaan:
A
Methanol
B
Ethaan

Slide 31 - Quizvraag

En die gekko's?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Bij welke fase overgang(en) worden VanderWaals-bindingen verbroken?
A
Van vast naar vloeibaar
B
Van vloeibaar naar gas
C
Van vast naar gas
D
Van gas naar vloeibaar

Slide 34 - Quizvraag

Welke bindingen worden verbroken bij het koken van deze stof?
A
waterstofbruggen
B
waterstofbruggen en vanderwaals-bindingen
C
vanderwaals-bruggen
D
vanderwaals-bindingen.

Slide 35 - Quizvraag

Welke bindingen worden verbroken bij het koken van deze stof?
A
vanderwaals-bindingen
B
dipool-dipoolbindingen
C
waterstofbruggen
D
A, B en C.

Slide 36 - Quizvraag

Welke binding tussen moleculen is sterker: een vanderwaalsbinding, een dipool-dipoolbinding of een waterstofbrug?
A
vanderwaalsbinding
B
dipool-dipoolbinding
C
waterstofbrug
D
Ik weet het niet

Slide 37 - Quizvraag

Polaire molecuul
Apolair molecuul
Waterstof
Methaan
Methanol
Waterstofchloride
Koolstofdioxide
Water

Slide 38 - Sleepvraag

Welke combinatie kan geen waterstofbrug vormen?
A
N-H en O-H
B
O-H en O-H
C
C-H en N-H
D
C=O en H-N

Slide 39 - Quizvraag

Huiswerk
18 t/m 21, 22 t/m 31, 32

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen: p78, 79, 80, 81 (t/m "water als polair molecuul")
Maken: 18, 22, 23

Morgen: bijzondere soorten polaire en apolaire moleculen

Slide 41 - Tekstslide