criminaliteit hoofdstuk 5 en 6
1 / 23
Lesduur is: 90 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
De advocaat verdedigt de verdachte en probeert aan te tonen dat er te weinig bewijsmateriaal is.
Hoe heet dit onderdeel van de rechtszaak?
Hoe heet dit onderdeel van de rechtszaak?
A
Aanklacht
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Laatste woord
Slide 3 - Quizvraag
Een ander woord voor 'vonnis' is:
A
Requisitoir
B
Uitspraak
C
Tenlastelegging
D
Pleidooi
Slide 4 - Quizvraag
..................leest het requisitoir voor.
A
De officier van justitie
B
de advocaat
C
De rechter
D
De griffier
Slide 5 - Quizvraag
Het requisitoir met de strafeis wordt behandeld door de
A
rechter
B
Ovj
C
advocaat
D
getuigen
Slide 6 - Quizvraag
'Waarom ging u terug naar het slachtoffer na die heftige ruzie?'
Dit valt onder het onderdeel..
Dit valt onder het onderdeel..
A
opening
B
requisitoir
C
verhoor
D
pleidooi
Slide 7 - Quizvraag
10
De advocaat legt uit waarom hij een lagere straf wil voor zijn cliënt. Dit verhaal van de advocaat heet een...
De advocaat legt uit waarom hij een lagere straf wil voor zijn cliënt. Dit verhaal van de advocaat heet een...
A
tenlastelegging
B
pleidooi
C
requisitoir
D
vonnis
Slide 8 - Quizvraag
Lees tekst 2. Hoe heet dit betoog van de officier van justitie?
A
getuigenis
B
pleidooi
C
requisitoir
D
vonnis
Slide 9 - Quizvraag
onderdeel van de dagvaarding waarin het OM zegt waarvan het de verdachte beschuldigt
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis
Slide 10 - Quizvraag
De rechter kijkt altijd naar eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken.
Dit noem je:
Dit noem je:
A
Rechtsbescherming
B
Jurisprudentie
C
Vonnis
D
Requisitoir
Slide 11 - Quizvraag
Aanklacht
Pleidooi
Vonnis
Requisitoir
Laatste woord
Rechter
Verdachte
Advocaat
Officier van justitie
Strafeis
Tenlaste-legging
Uitspraak
Slide 12 - Sleepvraag
Opening
Aanklacht
Verhoor
Verklaring
Requisitoir
Pleidooi
Laatste woord
Vonnis
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
"Bij zware misdrijven hebben ook slachtoffers spreekrecht."
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een dagvaarding?
A
De oproep om voor de rechter te komen
B
Wanneer de politie toestemming krijgt om jou een extra dag vast te houden
C
Het bevel om jezelf bij de gevangenis te melden.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is geen recht als je opgepakt wordt?
A
Recht om te zwijgen
B
Recht op eerlijk proces
C
Recht om familieleden op de hoogte te brengen
D
Je kan maar beperkt vastgehouden worden
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer je in hoger beroep gaat kom je uit bij:
A
De Rechtbank
B
De Hoge Raad
C
Het Gerechtshof
Slide 18 - Quizvraag
Wie hebben de laatste jaren steeds meer spreekrecht gekregen
A
Advocaten
B
slachtoffers
C
getuigen
Slide 19 - Quizvraag
12: Hebben geen spreekrecht in de rechtszaal
A
Officier van Justitie
B
Slachtoffers
C
Advocaat
D
Journalisten
Slide 20 - Quizvraag
Als een directeur, omdat hij directeur is, voor eenzelfde delict een minder strenge straf krijgt dan een vuilnisman, is er sprake van klassenjustitie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Wat is klassenjustitie?
A
Mensen uit hogere klassen worden bevooroordeeld
B
Mensen uit lagere klassen worden bevooroordeeld
C
Jongeren worden benadeeld ten opzichte van ouderen
Slide 22 - Quizvraag
22: Fraude is een vorm
A
Zware criminaliteit
B
Witte boorden criminaliteit
C
Lichte criminaliteit
D
Geen criminaliteit
