Oefenopdrachten hoofdstuk 5 1vw

Oefenopdrachten hoofdstuk 5
Beantwoord de vragen.
Bij een open vraag vul je eerst zelf het antwoord in. Daarna vraag je de uitleg op om te kijken of je het antwoord goed hebt.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenopdrachten hoofdstuk 5
Beantwoord de vragen.
Bij een open vraag vul je eerst zelf het antwoord in. Daarna vraag je de uitleg op om te kijken of je het antwoord goed hebt.

Slide 1 - Tekstslide

Bij welke paragraaf hoort deze afbeelding?
A
Leenheren en leenmannen
B
Europa wordt christelijk
C
Machtige heren, halfvrije boeren
D
De opkomst van de islam

Slide 2 - Quizvraag

Bij welke paragraaf hoort deze afbeelding?
A
Leenheren en leenmannen
B
Europa wordt christelijk
C
Machtige heren, halfvrije boeren
D
De opkomst van de islam

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke paragraaf hoort deze afbeelding?
A
Leenheren en leenmannen
B
Europa wordt christelijk
C
Machtige heren, halfvrije boeren
D
De opkomst van de islam

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke paragraaf hoort deze afbeelding?
A
Leenheren en leenmannen
B
Europa wordt christelijk
C
Machtige heren, halfvrije boeren
D
De opkomst van de islam

Slide 5 - Quizvraag

Karel de Grote is in het systeem van het feodalisme de .....
A
leenheer
B
leenman

Slide 6 - Quizvraag

Waardoor ontstond het leenstelsel?
A
Het besturen van een groot rijk ging moeilijk door slechte wegen en slechte communicatie.
B
Leenmannen wilden toch al macht hebben, dus was het feodalisme een mooie oplossing.
C
Karel de Grote was niet goed genoeg om een groot rijk in zijn eentje te besturen
D
Karel de Grote gunde anderen ook een stukje macht.

Slide 7 - Quizvraag

Wat moet een leenman doen voor de leenheer?

Slide 8 - Open vraag

Wat is het verschil tussen het leenstelsel en het hofstelsel?

Slide 9 - Open vraag

Organisatie van de geestelijken
Paus
Bisschop
Pastoor

Slide 10 - Sleepvraag

Kies het juiste antwoord:
De Germanen hadden een
A
polytheïstische godsdienst
B
monotheïstische godsdienst

Slide 11 - Quizvraag

De Germanen verzetten zich tegen het christendom omdat..
A
zij het eten van de missionarissen niet lekker vonden
B
zij de missionarissen als indringers zagen
C
ze het leuk vonden om kerken in brand te steken

Slide 12 - Quizvraag

Waarom zijn monniken belangrijk geweest voor onze huidige kennis over de klassieke oudheid?

Slide 13 - Open vraag

Wat waren missionarissen?

Slide 14 - Open vraag

Waarom probeerden missionarissen altijd eerst de vorst te bekeren?

Slide 15 - Open vraag

Noem 3 plichten die horigen hadden in ruil voor veiligheid en bescherming.

Slide 16 - Open vraag

Wat is een privilege?

Slide 17 - Open vraag

Wat is een stand?

Slide 18 - Open vraag

Waarom hadden moslims er helemaal geen baat bij als alle joden en christenen islamitisch werden?

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn kaliefen?

Slide 20 - Open vraag

Waarom waren moslims meestal tolerant voor joden en christenen?

Slide 21 - Open vraag

Wat is een kalifaat?

Slide 22 - Open vraag

De moren waren ook wel:
A
Christenen afkomstig uit Noord-Afrika
B
Joden afkomstig uit Noord-Afrika
C
Moslims afkomstig uit Noord-Afrika
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 23 - Quizvraag

In Moors Spanje was er een landbouwstedelijke samenleving met een welvarende economie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke Franse stad werden de veroveringen door de Moren gestopt door Karel Martel?
A
Toulouse
B
Lourdes
C
Parijs
D
Poitiers

Slide 25 - Quizvraag

Waarom spreken we van een multi-culturele samenleving in Moors Spanje?

Slide 26 - Open vraag