Leerstrategieën: goed of fout

Je schrijft de woordjes en begrippen op als je ze leert.
A
Goed
B
Niet goed
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
StudievaardighedenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Je schrijft de woordjes en begrippen op als je ze leert.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 1 - Quizvraag

Schrijven = leren
Door de bewegingen die je maakt tijdens het schrijven, onthoud je beter dan wanneer je typt. 

Slide 2 - Tekstslide

Je wisselt leerstof af. Bijvoorbeeld bij wiskunde of werkwoordsvervoegingen.
A
Goed !
B
Niet goed!

Slide 3 - Quizvraag

Als je afwisselt in soorten oefeningen moet je steeds bedenken hoe je dit doet. Je maakt dus meer verbindingen tussen je hersencellen aan. 

Slide 4 - Tekstslide

Je markeert stukken tekst als je leerstof leert.
A
Goed idee!
B
Geen goed idee!

Slide 5 - Quizvraag

Stukken tekst markeren helpt niet om leerstof te onthouden. Markeer nooit als je een tekst voor de eerste keer leest. Je weet nog niet wat belangrijk is. 

Slide 6 - Tekstslide

Je herleest de leerstof regelmatig.
A
Goed idee!
B
Geen goed idee!

Slide 7 - Quizvraag

Het lijkt of je de leerstof beheerst, omdat je de woorden herkent. Op een toets kun je de inhouden niet ophalen uit je geheugen. Je hebt de tekst passief gelezen. 

Slide 8 - Tekstslide

Je maakt een planning over meerdere studiemomenten. Je houdt je aan je planning.
A
Goed idee!
B
Geen goed idee!

Slide 9 - Quizvraag

Leerstof plannen en meerdere keren herhalen is een goede studievaardigheid. 

Slide 10 - Tekstslide

Ik maak aantekeningen tijdens de les.
A
Goed!
B
niet goed!

Slide 11 - Quizvraag

Door aantekeningen te maken tijdens de les, verwerk je de leerstof actief! 

Slide 12 - Tekstslide

Je doet je werkboek tijdens het leren regelmatig dicht en noteert op een leeg blaadje wat je weet
A
Goed
B
Niet goed

Slide 13 - Quizvraag

Een samenvatting maken op basis van de kennis in je langetermijngeheugen is effectief. Open daarna je boek en vul je samenvatting aan.

Slide 14 - Tekstslide

Je leert je woordjes voor de talen altijd in dezelfde volgorde.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 15 - Quizvraag

Als je de volgorde van de woorden door elkaar doet, vind je de woorden beter terug in je geheugen.

Slide 16 - Tekstslide

Je leert via digitale tools en schrijft de lesstof niet op.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 17 - Quizvraag

Als je alleen maar via digitale tools leert, maak je minder verbindingen tussen je hersencellen dan wanneer je schrijft.

Slide 18 - Tekstslide

Als je leert zet je de leerverdubbelaar in: je gebruikt naast woorden ook tekeningen, foto's, filmpjes, schema's, ...
A
Goed
B
Niet goed

Slide 19 - Quizvraag

Je kan de leerstof beter terugvinden in je geheugen, omdat je de leerstof dubbel hebt opgeslagen. 
(woord en beeld)

Slide 20 - Tekstslide

Je laat je regelmatig overhoren. Dit doe je niet alleen direct nadat je geleerd hebt, maar ook 2 dagen erna.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 21 - Quizvraag

Als je leerstof afwisselt, moet je harder nadenken, waardoor je meer verbindingen maakt in je hersenen.

Slide 22 - Tekstslide