Ecologie

Ecologie

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je



-wat abiotische en biotische factoren zijn
-wat de verschillende niveaus in de ecologie zijn

- een voedselketen beschrijven


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Temperatuur is ....
A
Een abiotische factor
B
Een biotische factor
C
Geen biotische en geen abiotische factor

Slide 6 - Quizvraag

Horen soortgenoten bij biotisch of abiotische factoren?
A
biotische factoren
B
abiotische factoren

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveelheid licht is
A
een abiotische factor
B
een biotische factor
C
geen abiotische en geen biotische factor

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een biotoop?
A
Alle organismen in een gebied
B
Alle abiotische factoren
C
alle levende dingen in de wereld
D
Dat weet ik niet

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn abiotische factoren?
A
De invloeden afkomstig van de levende natuur
B
De invloeden afkomstig van de levenloze natuur
C
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
D
A en B

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 11 - Quizvraag

Een bepaald gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een abiotische factor?
A
Lucht
B
Concurrentie
C
Voedsel

Slide 13 - Quizvraag

Wat bestuderen we in de ecologie?
A
In de ecologie bestuderen we alle relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu
B
In de ecologie bestuderen we een milieu
C
In de ecologie bestuderen we de invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur
D
A en B zijn beide goed

Slide 14 - Quizvraag

De studie van het gedrag van dieren heet ecologie
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

wat zijn de vier niveau's van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosystemen
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosystemen

Slide 16 - Quizvraag

Een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 17 - Quizvraag

Alle madeliefjes in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 18 - Quizvraag

Een populatie kan bestaan uit verschillende soorten organismen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je alle ecosystemen samen?
A
Ecosystemen
B
De dampkring
C
Populatie
D
Biosfeer

Slide 20 - Quizvraag

Een bepaald gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een POPULATIE
A
Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
B
Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
C
Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Slide 22 - Quizvraag

Tot welk niveau reken je in de biologie een duingebied met konijnen, vossen, vogels en allerlei soorten planten?
A
Biosfeer
B
Populatie
C
Organisme
D
Ecosysteem

Slide 23 - Quizvraag

Het opwarmen van de aarde. Op welk niveau heeft dit invloed?
A
Biosfeer
B
Ecosysteem
C
Populatie
D
Organisme

Slide 24 - Quizvraag

Tot welk niveau horen boomalgen die op een boom zitten?
A
Populatie
B
Ecosysteem
C
Orgaan
D
Organisme

Slide 25 - Quizvraag

Opdrachten maken

Maak opdracht 1 t/m 6

Slide 26 - Tekstslide

Wat hebben we tot nu toe geleerd?
  • Noem 3 biotische factoren 
  • Noem 3 abiotische factoren 
  • Noem de 4 niveaus.
Wat ga je nog leren?
  • de verschillende schakels binnen een voedselketen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Voedselketen = elke soort is voedsel voor een andere soort

Slide 29 - Tekstslide

Voedselweb= meerdere voedselketens door elkaar

Slide 30 - Tekstslide

Let op: een voedselketen of voedselweb begint altijd met een plant!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Producenten= planten
produceren voedsel voor mens en dier

Slide 33 - Tekstslide

consumenten 1ste orde= planteneters

Slide 34 - Tekstslide

Consumenten 2e orde= vleeseters

Slide 35 - Tekstslide

Afvaleters= eten dode resten van planten en dieren

Slide 36 - Tekstslide

Reducenten = bacterien
schimmels

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten

Slide 41 - Quizvraag

Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
allesetters
D
producenten

Slide 42 - Quizvraag

Van welke orde zijn vleeseters?
A
consumenten 1ste orde
B
consumenten 2e orde

Slide 43 - Quizvraag

Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaletters
D
reducenten

Slide 44 - Quizvraag

Basisstof 2 lezen en opdrachten maken

Slide 45 - Tekstslide