mh2c 14/01

In today's lesson:
  • Discuss reading test
  • Samengevoegde toets unit 3 & 4
  • Grammar 3.2: Present Perfect 


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

In today's lesson:
  • Discuss reading test
  • Samengevoegde toets unit 3 & 4
  • Grammar 3.2: Present Perfect 


Slide 1 - Tekstslide




Unit 3:         
  • woordjes: lesson 2 & lesson 5
  • expressions A en E
  • grammatica: present perfect
     


    Unit 4:
    • woordjes: lesson 2 & lesson 5
    • expressions A-B-C-D-E 
    • grammatica:
    past simple vs. present perfect, some- en any- met vervoegingen
    Stof toets Unit 3 en 4 samengevoegd

    Slide 2 - Tekstslide

    Wanneer gebruik je de present perfect?

    - Je gebruikt de present perfect om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is

    Elizabeth has lived in the city for 10 years now.

    Slide 3 - Tekstslide

    Wanneer gebruik je de present perfect?

    - Je gebruikt de present perfect om te praten over iets wat in het verleden is gebeurd en waar je nu nog resultaat van merkt.

    Tom has broken his laptop (now he can't use it)


    Slide 4 - Tekstslide

    Wanneer gebruik je de present perfect?

    - Je gebruikt de present perfect om te praten over ervaringen.

     They have never been to France before.
    Have you ever run a marathon?

    Slide 5 - Tekstslide

    Hoe maak je de present perfect?
    Have / has + voltooid deelwoord

    Have -> I, you, we, they 
    Has -> He, she, it

    vb: I have eaten an apple.
    vb: She has bought a new car.

    Slide 6 - Tekstslide

    Wat is het voltooid deelwoord?
    Werkwoord + ed 
     vb: They have painted the walls white

    OF

    Onregelmatige werkwoorden: Het derde rijtje achterin je boek
    vb: She has bought a new car

    Slide 7 - Tekstslide

    De present perfect in de zin herkennen

    Signaalwoorden voor de Present Perfect zijn: FYNE JAS

    • For
    • Yet
    • Never
    • Ever
    • Just
    • Always



    • Since


    Slide 8 - Tekstslide

    Een vraagzin maken  (?)

    Have/Has + onderwerp + voltooid deelwoord 

    vb: Have they finished the project yet?
    Have you visited London?

    Slide 9 - Tekstslide

    Een ontkennende zin maken (-)

    Have/has + not + voltooid deelwoord

    vb: I have not finished my homework.
    vb: They have not fixed the car yet.

    Slide 10 - Tekstslide

    Practice
    Present perfect: 

    Example: 
    +   He ..... (work) here for ten years.
    -   They.... (not be) to France before.
    ?   ..... you....(read) this novel yet?

    Slide 11 - Tekstslide

    Practice
    Present perfect: 

    Example: 
    +   He has worked here for ten years.
    -   They haven't been to France before.
     Have you read this novel yet?

    Slide 12 - Tekstslide

    Homework
    - Do ex. 5, 6, 7 & 8 of lesson 3.2

    Finished?
    Start studying the words of lesson 3.2

    This is homework for tomorrow

    Slide 13 - Tekstslide