HP Plus Wondzorg les 4

Bijeenkomst 4
  • Decubitus
  • Laag complexe wonden
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 4
  • Decubitus
  • Laag complexe wonden

Slide 1 - Tekstslide

Borst: oncologische wond

Slide 2 - Tekstslide

Een rode wond geneest het best in een vochtig wondklimaat.
Helpende plus mogen rode wonden verzorgen.
Bouw huidlagen

Slide 3 - Tekstslide

Een wond is een verbreking van de continuïteit van weefsel veroorzaakt door een trauma of pathologische aandoening.

Epidermis: Opperhuid (het opperhuidweefsel) bestaat uit een vijftal lagen.
Dermis: Lederhuid geeft de huid zijn stevigheid. Deze laag bestaat uit dicht bindweefsel, verdeeld over twee lagen. In de dermis komen ook talg- en zweetklieren, haarwortels en zenuwen voor. Ook zijn er bloedvaten in deze huidlaag.
Subcutis: De subcutis is onderhuids weefsel dat voornamelijk dient voor vetopslag.

Slide 4 - Tekstslide

Zie boek blz. 142 en 143
wonden worden ingedeeld naar kleur, de kleur beoordeel je door naar de wondbodem te kijken.

ontstaanswijze van wonden
  • circulatiestoornis, (zie plaatje voet)
  • oncologisch
  • infectiewonden
  • mechanisch
  • chemisch
  • thermisch
  • elektriciteit

Slide 5 - Tekstslide

Ontstaanwijze; zie boek blz.142
Een mechanische wond is veroorzaakt door:
A
Elektriciteit
B
Straling
C
Chemische stoffen
D
Fysiek trauma

Slide 6 - Quizvraag

Wonden die veroorzaakt zijn door een scherp of stomp geweld van buitenaf, zoals steek-, snij-, schaaf-, schot-, scheur- en kneuswonden of chirurgische wonden
Wondclassificatiesystemen






Wordt gebruikt om structuur aan te brengen in een wondbehandeling
  • WCS model (blz. 143)
  • TIME model (blz. 152)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WCS - classificatiemodel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gele wond
Rode wond
Zwarte wond

Slide 9 - Sleepvraag

Opdracht 1 uit je boek
Time model
  • Er wordt naar factoren gekeken die een rol spelen bij het genezingsproces van een wond
  • Kan gebruikt worden bij het diagnosticeren van een wond en bepalen en evalueren van een wondbehandeling.

Slide 10 - Tekstslide

Time plan: zie boek blz. 152
TIME
  • T = Tissue, weefsel Wat is de kleur?
  • I = Infectie ; is er sprake van een infectie?
  • M = moisture = vocht; produceert de wond veel vocht?
  • E = edge = wondranden ; wat is de toestand van de rand?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond

Een rode wond bestaat uit granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase

In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel (epithelialisatie).

Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond. 

Deze bodem is gezond.

Slide 13 - Tekstslide

In de granulatiefase wordt de beschadigde huid (dermis) vervangen door nieuw weefsel dat granulatieweefsel heet. In deze fase ziet de wond er vaak helderrood uit.
Welke kleur volgens WCS heeft een granulerende wond?
A
zwart
B
geel
C
rood

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase.

 Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond.


Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten.

Gele wond

Slide 15 - Tekstslide

Reactiefase (ontstekingsfase) in deze fase ruimt het lichaam weefsel op, zoals oud bloed en bacteriën. Er zit wondvocht in de wond. Een wond is in deze fase altijd wat rood, gezwollen en pijnlijk.
Zwarte wond

Een zwarte wond dankt zijn kleur aan het afgestorven weefsel (necrose/débris) waar de wond uit bestaat.
Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën. De kleur kan ook bruin-grijs-gelig zijn.
Er zijn twee vormen van necrose: harde necrose (korst) en natte necrose.

 

zwarte wond

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubituswonden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Zie boek blz. 147

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies