Sociale hygiëne, alcohol, drugs en gokken

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Alcohol


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Het effect van alcohol

De 5 verschillende fasen:

- Ontspannen, ontremd -> 1-3 glazen

- Aangeschoten -> 3-7 glazen

- Dronken, zat -> 7 - 15 glazen

- Laveloos -> 15 - 20 glazen

- Knock-out -> 20 - 25+ glazen



Slide 4 - Tekstslide

Zwak alcoholhoudende dranken hebben een alcohol percentage tussen de
A
0.2% - 0.7%
B
15% - 15.5%
C
0.5% - 15%
D
20% - 25%

Slide 5 - Quizvraag

Sterk alcoholhoudende dranken zijn dranken met een alcohol percentage van 15% of meer
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

               Alcohol


                Wat is alcohol?

                Zwak alcoholhoudende dranken (0.5% - 15%)

         Sterk alcoholhoudende dranken (15% +)

Slide 7 - Tekstslide

Eenheden/hoeveelheid

Slide 8 - Tekstslide

Onder sterk alcoholhoudende dranken verstaan wij
A
Bier, wijn, sherry en port
B
Cognac, jenever, whisky en rum

Slide 9 - Quizvraag

Waar in het lichaam wordt het meeste alcohol afgebroken?
A
Nier
B
Maag
C
Bloed
D
Lever

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel glazen alcohol heb je op als je aangeschoten bent
A
Tussen 7-15 glazen
B
Tussen 3-7 glazen
C
Tussen 2-8 glazen

Slide 11 - Quizvraag

Er zijn twee soorten alcoholverslavingen: Lichamelijke en geestelijke
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van alcoholmisbruik bij gasten:
A
Overmatig drinken, dansen en springen
B
Overmatig drinken, veel drinken in korte tijd en in ongewenste situaties
C
Veel drinken, slechte wijn drinken en veel slapen
D
Slechte gezondheid, erg ontspannen en weinig tijd

Slide 13 - Quizvraag

Moet je dronken gasten verwijderen uit je zaak? of bel je de politie?
A
Nee, niet verwijderen
B
Ja, gooi ze eruit
C
Nee, niet verwijderen en/of bel de politie

Slide 14 - Quizvraag

Verbod op alcohol onder de 18

Boete voor drinker: 
  • onder 16 jaar € 47,50 
  • boven 16 jaar € 95,00 
Boete voor bedrijf: € 1360,00

Slide 15 - Tekstslide

Wat is voor een horecabedrijf een manier om verantwoord alcoholgebruik te bevorderen?
A
door hapjes en nootjes te serveren
B
door happy hours te organiseren
C
door lege glazen gelijk weg te halen

Slide 16 - Quizvraag

Welke stappen onderneem je bij een alcoholverslaafde gast (in je bedrijf) bij het hanteren van het sociale hygiënisch beleid?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

1

Slide 19 - Video

Drugs
  • Verdovende middelen
  • Stimulerende middelen
  • Bewustzijnsveranderende middelen

Slide 20 - Tekstslide

Verdovende drugs zijn:
Slaap en kalmeringsmiddelen
Opium en Heroïne
Morfine 
GHB

Slide 21 - Tekstslide

Stimulerende drugs voorbeelden:
  • Cocaine
  • Speed
  • XTC (MDMA)
  • 4-FA
  • Nicotine en Cafeïne

Slide 22 - Tekstslide

Bewustzijnsveranderende drugs zijn:
  • Hasj
  • Wiet
  • LSD
  • Paddo's

Slide 23 - Tekstslide

Van welke drugs gaat je hartslag omhoog?
A
Stimulerende drugs
B
Verdovende drugs
C
Bewustzijn veranderende drugs

Slide 24 - Quizvraag

Verboden voor zwangere vrouwen
Verboden te roken 
Verboden te drinken 
Druggebruik niet toegestaan

Slide 25 - Sleepvraag

Zet het plaatje van de drug bij het effect dat deze heeft
Waarnemingsveranderend
Verdovend
Opwekkend

Slide 26 - Sleepvraag

Zet het plaatje van de drug bij het effect dat deze heeft
Verdovend
Opwekkend

Slide 27 - Sleepvraag

Hoe kan de drugs cocaïne in het haar terechtkomen?
Juist
Onjuist
Snuiven
Injecteren
Cocaïne in contact te brengen met haar
Slikken
inademen

Slide 28 - Sleepvraag

Verslaving aan genotmiddelen
Verslaving aan gedrag
Alcohol
Gokken
Slaappillen
Gamen
Drugs
Werken
Sigaretten
Extreem sporten

Slide 29 - Sleepvraag

Drugs die in Nederland als drugs
worden beschouwd staan in de ............
A
Grondwet
B
Opiumwet
C
Wetboek van Strafrecht
D
Wetboek van Strafvordering

Slide 30 - Quizvraag

Deze drugs heeft een waarnemingsveranderend effect. Er zijn heel veel verschillende soorten van deze drug
A
XTC
B
Cocaïne
C
Heroïne
D
Paddo's

Slide 31 - Quizvraag

Ik heb weleens drugs gebruikt. (lachgas is ook drugs)
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

Welke drug wordt ook wel 'date rape drug' genoemd?
A
GHB
B
Cocaïne
C
LSD
D
MDMA

Slide 33 - Quizvraag

Welke stappen onderneem je bij een drugsverslaafde gast (in je bedrijf) bij het hanteren van het sociale hygiënisch beleid?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Een gokverslaving is een voorbeeld van een gedragssverslaving.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Gokken
A
Middelenverslaving
B
Handelingsverslaving
C
Geen van beide

Slide 38 - Quizvraag

Ken je iemand die verslaafd is aan gokken of die zich niet kan inhouden tijdens het gokken?
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quizvraag

Wat kunnen eventuele gevolgen van gokken zijn?
A
Meer of minder gaan eten
B
psychische problemen
C
Er zijn meestal geen gevolgen
D
heel veel schulden

Slide 40 - Quizvraag

Verdovende middelen
Stimulerende middelen
Bewustzijnsveranderende middelen
Gewoonte verslaving
tabak, xtc, cocaïne, koffie, energy drankjes, speed. Je hartslag gaat omhoog gaat, je bloeddruk stijgt en je ademhaling versnelt. Je hebt geen behoefte aan rust en je hebt het gevoel dat je de wereld aankunt. Je wordt energiek.  Overdosis en chronisch gebruik kunnen leiden tot hartaanvallen en psychoses.
veroorzaken een andere voorstelling en beleving van de werkelijkheid. Bij een overdosis raak je de grip op de realiteit kwijt of buiten bewustzijn. In het ergste geval kun je aan een overdosis sterven.  bijvoorbeeld lsd, paddo’s en in lichtere mate wiet en hasj. 
 bepaalde activiteit die je dwangmatig vaak uitoefent. Denk aan seksverslaving, internetverslaving, gokverslaving, eetverslaving, sportverslaving en gameverslaving. Zo’n verslaving zorgt ervoor dat je geen normaal leven kunt leiden.
zorgen ervoor dat je je een beetje versuft voelt. Je wordt trager en slaperig. Bij een overdosis voel je je verward of raak je in coma. Onder deze categorie vallen alcohol, heroïne, morfine, GHB en slaap- en kalmeringspillen. 

Slide 41 - Sleepvraag

Hoeveel gokverslavingen kennen wij in Nederland ongeveer?
A
10.000
B
20.000
C
30.000
D
40.000

Slide 42 - Quizvraag

Welk antwoord is het meest waar m.b.t. gokverslaving?
A
Door gokken ga je in een roes leven
B
De spanning en opwinding veranderen processen in je hersenen
C
Gokverslaving wordt in de hulpverlening aangemerkt als een psychische stoornis
D
A, B en C zijn waar

Slide 43 - Quizvraag

Welke stappen onderneem je bij een gokverslaafde gast (in je bedrijf) bij het hanteren van het sociale hygiënisch beleid?

Slide 44 - Open vraag