2THF 3.6 les 1

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Muilenburg

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • 10 min. lezen
  • Woord van de week
  • Vorig huiswerk: H3.5 Woorden opdr. 3/4/6/7/8
  • Vragen?
  • Quizje
  • Theorie H3.6 SKL
  • Nieuw huiswerk: H3.6 SKL opdr.  7/8/9
  • Klaar?:  Leesboek 3 lezen
  • Afsluiting: Grammatica zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide

de confrontatie

Slide 3 - Tekstslide

beitelen
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 4 - Quizvraag

beeldhouwen
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 5 - Quizvraag

fijnhakken
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 6 - Quizvraag

vergroenen
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 7 - Quizvraag

kortwieken
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 8 - Quizvraag

internetten
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 9 - Quizvraag

Googelen
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 10 - Quizvraag

blinddoeken
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 11 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord + werkwoord
A
beeldhouwen
B
kortwieken
C
vergroenen
D
Googelen

Slide 12 - Quizvraag

bijvoeglijk naamwoord + werkwoord
A
beitelen
B
internetten
C
kortwieken
D
ontsmetten

Slide 13 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord + -en
A
pianospelen
B
beitelen
C
blinddoeken
D
vervagen

Slide 14 - Quizvraag

ont- + zelfstandig naamwoord + -en
A
fietsen
B
ontmoeten
C
onzin
D
ontelbaar

Slide 15 - Quizvraag

ver- + bijvoeglijk naamwoord + -en
A
verzinnen
B
verdergaan
C
vergeven
D
vervagen

Slide 16 - Quizvraag

Grammatica zinsdelen
Bedrijvende vorm:
De docent legt het meewerkend voorwerp uit.

Lijdende vorm:
Het meewerkend voorwerp wordt uitgelegd.

Slide 17 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen
Bedrijvende vorm:
De leerlingen van klas 2 bakken een taart voor hun mentor.

Lijdende vorm:
???

Slide 18 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen
Bedrijvende vorm:
??

Lijdende vorm:
Het nieuwe vloerkleed wordt in de kamer neergelegd.

Slide 19 - Tekstslide