Woordraadstrategieën les 3

Woordraadstrategieën
Wat weet je nog ?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordraadstrategieën
Wat weet je nog ?

Slide 1 - Tekstslide



Wat zijn woordraadstrategieën?
A
woordspelletjes
B
Manieren om de betekenis van woorden te vinden
C
Het juist spellen van woorden
D
Manieren om woorden te maken

Slide 2 - Quizvraag


Een woord dat hetzelfde betekent is een:
A
Voorbeeld
B
Omschrijving
C
Synoniem

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor kapot?
A
lek
B
vies
C
vreemd
D
stuk

Slide 4 - Quizvraag

Waar in de tekst vind je vaak de omschrijving van een moeilijk woord ?
A
In de zin zelf of in de zin erna.
B
Er staat vaak bijvoorbeeld:
C
In de inleiding
D
Er staat echt nooit een omschrijving in een tekst.

Slide 5 - Quizvraag

Een omschrijving van een moeilijk woord bestaat uit maar één woord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

VOORBEELD 
  • Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. 
  • Deze woorden staan dan vaak in de tekst: 


Bijvoorbeeld,....... zo is er...., zoals........., denk maar aan....., 




Slide 7 - Tekstslide

VOORBEELD


Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 8 - Tekstslide

VOORBEELD 

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt (:)


Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.



Slide 9 - Tekstslide

Vaak komt een voorbeeld na het volgende leesteken,
A
? vraagteken
B
, komma
C
! uitroepteken
D
: dubbele punt

Slide 10 - Quizvraag

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
omschrijving zoeken
C
vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 11 - Quizvraag

Welke 3 woordraadstrategieën weet je nu?

Slide 12 - Woordweb

Ik vind woordraadstrategieën best wel makkelijk!
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

We gaan nu zoeken naar een woordraadstrategie in een tijdschrift.
Hoe?
Mevrouw Fiet maakt groepjes en je krijgt één woordraadstrategie die je moet zoeken. 
Succes!!!!!! 

Slide 14 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
Wat weet je nog ?

Slide 15 - Tekstslide

Nu gaan we oefenen! Pak je boek! 

We lezen samen tekst 1. 
Als je goed meedoet heb je bijna geen huiswerk ;)

Slide 16 - Tekstslide

Bij tekst 1, opdracht 1 in alinea 1 staat een ander woord voor:
De snackbar
A
Een vreetschuur
B
Het restaurantje
C
Een soort Mc Donalds
D
De keuken

Slide 17 - Quizvraag

In alinea 2, de eerste zin omschrijft wat archeologen voor een werk doen:
"Inmiddels is een groot deel van de stad weer opgegraven". Welk woord omschrijft dit het beste?
A
opgegraven
B
vinden
C
zoeken
D
ontdekken

Slide 18 - Quizvraag

Boven alinea 2 staat het tussenkopje 'Schilderingen'. Welk tussenkopje zou ook goed passen bij deze alinea?
A
Dieren
B
Archeologen
C
Eeuwenoud
D
Opknappen

Slide 19 - Quizvraag

Maak nu opdracht 1 op blz. 1 af.
Als je de opdrachten in de les maakt dan heb je geen huiswerk 

Slide 20 - Tekstslide

 We lezen samen tekst 2.
Daarna maken we opdracht 2.

Slide 21 - Tekstslide

We lezen samen tekst 2, blz 12. In alinea 2 staat een omschrijving van De Kangoeroes.
Welke omschrijving is dat?
timer
5:00

Slide 22 - Open vraag

In alinea 4 staat: zoals katten en honden.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
Buideldieren
B
Huisdieren
C
Dieren

Slide 23 - Quizvraag

afwisselend
Welke omschrijving is goed en staat in tekst 2?
A
Keken naar de wetenschapper en daarna weer naar de doos met eten.
B
Ze gaven naar een tijdje niet op.
C
Help mij!!
D
Ze begonnen eerst een beetje te snuffelen en te krabben.

Slide 24 - Quizvraag

Welk synoniem voor 'wetenschapper' staat in alinea 3?
A
Slimme gast
B
Mensen
C
Kangoeroe
D
Onderzoeker

Slide 25 - Quizvraag

Er staat in alinea 4 'bepaalde omstandigheden'
'In dit geval zou het komen doordat ....... om zich heen hebben'. Dit is een:
A
Synoniem
B
Omschrijving
C
Voorbeeld

Slide 26 - Quizvraag

Er staat in alinea 4 een synoniem voor 'voorheen'
Welk synoniem kan je vinden?
A
Misschien
B
Sommige
C
Vroeger
D
Af en toe

Slide 27 - Quizvraag

Als kangoeroes een doos niet zelf open kunnen maken, geven ze op.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

De kangoeroes kregen een opdracht die ze makkelijk konden uitvoeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Huisdieren kunnen communiceren, omdat ze al jaren bij mensen wonen.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

In alinea 4 staat: Bijzonder, vinden de onderzoekers. Schrijf in één of twee zinnen wat onderzoekers zo bijzonder vinden.
timer
2:00

Slide 31 - Open vraag

Vul het check-out ticket in!
Bij de deur inleveren!!!

DOEIII
Tot morgen: dan doen we het onderwerp van de tekst!!

Slide 32 - Tekstslide

Morgen gaan we lezen en het onderwerp van een tekst.

Slide 33 - Tekstslide