H/V2 Hfsst. 5.5.3 Versneld-eenparig-vertraagd

Hoofdstuk 5 Bewegen
paragraaf 5.3

Versneld - eenparig - vertraagd
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Bewegen
paragraaf 5.3

Versneld - eenparig - vertraagd

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een eenparige, versnelde en vertraagde beweging.
• Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
• Je kunt het (x,t)-diagram en het (v,t)-diagram van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen.
• Je kunt op een stroboscopische foto herkennen of de beweging eenparig, versneld of vertraagd is.
• Je kunt met een (x,t)-diagram nagaan wanneer twee weggebruikers elkaar passeren.

Slide 2 - Tekstslide

Verschillende bewegingen

Eenparige beweging :
Beweging met een constante snelheid
                                               (elke seconde dezelfde afstand afgelegd)
Versnelde beweging : Beweging met een toenemende snelheid
                                               (optrekken, accelereren)
Vertraagde beweging : Beweging met een afnemende snelheid
                                                (afremmen)

Slide 3 - Tekstslide

Eenparige beweging

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Versnelde beweging

Slide 6 - Tekstslide

versnelde beweging

Als een voorwerp versneld beweegt, legt het in dezelfde tijd een steeds grotere afstand af. 

Dat kun je zien op een stroboscopische foto van zo’n beweging: de afstand tussen de opeenvolgende beeldjes wordt steeds groter. 

Als je het (x,t)-diagram van zo’n beweging tekent, krijg je een gebogen lijn die steeds steiler omhoogloopt. Het (v,t)-diagram van deze beweging is een rechte lijn die schuin naar boven loopt.







Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Het (x,t)-diagram van een versnelde beweging.
Het (v,t)-diagram van een versnelde beweging.

Slide 9 - Tekstslide

Vertraagde beweging

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Het (x,t)-diagram van vertraagde beweging.

Het (v,t)-diagram van vertraagde beweging.

Slide 12 - Tekstslide

Eenparig - versneld - vertraagd

Welke beweging
zie je?

Slide 13 - Tekstslide

Eenparig - versneld - vertraagd
Versneld                    Eenparig          Vertraagd

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

QUIZ TIME

Slide 16 - Tekstslide

Zie het x,t-diagram hiernaast

Wat doet de fietser?

A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 17 - Quizvraag

Zie het x,t-diagram hiernaast

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 18 - Quizvraag

Zie het x,t-diagram hiernaast

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 19 - Quizvraag

Zie het v,t-diagram hiernaast

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 20 - Quizvraag


Welke kleur lijn geeft een versnelde beweging weer in het s,t-diagram?

Slide 21 - Open vraag

Bekijk deze stroboscoopfoto !

Slide 22 - Tekstslide

Wat kun je opmerken over de snelheid van de auto?
A
neemt toe
B
blijft gelijk
C
neemt af
D
is niet te bepalen uit deze foto

Slide 23 - Quizvraag

Het (x,t)-diagram met constante snelheid van 5,0 m/s. Een eenparige beweging wordt in een (x,t)-diagram voorgesteld door een rechte lijn.
 In het (v,t)-diagram wordt een eenparige beweging voorgesteld door ook een rechte lijn, maar nu loopt de lijn horizontaal.

Slide 24 - Tekstslide

Oefenopdracht 1
Mieke heeft een stroboscopische foto gemaakt van een speelgoedauto die eenparig beweegt. 

De tijd tussen twee lichtflitsen was 0,4 s.
Bereken de snelheid van de auto.






Slide 25 - Tekstslide

Geef jouw antwoord van oefenopdracht 1

De snelheid van de speelgoedauto van Mieke is: ....

Slide 26 - Open vraag

Oefenopdracht 1
Uitwerking
v = 0,25 m/s

Slide 27 - Tekstslide

Tegenkomen en inhalen
Op de meeste wegen heb je verkeer in twee richtingen. Regelmatig kom je iemand tegen die de andere richting op rijdt. Ook word je af en toe door iemand ingehaald. Soms is het handig om dit soort bewegingen in één (x,t)-diagram te tekenen. Op die manier kun je erachter komen waar en wanneer twee weggebruikers elkaar passeren.







Slide 28 - Tekstslide

Tegenkomen en inhalen (voorbeeld)
Bram vertrekt per fiets op t = 0 s vanaf de brievenbus voor zijn huis richting de winkel 40 m verderop. Zijn snelheid is 3,0 m/s. Op hetzelfde moment vertrekt Lisa lopend vanuit de winkel richting Bram.  Haar snelheid bedraagt 1,0 m/s. Bepaal m.b.v. een  x,t-diagram waar en wanneer ze elkaar ontmoeten. 








Slide 29 - Tekstslide

Tegenkomen en inhalen
Lisa en Bram bewegen allebei langs dezelfde weg. In het (x,t)-diagram zijn hun bewegingen ingetekend. Grafiek I geeft de beweging van Bram weer. Deze begint bij 0 m. Grafiek II geeft de beweging van Lisa weer en begint op 40 m. Het snijpunt van de twee grafieken heeft als coördinaten t = 10 s en x = 30 m. Lisa en Bram ontmoeten elkaar dus op 30 m van de brievenbus op het tijdstip t = 10 s.

Slide 30 - Tekstslide

Opdrachten maken

Hoofdstuk 5
paragraaf 3
opdrachten 1 t/m 10

Slide 31 - Tekstslide