Hoe overleef ik mijn vakantie in Spanje - clase 3

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Clase 3

Hoe overleef ik mijn vakantie 

in Spanje?

Programa de hoy

• Objetos vacaciones
• Verbos importantes
• Países hispanohablantes
• Uitleg eindopdracht

Objetos vacaciones

Me voy de vacaciones y me llevo...

Ser = zijn (ser de = komen uit)

yo	soy
tú	eres
él, ella, usted	es
nosotros	somos
vosotros	sois
ellos, ellas, ustedes	son

Ser

Ser = zijn (identiteit)

• Soy italiano / italiana.
• España es un país muy bonito.

Ser de = komen uit

• Ellos son de Costa Rica
• ¿De dónde eres?

¿De dónde eres?
¿De dónde es tu familia?

Tener = hebben

yo	tengo
tú	tienes
él, ella, usted	tiene
nosotros	tenemos
vosotros	tenéis
ellos, ellas, ustedes	tienen

Tener

Tener = hebben

• ¿Tenéis los pasaportes?
• Tenemos vacaciones en julio y agosto.

Tener ... años = leeftijd

• ¿Cuántos años tienes?
• Mi abuelo tiene 89 años.

Ir = gaan

yo	voy
tú	vas
él, ella, usted	va
nosotros	vamos
vosotros	vais
ellos, ellas, ustedes	van

Ir

Ir a + bestemming = gaan naar

• Vamos a la playa.

Ir en + voertuig = gaan met

• Voy en autobús.

Ir a + werkwoord = gaan doen

• Juan va a bailar

¿Dónde hablan español?

Vooruitblik eindopdracht

Je maakt een folder voor een rondreis in het Spaans met minimaal:

- Algemene informatie over de reis (soort reis, verblijfplaats(en), kosten, duur, het weer ter plekke, een paklijst, etc.)

- Informatie over de plaatsen waar je naartoe gaat en hoe je daar komt.

- Activiteiten die er onderweg te doen zijn.

Je mag de opdracht uitbreiden met:

Wat je kunt en wilt! Bijvoorbeeld een ervaring van iemand die de reis gemaakt heeft, tips voor een lekker restaurant, een interessant weetje...

Ahora

https://www.profedeele.es/actividad/vocabulario/paises-lenguas-nacionalidades/