H2.2 Oneerlijk verdeeld

Pruiken en revoluties




Kader 2 - Hst 2
Startopdracht:
Schrijf op je wisbord wat je allemaal ziet op de afbeelding. Beschrijf het zo precies mogelijk.
timer
5:00
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pruiken en revoluties




Kader 2 - Hst 2
Startopdracht:
Schrijf op je wisbord wat je allemaal ziet op de afbeelding. Beschrijf het zo precies mogelijk.
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

21 januari 1793
Op de afbeelding is de onthoofding van Louis Capet te zien. Hij was de voormalige koning van Frankrijk, Lodewijk XVI.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pruiken en revoluties
Het is oneerlijk verdeeld



Kader 2 - Hst 2.2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
 ...ken je de volgende begrippen: absolutisme en monarchie. (R)
 ...ken je de volgende personen: Louis XVI en Marie-Antoinette. (R)
...kan je uitleggen welke kritiek er van de derde stand kwam op de Franse absolute koning en wat de eerste en tweede stand daarvan vonden. (T1)
...weet je wat de drie standen waren en deze  herkennen op een bron. (T1/T2)
Je kan het verschil beschrijven tussen een directe en indirecte bron. (T1/T2)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op je wisbord
  1. Maak de zin af. Een republiek is een land zonder ...
  2. Wat zijn/waren de Staten-Generaal?
  3. Wat was de naam van Nederland in de Gouden Eeuw?

timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe en indirecte bronnen
Directe bron = geeft rechtstreeks informatie over gebeurtenissen en personen uit het verleden.
Indirecte bron = is gemaakt door iemand die niet bij de gebeurtenis was. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De standen
In Frankrijk was de samenleving verdeeld in drie groepen (de standen)
  1. De geestelijkheid
  2. De adel
  3. De rest 
1e stand
De geestelijkheid; alle mensen die behoren tot de kerk. Daarmee bedoelen we dus de monnikken, priesters, pastoors, bisschoppen, kardinalen en de paus. 
Deze stand betaalde geen belasting en had veel macht in het 18e eeuwse Frankrijk.
2e stand
De adel; dit waren allerlei mensen met een adelijke titel. Denk daarbij aan de hertogen, graven, markiezen, baronnen en nog veel meer. Deze stand had het ook goed. Deze stand probeerde bij de koning voordelen te halen, zodat deze hen voortrok op anderen. (Maar...dit was ook gevaarlijk, want als je 'uit de gratie was' (dus geen favoriet meer was) konden je voordelen snel weer weg zijn.)
Zij waren erg rijk en hoefden geen belasting te betalen. 
3e stand
De rest; alle winkeliers, ambachtslieden, burgers, boeren, advocaten én alle andere mensen. Ofwel iedereen die niet bij de eerste of tweede stand hoorde, hoorde bij de derde stand. In deze stand waren enorme verschillen, van hele rijke handelaren tot hele arme mensen (zoals bedelaars).
Deze stand moest belasting betalen en had geen inspraak in het bestuur van Frankrijk. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort bij de eerste stand?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort bij de eerste stand?
A
Een bisschop
B
Een winkelier
C
Een baron
D
Een timmerman

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort bij de tweede stand?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort bij de tweede stand?
A
Een bisschop
B
Een winkelier
C
Een baron
D
Een timmerman

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort bij de derde stand?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoort bij de derde stand?
A
Een bisschop
B
Een winkelier
C
Een baron
D
Een timmerman

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf over in je schrift
Samenleving FR 18e eeuw.
Lodewijk XVI + Marie-Antoinette
Absolutisme
tweede stand
eerste stand
derde stand
geestelijkheid
adel
de rest 
rijk
arm
betaalde geen belasting
betaalde wel belasting

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting

Slide 20 - Tekstslide

Afbeelding: De salon van madame Geoffrin. In de Franse salons, waarin ook voor vrouwen een rol was weggelegd, kwamen wetenschappers, letterkundigen en aristocraten bijeen. Sommigen traden op als beschermers voor wie in juridische of financiële moeilijkheden raakte.
De Verlichting
Geleerden in de 18e eeuw stelden veel vragen. Ze vonden dat alleen iets waar was als daar bewijs voor was. Geleerden deden daarom veel onderzoek. 

Slide 21 - Tekstslide

Afbeelding: De salon van madame Geoffrin. In de Franse salons, waarin ook voor vrouwen een rol was weggelegd, kwamen wetenschappers, letterkundigen en aristocraten bijeen. Sommigen traden op als beschermers voor wie in juridische of financiële moeilijkheden raakte.
De Verlichting
Ook dachten de geleerden na over het bestuur. Ze vonden dat de macht verdeeld moest zijn in drie groepen:
  1. De wetgevende macht
  2. De uitvoerende macht
  3. De rechtsprekende macht

Slide 22 - Tekstslide

Afbeelding: De salon van madame Geoffrin. In de Franse salons, waarin ook voor vrouwen een rol was weggelegd, kwamen wetenschappers, letterkundigen en aristocraten bijeen. Sommigen traden op als beschermers voor wie in juridische of financiële moeilijkheden raakte.
Schrijf over in je schrift
Verlichting
Geloof in feiten
Wetenschappelijk onderzoek doen
Nadenken over bestuur van het land
Nadenken over vrijheden
Trias Politica:
1. Wetgevende macht
2. Uitvoerende macht
3. Rechterlijke macht
Grondrechten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het is oneerlijk verdeeld

Regeerde als absolute koning
> voorrechten adel
> onafhankelijkheidsoorlog VS



absolutisme
Vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het is oneerlijk verdeeld
Lodewijk XVI had alle macht in eigen handen. 
Iedereen aan het hof probeerde voorrechten te krijgen van Lodewijk. Op deze manier hield de koning alle macht in eigen handen. 
Omdat Lodewijk (XVI) zich niet hoefde te verantwoorden aan iemand, was hij een absolute koning.
absolutisme
Vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is absolutisme?
A
Een vorm van regeren waarbij het parlement alle macht heeft.
B
Een vorm van regeren waarbij het volk alle macht heeft.
C
Een vorm van regeren waarbij de koning alle macht heeft.
D
Een vorm van regeren waarbij een dictator alle macht heeft.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gemaskerd bal in Versailles (1745)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 juli 1789 de Statenvergadering

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf over in je schrift
Mislukte oogsten 1788-1789
Lodewijk XVI wilt meer belasting heffen:
- onafhankelijkheidsoorlog te betalen
- luxe leven te betalen
Roept de Assemblée National (1789) bij elkaar (drie standen)
Wens Lodewijk:
- eerste en tweede stand betalen ook belasting
Werkelijkheid
- eerste en tweede stand wilden geen belasting betalen.
- derde stand eist meer invloed in bestuur
Gevolgen:
- derde stand verlaat boos de vergadering
- eerste en tweede stand betalen nog steeds geen belasting

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schatkist raakt leeg...
Dit komt door: 
  • De oogsten (1788 en 1789) waren mislukt, daardoor werd de prijs van brood veel hoger.
  • Er was een hoge werkloosheid.
  • Oorlogen kosten veel geld (Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog).

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruzie tussen de standen
Lodewijk wilde extra belasting heffen. Daarvoor had hij toestemming voor nodig van de drie standen.
  • De geestelijkheid en adel wilden geen belasting betalen.
  • De derde stand wilde meer invloed in het bestuur.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee redenen waarom de Franse koning meer geld nodig had.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat eiste de derde stand in ruil voor meer belasting?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaartallen uit deze les

  • 1788-1789: mislukte oogsten in Frankrijk
  • 5 juli 1789: standenvergadering Frankrijk

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personen uit deze les
  • Koning Lodewijk XVI (FR)
  • Koningin Marie-Antoinette (FR)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Absolutisme
  • monarchie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik leerdoelen
 ...ken je de volgende begrippen: absolutisme en monarchie. (R)
 ...ken je de volgende personen: Louis XVI en Marie-Antoinette. (R)
...kan je uitleggen welke kritiek er van de derde stand kwam op de Franse absolute koning en wat de eerste en tweede stand daarvan vonden. (T1)
...weet je wat de drie standen waren en deze herkennen op een bron. (T1/T2)
Je kan het verschil beschrijven tussen een directe en indirecte bron. (T1/T2)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies