Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NUMO 1F/2F zinsontleding
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Zinsontleding
(Numo - grammatica)
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
35 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Zinsontleding
(Numo - grammatica)
Slide 1 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Deze informatie helpt jou bij niveau 0F (op maat)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Een zin ontleden doe je zo:
Harry |
heeft|
bovendien veel vrienden.
1. Zoek de
persoonsvorm
en zet tussen strepen
2. Zoek zinsdelen: welke woorden blijven bij elkaar als je de zin verandert?
Bovendien |
heeft|
Harry
|
veel vrienden.
Slide 8 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Een zin ontleden doe je zo:
Harry
|
heeft|
bovendien| veel vrienden.
Zoek nu het
onderwerp
: wie/wat + ww? (wie heeft?)
Slide 9 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Vanaf hier ga je verder in niveau 1F
Slide 10 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Je weet hoe je zinsdelen maakt en het onderwerp vindt. Nu gaan we verder:
Morgen |vraagt| hij | eindelijk |
verkering
| aan die knappe meid.
Zoek nu het
lijdend
voorwerp
: wat/wie + ww + ow? (wat vraagt hij?)
Een zin heeft niet altijd een lijdend voorwerp. Begin altijd met de vraag 'wat' en wees kritisch!
Slide 11 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Vanaf hier ga je verder in niveau 2F
Slide 12 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Je weet hoe je zinsdelen maakt en het onderwerp vindt. Nu gaan we verder:
Morgen |vraagt| hij | eindelijk | verkering |
aan die knappe meid.
Zoek nu het
meewerkend voorwerp
: aan/voor wie + ow + ww + lv?
Een zin heeft niet altijd een meewerkend voorwerp. Een meewerkend voorwerp is altijd een persoon.
Slide 13 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Je hebt nog twee zinsdelen over. We gaan verder:
Morgen |
vraagt
|
hij
| eindelijk |
verkering
|
aan die knappe meid.
Zoek nu de bijwoordelijke bepaling. Stel vragen als: hoe, waar, waarom, wanneer
Welke zinsdelen heb je nog over? Die gaan de prullenbak in: we noemen dat de bijwoordelijke bepaling.
Slide 14 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Soms heeft een zin twee persoonsvormen en onderwerpen. Dat noemen we samengestelde zinnen:
Ik wil niet
dat
hij zich met mij bemoeit.
Dit voegwoord voegt de 2 zinnen samen.
Slide 15 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
De lijdende en bedrijvende vorm
Bedrijvende vorm = actief = het onderwerp doet iets
VB:
Ik
geef jou deze pen.
Lijdende vorm = passief = onderwerp ondergaat iets
VB De pen wordt aan mij gegeven.
De lijdende vorm heeft vaak een vorm van 'worden'.
Slide 16 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 17 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 18 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 19 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 20 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 21 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 22 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 23 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 24 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 25 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 26 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 27 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 28 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Deze informatie helpt jou verder bij niveau 1F
Slide 29 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 30 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 31 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 32 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 33 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Slide 34 - Tekstslide
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Deze informatie helpt jou verder bij niveau 2F
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4.3/4.4
April 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
2 mavo
September 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
1th Lijdend voorwerp + Woordenschat H2
Januari 2021
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
grammatica les 8: zelf zinnen maken
September 2023
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Zinsontleding
November 2022
- Les met
14 slides
GR les 11: zelf zinnen maken deel 2
April 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 20 Grammatica blok 4 BK/KGT
April 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2