In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
De Middeleeuwen
Vroege en Late Middeleeuwen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen 6.1
1. Wanneer laten wij de middeleeuwen beginnen en eindigen
2. Welke gemeenschappelijke kenmerken hadden de Germaanse volken?
3. Waardoor is Karel de Grote vooral bekend geworden? Noem drie punten.
4. Door welke drie oorzaken viel het rijk van Karel de Grote uiteen?
Slide 3 - Tekstslide
Eerst de naam:
De Middeleeuwen
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd (vanaf 1450).
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode.
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Volgens sommigen eidigen de Middeleeuwen in de 13de eeuw, volgens anderen pas in de 16de eeuw. Dat komt omdat de volgende periode in Italië en Vlaanderen eerder begon dan elders.
Slide 4 - Tekstslide
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
Slide 5 - Tekstslide
Het einde van het West-Romeinse Rijk:
Volksverhuizing = volkstammen voerden oorlog met elkaar om de rijkdommen en het grondgebied van de Romeinen.
Het lukte de Romeinse legers niet om iedere keer de invallers te verslaan.
De verslagen Romeinse legers werden opgeheven of teruggeroepen naar Rome.
Romeinse bestuurders verloren hun baan.
Onveilige wegen = geen handel = trekken naar het platteland!
Slide 6 - Tekstslide
De Germanen
Slide 7 - Tekstslide
De Germanen
Talen leken veel op elkaar.
Leefden vooral van landbouw en woonden in dorpen.
Gelaagde samenleving.
Elk volk was verdeeld in stammen. Daarin had de vergadering van vrije mannen de meeste macht. In oorlogstijd werd een aanvoerder gekozen.
Slaven vormden de onderste laag, vrijgelaten de middelste en aan de top stonden de vrije mannen.
Vrouwen en kinederen moesten hun man of vader gehoorzamen.
Slide 8 - Tekstslide
Het Frankische Rijk
751-870
De Franken waren een germaanse stam.
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.
In het jaar 800 werd hij zelfs keizer
Frankrijk is naar de Franken genoemd.
Slide 9 - Tekstslide
Karel de Grote
768: koning van de Franken.
Zorgde (met geweld) dat iedereen christen werd.
Liet overal kerken, kloosters en scholen oprichten.
Liet Griekse en Romeinse handschriften bestuderen, om bijv. wetten te kunnen maken zoals de Romeinen.
Verbeterde het schrift (invoeren van kleine letters).
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Het Frankische Rijk valt uiteen
Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms maar even' dat zij dit gebied offcieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!
Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...
Achterleenmannen hadden nooit trouw gezworen aan de koning...
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Afsluiten
1. Wanneer begint en eindigde de Middeleeuwen?
2. Welke gemeenschappelijk kenmerken hadden de Germaanse volken?
3. Waardoor is Karel de Grote vooral bekend geworden? Noem drie punten.
4. Door welke drie oorzaken viel het rijk van Karel de Grote uiteen?