Spelling -> Weet je het nog? - Werkwoordspelling

Woensdag 3A Welkom
- Wedstrijd werkwoordsvormen
- Aan de slag in het boek
- Eerder klaar met opdrachten uit het boek? -> aan de slag voor een ander vak. 
Doel: Kennis over de werkwoorden herhalen*

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 3A Welkom
- Wedstrijd werkwoordsvormen
- Aan de slag in het boek
- Eerder klaar met opdrachten uit het boek? -> aan de slag voor een ander vak. 
Doel: Kennis over de werkwoorden herhalen*

Slide 1 - Tekstslide

Regels
- Klas verdeeld in drie teams.
- 15 vragen over de werkwoordsvormen op het bord.
- Je mag overleggen om samen tot het juiste antwoord te komen!
- 1 antwoord per groep.
- 15 goedde antwoorden? = minder opdrachten maken.
*Let op het lawaai! Andere klassen hebben ook gewoon les!

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de Persoonsvorm (PV)?
A
Altijd een werkwoord.
B
De Persoonsvorm is hetzelfde als het onderwerp.
C
Vraagzin maken.
D
Andere tijd.

Slide 3 - Quizvraag

Je kunt de Persoonsvorm (PV) zowel in de tegenwoordige tijd (TT)- als in de verleden tijd (VT) schrijven.
Waar.
Niet waar.

Slide 4 - Poll

Er zijn twee manieren om de persoonsvorm te vinden. Welke twee manieren zijn dat? Noem er in ieder geval 1.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de Persoonsvorm in de volgende zin?:
Ik ben gisteren naar de film geweest.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de PV in de volgende zin?:
Ik was gisteren naar de film geweest.

Slide 7 - Open vraag

Een voltooid deelwoord (VDW of Volt. dw)
begint altijd met ... :
A
de persoonsvorm.
B
een lidwoord.
C
een d of een t.
D
ge- , be-, ver-, of ont-

Slide 8 - Quizvraag

Een voltooid deelwoord is een werkwoord waar ALTIJD een vorm van hebben, zijn of worden bij staat.
Waar.
Niet waar.

Slide 9 - Poll

Wat is het voltooide deelwoord in de volgende zin?:
Ik heb de ijsjes betaald.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het voltooide deelwoord in de volgende zin?:
Is je oma met de trein gekomen?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het voltooide deelwoord in de volgende zin?:
Mijn contract werd niet verlengd.

Slide 12 - Open vraag

"Het hele werkwoord is de werkwoordsvorm zoals die in het woordenboek staat."
Waar.
Niet waar.

Slide 13 - Poll

"Ik heb zin om naar de film te gaan."
Wat is hier het hele ww?
A
Heb
B
de film
C
gaan
D
ik

Slide 14 - Quizvraag

"De leraar Engels zal wel mopperen als we te laat komen."
Wat is hier het hele ww?
A
De leraar Engels
B
mopperen en komen
C
komen
D
mopperen

Slide 15 - Quizvraag

Zoek de PV en het VDW in de volgende zin:
Ik heb een heerlijke vakantie gehad.
A
pv = heb, vdw = gehad
B
pv = ik, vdw = heb
C
pv = een heerlijke vakantie, vdw = gehad
D
pv = heb, vdw = gehad

Slide 16 - Quizvraag

Zoek de PV en het VDW in de volgende zin:
Mijn broer en ik hebben gelogeerd bij een tante in Zandvoort.
A
pv = mijn broer, vdw = ik
B
pv = ik, vdw = hebben
C
pv = hebben, vdw = gelogeerd
D
pv = bij een tante, vdw = gelogeerd

Slide 17 - Quizvraag

Bonus vraag!
Zoek de PV en het VDW in de volgende zin:
Elke ochtend heeft ze ons verrast met een lekker ontbijt.
A
pv = Elke ochtend, vdw = ze
B
pv = heeft, vdw = verrast
C
pv = ze, vdw = een lekker ontbijt
D
pv = ontbijt, vdw = heeft

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag!
Spelling – blok 1 – 1.6 Weet je het nog? – Werkwoordspelling
Opdr. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Blz. 25, 26, 27, 28, 29

Slide 19 - Tekstslide