Future tense: to be + going to + hww

Welcome to today's English lesson

With Ms Frijns
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome to today's English lesson

With Ms Frijns

Slide 1 - Tekstslide

Take out your books and start reading, please 
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

By the end of this lesson, you...
...know what the future tense is. 
...know when to use will and shall in the future tense. 

Slide 3 - Tekstslide

The future

Slide 4 - Tekstslide

The Future: gebruik
Wanneer gebruik je de future tense?
Je gebruikt de future tense om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

Slide 5 - Tekstslide

The Future: gebruik
Wanneer gebruik je de future tense?
Je gebruikt de future tense om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

2 vormen:
Spontaan: 
  • I will help you with that. 
Iets van plan/ iets wat sowieso gaat gebeuren:
  • I am going to clean my car this weekend. 

Slide 6 - Tekstslide

The Future: gebruik
Wanneer gebruik je de future tense?
Je gebruikt de future tense om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

2 vormen:
Spontaan: 
  • I will help you with that. 
Iets van plan/ iets wat sowieso gaat gebeuren:
  • I am going to clean my car this weekend. 

Slide 7 - Tekstslide

The Future: to be going to

Slide 8 - Tekstslide

The Future: to be going to: vorm
Gebruik: Je gebruikt to be going to in the future om aan te geven dat je iets van plan bent of dat iets sowieso gaat gebeuren. 

I am going to clean my car this weekend. (plan)
They are going to go the zoo tomorrow. (plan)

Look at those dark clouds! It is going to rain soon. (gaat gebeuren)
Watch out, you are going to spill the tea! (gaat gebeuren)

Slide 9 - Tekstslide

The Future: to be going to: vorm
I am going to clean my car this weekend. 
Look at those dark clouds! It is going to rain soon.

Hoe ziet to be going to in de future eruit?
To be + going to + hele werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

The Future: to be going to: ? 
I am going to clean my car this weekend. 
Am I going to clean my car this weekend? 
Look at those dark clouds! It is going to rain soon.
Is it going to rain soon?

Hoe ziet to be going to in de future eruit in een vraagzin?

Slide 11 - Tekstslide

The Future: to be going to: ? 
I am going to clean my car this weekend. 
Am I going to clean my car this weekend? 
Look at those dark clouds! It is going to rain soon.
Is it going to rain soon?

Hoe ziet to be going to in de future eruit in een vraagzin?
Bij een vraagzin zet je 'to be' vooraan de zin.

Slide 12 - Tekstslide

The Future: to be going to: - 
I am going to clean my car this weekend. 
I am not going to clean my car this weekend. 
Look at those dark clouds! It is going to rain soon.
It isn't going to rain soon.

Hoe ziet to be going to in de future eruit in een ontkennende zin? In een ontkennende zin plak je 'not' of 'n't' achter 'to be'

Slide 13 - Tekstslide

Over to you...
Option 1: work on the weektask for week 48. 
Option 2: study for the test. 

Slide 14 - Tekstslide