persoonlijk vnw 3e en 4e naamval ontleden

Herzlich Willkommen


Persoonlijk voornaamwoord als 3e of 4e naamval ontleden

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen


Persoonlijk voornaamwoord als 3e of 4e naamval ontleden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Kennen wir ( u).................?
A
Sie
B
sie
C
Ihnen
D
euch

Slide 5 - Quizvraag

Brauchst du diesen Computer? Nein ich brauche....... nicht.
A
ihr
B
er
C
ihm
D
ihn

Slide 6 - Quizvraag

Gibst du deinen Hunden viel Futter?
Natürlich gebe ich ..... genügend Futter.
A
ihm
B
ihn
C
ihnen
D
sie

Slide 7 - Quizvraag

Noteer 7 voorzetsels met de 4e naamval

Slide 8 - Open vraag

Vertaal naar het Nederlands: ohne um bis entlang

Slide 9 - Open vraag

Ich habe (deze )...........Tierarzt (ons).......Kaninchen (mv) gezeigt.
A
diesen, unseren
B
diesem, unsere
C
diesem, unseren
D
diesen, unsere

Slide 10 - Quizvraag

de aanleiding

Slide 11 - Open vraag

uitstekend

Slide 12 - Open vraag

de belevenis

Slide 13 - Open vraag

de uitdaging

Slide 14 - Open vraag

zojuist

Slide 15 - Open vraag

Sie hat (jullie)........immer geholfen.
A
ihnen
B
ihr
C
uns
D
euch

Slide 16 - Quizvraag

Sein Bruder hat (mij) _______________ die Stadt gezeigt.
A
mich
B
dich
C
mir
D
dir

Slide 17 - Quizvraag

Ich bin mit (hem) ______________ in die Schule gegangen
A
ihn
B
ihm
C
ihr
D
sie

Slide 18 - Quizvraag

Ja, ich freue mich auf _(hem)_____________.
A
ihm
B
ihn
C
sie
D
ihr

Slide 19 - Quizvraag

Ich möchte (u) ______________ gratulieren zum Geburtstag.
A
Sie
B
Ihnen
C
ihnen
D
sie

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Wo ist der Hund? Wo ist ____?

Kies het juiste persoonlijke vnw.
A
er
B
ihn

Slide 22 - Quizvraag

Wo ist meine Tochter? Wo ist ____?

Kies het juiste persoonlijke vnw.
A
sie
B
ihr

Slide 23 - Quizvraag

Paul hat ____ in die Stadt gesehen.

Kies het juiste persoonlijke vnw.
A
mir
B
mich

Slide 24 - Quizvraag

Ich habe (hem)_____ein Geschenk gegeben.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 25 - Open vraag

Wo ist meine Tochter? Ich sehe ____(haar) nicht mehr.
Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 26 - Open vraag

Wo sind die Kinder? Ella ruft ____(hun).

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 27 - Open vraag

Der Firma schickt ___(U) eine E-Mail.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 28 - Open vraag

Der Mann kann seinen Hut nicht finden? Er sucht ___(hem) überall.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 29 - Open vraag

Der Arzt operiert ___(mij) am Montag.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 30 - Open vraag

Der Arzt gibt ___(mij) Tabletten gegen die Schmerzen.

Vertaal het persoonlijke vnw, in de juiste naamval

Slide 31 - Open vraag

Wat vind je
nog lastig?

Slide 32 - Woordweb

Ende

Slide 33 - Tekstslide