Als je in de thuiszorg aan de slag gaat moet je
1) kunnen zorgdragen voor een goede persoonlijke verzorging
2) een zorgvrager in de thuissituatie kunnen helpen bij:
- het wassen aan de wastafel
- het aankleden
- het verplaatsen
- het afhalen en opmaken van een bed
- het kiezen van gezonde voeding
3) kunnen samenwerken en overleggen met collega's en zorgvragers
4) een dekverband kunnen aanlegen