2. Spanningsbronnen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2. Spanningsbronnen

Ga rustig zitten op je plek.

iPad in de LessonUp, boek en schrift op tafel.

Startvraag: wat is een geleider?

Eerder leerden we:

Wat een gesloten stroomkring is.

Wat geleiders en isolatoren zijn.

Welke eenheid hoort bij stroomsterkte en hoe je een stroommeter af moet lezen.

Welk van deze voorbeelden is een geleider?

1. Plastic
2. Rubber
3. Koper
4. Hout

Wanneer is de stroomkring gesloten?

1. Als de schakelaar aan is
2. Als de schakelaar uit is

Welke stroomsterkte geeft de stroommeter aan?

1. 2 A
2. 2 mA
3. 0,2 A
4. 0,02 A

Deze les leren we...

...wat spanning is en wat voorbeelden zijn van spanningsbronnen.

...wat een condensator is.

...hoe je de juiste spanning kan krijgen.

Stroom is lading die door een stroomkring gaat. Spanning is de kracht die ervoor zorgt dat die lading kan gaan stromen.

Als een ballon flink opgeblazen is, staat daar grote spanning op, en kan de lucht er snel uit stromen.

Een batterij is een voorbeeld van een spanningsbron.

Niet elke batterij levert evenveel spanning. De eenheid die bij spanning hoort is Volt (V).

Welke spanning geeft de spanningsmeter aan?

1. 2 V
2. 3 V
3. 10 V
4. 20 V

Elk apparaat werkt het best op een bepaalde spanning.

Vb.: een afstandsbediening heeft 3 Volt nodig. Met meer gaat 'ie kapot, met minder doet 'ie het niet goed.

Omdat een normale batterij maar

1,5 V spanning levert, heb je er twee nodig.

Je legt dan de plus-kant van de ene batterij tegen de min-kant van de andere. Je hebt ze dan in serie gelegd en de totale spanning telt dan bij elkaar op.

Een condensator is een bijzondere bron van spanning.

Deze laadt op tot hij vol zit met spanning, en daarna geeft hij kort een flinke lading spanning af.

Dat werkt voor bv. een flitser, maar niet in een stroomkring.

Dit hebben we geleerd:

Je kan uitleggen wat spanning is en voorbeelden noemen van spanningsbronnen.

Je kan de juiste eenheid noemen bij de grootheid spanning en een spanningsmeter aflezen.

Je kan uitleggen hoe je de juiste spanning in een apparaat kan krijgen.

Je kan uitleggen wat een condensator is.

Aan de slag

Maak: paragraaf 4.2, opdrachten 1 t/m 5, en:

Als je het lastig vindt: opdracht 6 t/m 8.

Als je het simpel vindt: opdracht 9 t/m 12.

Hoe? In je boek. Gebruik de theorie bij de opdrachten.

Met wie? Eerste 10 minuten stil, daarna mag je rustig overleggen.

Klaar? Begin alvast met Practicum 1 (bij bestanden in Teams). Je gebruikt daarvoor deze site.