Woordenschat H1

Wat gaan we doen? 
We gaan bezig met het vergroten van jullie woordenschat, zodat je teksten, series, films beter kunt begrijpen en ook zelf inhoudelijk betere gesprekken kan voeren. 

We gaan bezig met stijlfiguren, ook zodat je teksten, series, films beter kunt begrijpen en de humor gaat inzien van bepaalde situaties. Niet alles is altijd letterlijk.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen? 
We gaan bezig met het vergroten van jullie woordenschat, zodat je teksten, series, films beter kunt begrijpen en ook zelf inhoudelijk betere gesprekken kan voeren. 

We gaan bezig met stijlfiguren, ook zodat je teksten, series, films beter kunt begrijpen en de humor gaat inzien van bepaalde situaties. Niet alles is altijd letterlijk.

Slide 1 - Tekstslide

Stijlfiguren
Een tekst kun je op verschillende manieren aantrekkelijk maken: 
  • beeldspraak (vergelijking, metafoor en personificatie);
  • (rijmende) uitdrukkingen
  • stijlfiguren

Slide 2 - Tekstslide




  • Herhaling
  • Tegenstelling
  • Opsomming



  • Hyperbool: overdrijven 
  • Understatement: afzwakken
  • Eufemisme: iets zo zeggen dat het als minder erg of hard overkomt. Een pijnlijke situatie verzachten of voorkomen dat je iemand kwetst. 
Stijlfiguren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welk stijlfiguur wordt vooral gebruikt?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
herhaling
D
understatement

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Welk stijlfiguur wordt vooral gebruikt?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
herhaling
D
understatement

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Welk stijlfiguur wordt vooral gebruikt?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
herhaling
D
understatement

Slide 9 - Quizvraag

Bijzondere opsommingen
Hoofdstuk 1
  • Drieslag: een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen
  • Climax: een steeds sterker wordende reeks 
  • Omgekeerde climax: is een steeds zwakker wordende reeks

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke soort opsomming hoor je hier?
A
drieslag
B
climax
C
omgekeerde climax

Slide 12 - Quizvraag

Hyperbool
Understatement
Eufemisme
'Dat is een leuk zakcentje', zei de man nadat hij 5 miljoen had gewonnen.
Ik ga dood van de honger.
De regen komt met bakken uit de hemel. 
De jongen had een 2 gehaald voor zijn toets en reageerde met: 'Ik had een paar foutjes.'
De hond van de buurjongen is gisteren heengegaan. 
Johannes heeft gisteren geslachtsgemeenschap gehad met de buurvrouw.

Slide 13 - Sleepvraag

En nu? 
  • Woordenschat H1 (blz. 24-27): opdr. 1 en 2
  • Woordenschat H2 (blz. 56-59): opdr. 1, 2, 4, en 5

Na de herfstvakantie gaan we verder met deze paragrafen. 

Slide 14 - Tekstslide